Brein

Gisteren hoorde ik een doctor in de psychologie zeggen dat mensen met een lui brein meer last hebben van psychische aandoeningen zoals burn-out en depressie.

Waar die mevrouw gestudeerd heeft en wie of wat ze daarvoor onderzocht heeft weet ik niet, maar ik wou dat ik een lui brein had, want het mijne werkt zelfs ’s nachts.

Ik heb denkelijk twee levens, waardoor het leven van overdag zich vertaald in nachtmerries ’s nachts, en dat als kind al. Plezant is anders.

Het zijn bovendien geen gefantaseerde dromen, maar houden altijd verband en hebben vooral betrekking over al het nare wat ik vroeger beleefd heb, en de al overleden hoofdacteurs spelen er telkens een rolletje in mee.

Dus mevrouw de doctor herzie je onderzoeken eens of praat eens met mensen die ervaringsdeskundigen zijn op het gebied van een actief, ja zelfs overactief brein. Het is om zot van te worden, dat wel, maar luiheid daar kan het zeker niet aan liggen!

Voorbij

Voorbij
In deze wereld
Gaat altijd alles
Op en neer
Komt en gaat
Verschijnt en verdwijnt.

Dus heb vertrouwen
En wanhoop niet
Want zowel
Goed als kwaad
Is maar tijdelijk.

Ales gaat voorbij
En dat is
Onze enige echte
en onomkeerbare
zekerheid.

Micheline Baetens – 08.12.2019
Met mijn beste wensen voor 2020!

Vriendschap

Hoe onze vriendschappen intiemer werden
En ze waren nog lang en gelukkig bevriend

Het zijn wankele tijden voor het huwelijk, die oude hoeksteen: we trouwen minder en later, en we gaan ook vaker uit elkaar. Zou het kunnen dat vriendschap daardoor veel meer wordt dan het siersteentje van de samenleving?

Charlotte: Ik ben aan het daten sinds mijn vijftiende. Ik ben uitgeput! Waar is hij?
Miranda: Wie? De prins op het witte paard?
Samantha: Die bestaat alleen in sprookjes.
Charlotte: (kreunt) Mijn haar doet pijn.
Carrie: Schat, is het ooit in je opgekomen dat wij je witte prins zijn? En dat wij degenen zijn die onszelf moeten redden?
Charlotte: Dat is zo deprimerend.

Zo ging dat nog in het jaar 2000, in het universum van Sex and the city. Singles waren eeuwig op zwier – altijd cocktails, altijd plezier – maar het échte werk, dat bleef toch de verovering van de ware. Misschien is het omdat we die vriendschap voor het eerst hebben beleefd toen we nog in sponsen broekjes door een springtouw dansten. Of omdat we ze te vaak als troostprijs hebben aangeboden in de liefde (‘We kunnen altijd nog vrienden blijven’). Hoe dan ook gaven we ze zelden het gewicht dat ze verdiende.
Toch lijkt er stilaan iets te verschuiven. In cafés en koffiehuizen zie je hoe vrienden elkaar eens goed vastpakken. Ze gaan samenwonen en cohousen, of plannen om dat op hun oude dag te doen. Ze zijn elkaars contactpersoon bij de dokter en elkaars date voor feesten. Op VRT Nu kun je de filmpjes herbekijken waarin bekende beste vrienden getuigen over hun vriendschap. Al die knuffels en verstrengelde handen, al die lieve woorden: het voelt haast alsof je zit te gluren naar een te intiem moment.

De filmpjes kwamen er dan weer naar aanleiding van de tv-serie My brilliant friend, en Elena Ferrante – pseudoniem voor de auteur van het gelijknamige boek – noemde vriendschap eerder al een vorm van liefde. ‘Een vriendin is even zeldzaam als ware liefde’, schreef ze in The Guardian. ‘In het Italiaans heeft het woord voor vriendschap, “amicizia”, dezelfde wortel als het woord voor liefhebben, “amare”, en een relatie tussen vrienden heeft de rijkdom, de complexiteit, tegenstellingen en inconsequenties van liefde.’

Zelfbewuste singles

‘Vriendschap heeft een andere betekenis gekregen’, zegt relatie-expert Rika Ponnet. ‘Dat kan ook niet anders in een periode waarin liefdesrelaties zo vluchtig zijn als vandaag. Mensen gaan vaker uit elkaar, of ze beginnen later aan een vaste relatie: daardoor beseffen we nu beter hoe belangrijk onze andere relaties zijn. Singles, voor wie vriendschappen vaak de primaire relatie zijn, gaan ook veel zelfbewuster door het leven. Ze durven klassieke relaties in vraag te stellen, en in onderzoek omschrijven ze hun levenskwaliteit vaak als erg goed, meer dan koppels voor wie de relatie “redelijk” loopt.’

Maar het zijn niet alleen de singles die hun vrienden weer inniger omarmen. Ponnet ziet het overal gebeuren, bij mannen en vrouwen, van alle generaties. Ze merkt hoe vooral de jongere generatie weer op zoek is naar een evenwicht tussen carrière, zelfontplooiing, het gezin en de relaties met anderen. ‘Onze ouders en grootouders maakten wel nog meer tijd voor vrienden, maar mijn generatie – de vijftigers van nu – is toch wat doorgeslagen in individualisme’, zegt ze. ‘Wij wilden vooral alle kansen waarmaken die we kregen en die de generatie voor ons niet had. Voor die carrière gaan, in je eentje reizen, alleen wonen: dat vonden wij het ultieme bewijs van zelfontplooiing. Jonge mensen staan echt niet stijf van bewondering voor ons (lacht). Ze zeggen: “Wat? Zo hard werken, dat doe ik niet, hoor!” Ze willen tijd voor hun vrienden en ze willen dingen delen – ook de minder plezante momenten. Dan denk ik: ja, toch mooi.’

Kind aan huis

Het is voor elke generatie verleidelijk om alles wat nu gebeurt te zien als een unieke trend, maar nee, dus: we hebben de hechte vriendschap niet uitgevonden. De periode waarin we hoopten de complete emotionele vervulling bij één partner te vinden, was al bij al relatief kort. Beate Volker, hoogleraar sociologie aan de universiteit van Amsterdam en onderzoeker naar sociale netwerken, wijst erop hoe vrienden vroeger misschien zelfs nog dichter bij ons leven stonden.

‘Er zijn weinig wetenschappelijke gegevens over hoe vriendschapsnetwerken er vroeger exact uitzagen, zeg maar rond 1850 of 1900. We hebben wel aanwijzingen dat mensen veel meer in- en uitliepen bij gezinnen. De uitdrukking “kind aan huis” verwijst daar nog naar. Nu spreken we sneller buitenshuis af, maar toen aten vrienden thuis geregeld mee, en ze kwamen ook op zondagochtend langs. De grens tussen vriendschap en familie was dunner. Nu heb je wel fenomenen als framily en urban tribes, vriendschapsnetwerken die als familie aanvoelen – maar daar is net wat meer afstand tussen familie en vrienden. Ze nemen de functie van familie ook nooit helemaal over. Als we ziek worden, zullen vrienden heus wel langskomen en helpen. Maar uit onderzoek weten we dat mensen voor langdurige hulp toch weer op familie aangewezen zijn.’

Wat ook veranderde: we kunnen onze klussen uitbesteden. Een dak herstellen, het onderhoud van de tuin, de grote schoonmaak: daar kun je iemand voor inhuren – waardoor we dat minder vaak zelf doen en ook niet zo snel hulp aan vrienden vragen. ‘Vrienden steunden elkaar vroeger meer in praktische zin. Ze zorgden ervoor dat iemand werk had, een dak boven z’n hoofd had, een partner vond. Dat soort zaken wordt vandaag niet meer genoemd als we vragen naar de functie van vriendschap. Nu draait het meer om onze emoties, om hoe het met ons gaat en hoe wij in het leven staan. Vriendschappen zijn ook belangrijk om een mening te vormen. De wereld is complexer geworden en vrienden helpen je om te bepalen hoe je over iets moet denken.’

Intieme emoticons

Toen actrice Michelle Williams eind september een Emmy in ontvangst nam en vurig speechte over gelijke rechten, zoomden de camera’s in op een diep ontroerde vrouw in de zaal: dat was Busy Philipps, al twintig jaar de beste vriendin van Williams. Na de uitreiking gaven de twee een tv-interview over onbenulligheden als hun favoriete pizzasmaak, maar hun lichaamstaal sprak boekdelen. Hoe ze elkaar vasthielden en in de ogen keken: ze leken eigenlijk closer dan geliefden.

‘Ik denk dat we over het algemeen lijfelijker met elkaar omgaan’, zegt Rika Ponnet. ‘In de opvoeding van onze kinderen hebben we sterk de nadruk gelegd op het belang van affectie en knuffelen. De nieuwe generatie is daar dan ook veel ontvankelijker voor, en het is ongelooflijk mooi om te zien hoe vrienden elkaar nu ook fysiek nabij zijn. Dat huidcontact is wezenlijk. Vandaag kunnen we dat ook neurologisch verklaren. Het helpt om te ontstressen, zorgt ervoor dat we mensen als aangenaam ervaren, het is de meest directe weg naar elkaar. We weten dat van liefdesrelaties, maar het geldt dus ook voor vriendschappen.’

Die intimiteit lees je trouwens ook af aan de berichten via Whatsapp of sms: daar vliegen vaak behoorlijk wat hartjes en knuffels heen en weer tussen vrienden. ‘Ik ben erg door die emoticon-cultuur geïntrigeerd. Een hartje sturen naar een vriendin die het moeilijk heeft, gaat ons soms beter af dan te zeggen: “Ik zie u graag.” Vaak is het ook een voorzet om een aantal gevoelens daarna toch uit te spreken. Als je iets hoort als “ik ben zo blij dat je mijn vriendin bent”, is dat fantastisch. Dat geeft je bestaansrecht, het krachtige gevoel dat je ertoe doet – allemaal dingen die we ook in een partnerrelatie zoeken, maar niet altijd vinden.’

Getrouwd – nog niet getrouwd

Aan het begin van de jaren 90 kreeg ik van de administratie van een middelbare school een invulformulier met als mogelijkheden: getrouwd – nog niet getrouwd. Zo, dat waren nog eens duidelijke tijden. Ook vandaag zijn de officiële opties voor de burgerlijke staat nog altijd mooi geschikt rond het huwelijk (ongehuwd – gehuwd – gescheiden – verweduwd) terwijl de realiteit een stuk complexer is geworden. Zelfs de grens tussen vriendschap en liefde is soms nauwelijks nog te trekken, zegt Rika Ponnet. ‘Niet dat iedereen nu aan polyamorie moet doen, maar al die nieuwe relatievormen maken dat we vriendschap als een vorm van liefde kunnen zien. Want hoe scherp is nog het verschil tussen een latrelatie, een friend with benefits met een belangrijk vriendschappelijk luik, en de vriendinnen met wie we misschien veel intiemer omgaan dan met die ene met wie we wel seks hebben?’

Beate Volker ziet die overlap tussen vriendschap en liefde ook. Zeker van de twee, drie beste vrienden die we gemiddeld hebben, verwachten we dat ze ons, net als onze geliefden, feedback geven en ons laten voelen dat we oké zijn. Maar ze nuanceert: uit onderzoek blijkt ook dat partnerrelaties vandaag net iets hoger scoren als het gaat over intimiteit, vertrouwen en gehechtheid. ‘Je deelt nog altijd meer met je partner. Over het algemeen zijn partnerrelaties ook exclusief, terwijl je wel meerdere vrienden kunt hebben: dat maakt die relatie toch wezenlijk anders. Tegelijk leven we in een tijd waarin je heel goede vrienden vaak minder snel kwijtraakt en langer kent dan je partner, waardoor die ontzettend belangrijk zijn.’

Die vaststelling – dat vrienden soms meer voor het leven zijn dan partners – doet ook geregeld de vraag rijzen of we vriendschap juridisch moeten omkaderen. De Vlaamse regering heeft al een best friends-regeling uitgewerkt, waarbij je een vriend kunt aanduiden om te erven tegen het laagste tarief. Maar misschien moet het nog verder gaan? Volker is geen voorstander. ‘Ik krijg de vraag geregeld, of we niet zoals bij een huwelijk officiële afspraken moeten maken. Dat je bij de notaris zegt: “Wij verklaren elkaar tot vrienden.” Maar het mooie aan vriendschap is net dat die relatie zo vrij is. Dat je elkaar kunt loslaten, een andere afslag neemt in het leven, maar op een dag misschien ook terug kunt naar elkaar. Die dynamiek verdraagt niet dat je daar een document en een zegel bij haalt, want dan moet je ook een instituut hebben dat verklaart dat je geen vrienden meer bent.’

Ponnet aarzelt. Er is in de maatschappij een andere realiteit ontstaan waarin het huwelijk niet langer de hoeksteen is. Daar moeten we op zijn minst over nadenken, vindt ze. ‘Waarom zouden we geen sterkere rechtsvorm kunnen creëren rond twee singles die samenleven? Het is zo’n verrijking van onze mogelijkheden als we loskomen van dat inperkende model met het huwelijk als norm. Maar wat ik vooral belangrijk vind, is dat we vriendschap als samenleving echt leren waarderen: anders blijf je er toch altijd naar kijken als naar een kaduke vervanging van het origineel.’

Door Kaat Schaubroeck
Illustratie Debora Lauwers

De Standaard – 08.12.2019

Tuin in de herfst

Waarom ik mijn tuin niet winterklaar maak

Bron: VELT

De verleiding is groot om de tuin nu onder handen te nemen. Bladeren vegen en opruimen, planten snoeien, uitgebloeide bloemen afknippen, eenjarige planten weghalen en de aarde aangeharkt achterlaten. Alles netjes opgeruimd, alvast klaar voor het nieuwe jaar. Toch doe ik dat winterklaar maken bewust niet, want het is veel beter voor de tuin en het dierenleven om wat van die ‘rommel’ te laten liggen.

Het nut van dode dingen

De komende maanden springen de ‘dode’ elementen meer in het oog dan op andere momenten van het jaar. Boomstammen met hun kale kroon spelen de hoofdrol op het toneel boven een tapijt van dorre stengels en bruine bladeren. Wie zijn tuin in de winter netjes heeft gemaakt, mist wat mij betreft de subtiele schoonheid van afgestorven resten. Ze voegen architectuur toe aan de wintertuin en maken hem daarmee veel interessanter dan een kale, opgeruimde tuin. Vooral als ze bedekt zijn met een laagje rijp of sneeuw.

Maar het esthetische aspect is niet het enige, dat dorre materiaal is ook nuttig. Staande, afgestorven planten beschutten de bodem tegen gure wind en de strooisel of mulchlaag van takjes en bladeren vormt als het ware een isolerend dekentje. Daardoor kunnen bodemorganismen en dieren die in de grond overwinteren beter overleven. Denk maar aan hommelkoninginnen, padden en kikkers. Dat kleedje van organisch materiaal heeft nog andere voordelen voor de tuin zelf, want zodra de temperatuur een beetje oploopt, onderdrukt het onkruid, dat in de winter snel groeit om andere planten voor te zijn. Bovendien geven verterende bladeren voedingsstoffen af, waar niet alleen voorjaarsplanten, maar ook nuttige schimmels in de bodem – de zogenaamde mycorrhiza – van profiteren.

De generatie van volgend jaar

Zowel staande stengels als liggend plantafval zijn voor dieren de plek bij uitstek om te overwinteren. Egels kruipen bijvoorbeeld in blad- of takkenhopen weg om te slapen, en ook padden en enkele soorten kikkers maken hier gebruik van. Veel geleedpotigen gebruiken de warme strooisellaag om in weg te kruipen en wachten daar het voorjaar af. Dit geldt onder andere voor lieveheersbeestjes, spinnen en rupsen. In mijn eigen tuin kom ik vooral van die laatste groep regelmatig exemplaren tegen als ik in het voorjaar wat mulch opzij schuif.


Afgestorven stengels zijn voor weer andere soorten ideaal: bijvoorbeeld sommige (nacht)vlindersoorten zetten hun eitjes af in plantenstengels om te overwinteren of hangen eraan als pop. Zou je de plantenresten weghalen vóór de winter, dan verwijder je dus hun mogelijkheden om te overleven.

Wat doe je wél in herfst en winter?

Ook al laat ik de tuin het liefste zo veel mogelijk met rust, toch zijn er wat werkzaamheden die ik wel doe voor of in de winter:

Wintersnoei van bloedende bomen
Voorjaarsbollen planten.
Paden en terrassen vegen (eventueel strooi ik er wat zand over tegen het glad worden).
Tuinmeubelen beschermen of opslaan.
Planten in pot beschermen door ze dicht tegen elkaar te zetten en van een mulchlaag te voorzien.
Niet-winterharde planten en bollen naar binnen halen of opslaan.
Bladeren van het gras harken.

Opruimen in het voorjaar

Ik laat in de winter voor de dieren in mijn tuin het liefste zo veel mogelijk bladafval liggen en afgestorven planten staan. Wat er aan bladeren op mijn terrassen valt, veeg ik gewoon direct de borders in of ik verzamel het voor een extra dikke laag rond minder winterharde planten. Zo vergroot ik de kans dat ze de winter overleven en ook volgend jaar de tuin opfleuren.

Veel dieren hebben het moeilijk, precies omdat hun habitat verdwijnt en voedsel in de winter steeds moeilijker te vinden is. Tuinen kunnen helpen om de koude maanden te overleven. En hoe meer variatie, hoe meer de tuin habitat en voedsel voor verschillende dieren te bieden heeft. Weghalen doe ik alleen als de planten over het pad gaan hangen of als ik wat wil gebruiken om te drogen, zoals lavendel.

Eind februari of begin maart, als er een paar mooie dagen aanbreken, krijgt mijn tuin een metamorfose. Zo veel mogelijk snoei- en veegwerk bewaar ik tot die tijd, zodat dieren er de hele winter lang gebruik van kunnen maken. En de vogels helpen me dan zelfs met opruimen, door mijn snoeiafval en mulch te stelen voor hun nesten.

Studeren

Wat een zever is dat nu weer dat zopas in het nieuws verkondigd werd: studeren maakt dik?!

https://www.hln.be/nieuws/binnenland/onderwijs/studeren-maakt-dik-en-dik-maakt-dom~a175f887/

Dat zou dus betekenen dat al wie voor dokter, apotheker, kinesist, verpleger, tandarts,… en weet ik wat nog allemaal studeert, dat die zichzelf en hun gezondheid geweld aandoen door te studeren?

https://www.demorgen.be/nieuws/alcoholmisbruik-bij-tieners-de-block-wil-leeftijdsgrens-niet-verhogen~bbfd4e3c/?utm_source=demorgen&utm_medium=email&utm_campaign=newsletter&utm_content=ochtend&utm_userid=&ctm_ctid=a57e40ae9feefc6f3d4cf29b9a49158e

Schijnbaar heeft men het tegenwoordig heel moeilijk met verantwoordelijkheid, want niet studeren maakt dik, maar zuipen en vreten.

En geen tijd is een excuus dat er geen is. Als je tijd hebt om op café te gaan, heb je ook tijd om gezond te eten en eventueel te sporten.

https://www.standaard.be/cnt/dmf20191206_04755027?_section=60190892&utm_source=standaard&utm_medium=newsletter&utm_campaign=krantenkoppen&adh_i=dddb289286a3ccee862a43b152eba115&imai=&M_BT=37861881530

Mensen krijgen tegenwoordig maar al te vaak de indruk dat het allemaal hun schuld niet is en er dus ook niets aan kunnen veranderen. Je kan het eventueel ook op je genen steken, en dat is zeker waar, als het in de familie zit, heb je er meestal ook problemen mee, een reden te meer om alert te zijn.

Oké, ik ben ook dik, maar toch heb ik elk jaar bij bloedonderzoeken heel goede resultaten. Maar ik eet dan ook gezond en als er aan iets moet gewerkt worden dat mijn algemeen welzijn kan bevorderen heb ik daar ook oor naar, en ik weet wanneer dat niet zo is, ik zelf verantwoordelijk ben voor de minder goede toestand.

Jonge mensen, die studeren hebben nog meer dan anderen de plicht om goed voor zichzelf te zorgen, want ze hebben er immers de nodige hersenen voor. En zo oncomfortabel is die studententijd toch niet, denk ik. Of misschien eens een jaartje achter de vuilkar lopen, of postbode spelen?!