‘Mensen zijn nog te vaak naïef in de liefde’
De Standaard – Cathérine De Kock – 31.08.2018
Scheiden doet lijden. Maar als het van de echtscheidingsadvocaat afhangt, kan de gemiddelde echtscheiding heel wat pijnlozer.
‘Ik wist al van mijn zestiende dat ik advocaat wou worden. De combinatie van juridisch werk en een sociale dimensie heeft me altijd aangetrokken. Zo kwam ik al snel bij familierecht uit. Behalve advocaat ben ik ook erkend bemiddelaar in familiezaken, omdat ik merkte dat procederen alleen niet altijd soelaas brengt. Bij een bemiddeling leg je de verantwoordelijkheid opnieuw bij de ex-partners.’
‘Ik heb niet het gevoel dat er zoveel meer gescheiden wordt dan achttien jaar geleden, toen ik als advocaat begon. Wel merk ik dat mensen in het algemeen sneller hun relatie opgeven, zeker een relatie zonder kinderen.’
‘Sommige koppels wachten met scheiden tot de kinderen het huis uit zijn. Het nest is leeg, ze stellen vast dat ze elkaar niet zoveel meer te vertellen hebben en ze willen toch nog iets van hun leven maken. Daarnaast zie ik de laatste jaren heel wat jonggepensioneerden er de brui aan geven. De ene partner stopt met werken terwijl de andere nog aan de slag is, en dat brengt de relatie uit balans. Ook koppels met jonge kinderen zie ik wel vaker in mijn bureau. Ze vinden het moeilijk om een gemeenschappelijke weg te vinden in de opvoeding van hun kinderen, en ook de vermoeidheid eist haar tol.’
‘Het oudste koppel dat ik over de vloer kreeg, was een eind in de zeventig. Ze leefden al langer apart, maar in die tijd was het niet evident om te scheiden. Ze wilden dat eindelijk formaliseren, omdat een van beiden een nieuwe partner had. Die scheiding is in alle sereniteit verlopen.’
‘Ik heb ook al een dossier gehad waarbij een echtpaar dat al heel ver in de echtscheidingsprocedure zat, op het laatste nippertje besliste om samen te blijven.’
‘Ik zie soms mensen in bemiddeling van wie ik me afvraag: waarom gaan jullie eigenlijk uit elkaar? Ze kunnen het nog heel goed met elkaar vinden, maar zijn elkaar door de jaren een beetje verloren. Die mensen slagen erin om samen aan tafel te zitten, weliswaar met een externe bemiddelaar, om alles op een goede en evenwichtige manier te regelen.’
Overspel
‘Een echtscheiding loopt soms mis als ex-partners te veel blijven hangen aan de manier waarop een relatie verkeerd is gelopen. Als er sprake is van overspel, zie je vaak dat de bedrogen partner zijn ex daarvoor wil straffen. Dat heeft een effect op de relatie met de kinderen: zij worden nog te vaak als pasmunt gebruikt. Ik probeer mijn cliënten altijd duidelijk te maken dat ze hun rol als ex-partner los moeten zien van hun rol als ouder, ook al is die scheidingslijn fragiel.’
‘Voor mij staat het belang van de kinderen voorop. Een scheiding is nooit leuk, maar ouders kunnen het hun kinderen zoveel makkelijker maken als ze een goede regeling voor hun kroost uitwerken en op een volwassen manier met elkaar omgaan.’
‘Mensen moeten meer stilstaan bij wat er gebeurt als hun relatie fout zou lopen of als hun partner zou overlijden: ze zijn nog te vaak naïef in de liefde. Het is niet erg romantisch om in het begin van een relatie al te denken aan het moment waarop het zou kunnen misgaan, maar je vermijdt er veel ellende mee. Jonge mensen zijn daar gelukkig bewuster mee bezig dan de oudere generaties, merk ik.’
‘Wat ik ook regelmatig vaststel, is dat bij heel wat koppels de ene partner alle administratie regelt en de andere partner daardoor niet weet wat ze precies bezitten of hoeveel ze hebben geleend bij de bank. Wanneer zulke koppels scheiden, komen al eens verrassingen naar boven. Dan blijkt dat meneer al jaren aan pen-sioensparen doet of dat mevrouw een groepsverzekering heeft. Mensen moeten zich goed informeren, zodat ze achteraf niet het gevoel hebben dat ze zich hebben laten rollen.’
‘Vechtscheidingen komen jammer genoeg nog te veel voor. Omdat ik ervoor bekend sta dat ik sneller voor bemiddeling en een compromis kies, trek ik wel minder cliënten aan die in hun echtscheiding het onderste uit de kan willen halen. Soms krijg ik toch mensen over de vloer die zeggen dat ze zoveel mogelijk geld uit hun echtscheiding willen slepen. Ik leg hen uit dat ik zo niet werk. Sommigen zie ik niet meer terug, anderen draaien bij en blijven.’
‘Soms sta je tegenover een partij die de ex niets gunt. Ik probeer altijd te gaan voor waar die cliënt recht op heeft. Veel hangt ook af van of er al een nieuwe partner in het spel is. Soms gebeurt het dat de ene partner het de ex niet gunt dat diens nieuwe liefde zich inkoopt in de vroegere gezinswoning. Dan wil die partner de overnameprijs opdrijven, of hij of zij wil het huis ineens zelf kopen.’
‘Ik eigen me zeker niet de rol van psycholoog toe, maar ik voel me er soms wel een. Door empathisch te zijn kun je al veel verhelpen.’
Loyaliteitsconflict
‘Het wettelijke uitgangspunt in een scheiding met kinderen is nog steeds verblijfsco-ouderschap. Dat betekent dat het kind elke keer moet verhuizen en zich moet aanpassen. De stress die daarbij komt kijken, wordt door ouders vaak onderschat. Bij kinderen tussen acht en veertien jaar zie je dat zo’n regeling nog haalbaar is, maar naarmate vrienden en hobby’s belangrijker worden, willen ze die week-om-weekregeling vaak herzien. Sommige kinderen zijn het gewoon beu om elke week van huis te wisselen en hebben nood aan rust in hun hoofd. Anderen kiezen voor het praktische gemak: ze willen dichter bij hun hobby’s en vrienden zijn. Maar kiezen voor één ouder ligt moeilijk, want kinderen ervaren altijd een loyaliteitsconflict.’
‘Sommige ouders kiezen ervoor om de kinderen in de vroegere gezinswoning te laten wonen en zelf week om week te verhuizen. Ik hoor geregeld van die volwassenen hoe zwaar het is om heen en weer te moeten. Dan beseffen ze dat het voor kinderen nog veel zwaarder moet zijn.’
‘Vaders tonen zich meer betrokken bij de opvoeding van hun kinderen dan vroeger. Bij partners die als koppel een vrij conservatieve rolverdeling hadden, zie je sommige vaders door de echtscheiding een klik maken en plots kiezen voor een regeling waarbij ze de kinderen om de week bij zich hebben. Dat ligt dan weer moeilijk bij de moeder, die niet begrijpt waarom de vader niet zo betrokken was toen ze nog samenleefden. Of ze denkt dat de vader het voor het geld doet, om minder onderhoudsgeld te moeten betalen. Maar als de inkomsten erg verschillen, kan het zijn dat de meest verdienende partner zelfs bij een week-om-weekregeling nog altijd onderhoudsgeld moet betalen.’
‘Mensen beseffen te weinig hoeveel druk ze leggen bij hun kinderen door hen te betrekken bij discussies over hun echtscheiding. Dingen zeggen zoals “ik kan ons huis niet kopen, want papa wil te veel geld” is dodelijk voor de gemoedsrust van een kind.’
‘Onlangs heb ik nog twee gevallen gehad van ouderverstoting, schrijnende situaties waarin kinderen tegen hun ouders worden opgezet en die me diep kunnen raken. De ene vader is zijn kinderen al verloren, de andere is ze stilaan aan het verliezen. De moeder neemt het die vader zo kwalijk hoe het is verkeerd gelopen dat ze de kinderen constant belt als ze bij hun papa zijn. Ze betrekt hen ook voortdurend in de regeling zodat die kinderen helemaal niet kunnen genieten van hun tijd met hun vader. Op een bepaald moment kiezen de kinderen één kant, gewoon omdat ze rust willen.’
Niet cynisch
‘Ik ben zelf getrouwd en het is ook nog steeds mijn eerste huwelijk. Vaak vragen cliënten of ik zelf kinderen heb. “Want dan begrijp je me toch”, zeggen ze. Ik probeer privé en werk gescheiden te houden, want op zich zegt het feit dat ik moeder ben niets over mijn capaciteiten als advocaat. Tegelijk moet ik toegeven dat ik beter kan inschatten hoe een ouder zich voelt, sinds ik zelf kinderen heb. Dus ik denk wel dat zelf ouder zijn een meerwaarde is om mijn beroep uit te oefenen.’
‘In mijn eigen relatie staat alles helder en duidelijk op papier – als jurist is dat nu eenmaal de aard van het beestje. Het is veel makkelijker om voor iemand anders een huwelijkscontract te regelen dan voor jezelf, want je bent er onvermijdelijk meer emotioneel bij betrokken.’
‘Mijn naïviteit ben ik verloren door mijn beroep, maar cynisch over de liefde ben ik nu ook niet. Ik zie ook veel mooie verhalen, en ieder koppel is weer anders.’