Neruda: Keeping Quiet

Ondanks alle huidige heksenjachten en pogingen om onze maatschappij rechtvaardiger te maken, heb ik het gevoel dat onze samenleving alsmaar ranziger wordt.

https://doorbraak.be/discriminatie-is-een-grondrecht/?utm_term=Autofeed&utm_medium=Social&utm_source=Facebook&fbclid=IwAR1ElOKoAoYyzb-hnsAFzCIHOqqaaKqVnN5emFgBpqrA15XSbnRFKGCitbY#Echobox=1592539062

Misschien moeten we ons eerder wat rustig en stil houden, zoals ons aangeraden wordt in dit gedicht van Pablo Neruda.

Neruda werd geboren onder de naam Neftalí Ricardo Reyes Basoalto (volledig: Ricardo Eliécer Neftalí Reyes Basoalto). Hij noemde zich Pablo Neruda naar de door hem bewonderde Tsjechische dichter Jan Neruda (1834-1891). Het willen voorkomen van een conflict met zijn ouders zou hierbij een rol gespeeld hebben; zij wilden niet dat hij schrijver zou worden. Pablo Neruda werd later zijn officiële naam.

Neruda is geboren in Parral, een stad ongeveer 300 kilometer ten zuiden van Santiago, waar zijn vader bij de spoorwegen werkte. Zijn moeder overleed kort na zijn geboorte. Niet lang daarna verhuisden Neruda en zijn vader naar Temuco, waar zijn vader trouwde met Doña Trinidad Candia Malverde.

Op zijn dertiende stuurde Neruda een aantal van zijn gedichten naar de lokale krant, La Mañana. Zijn eerste gedicht heette Entusiasmo y perseverancia (‘Enthousiasme en volharding’). In 1920 stuurde hij meer gedichten naar het literaire blad Selva Austral, onder het pseudoniem ‘Pablo Neruda’.

Zijn eerste gedichtenbundel, La Canción de la fiesta (‘Het lied van het feest’), werd gepubliceerd in 1920. In 1923 bracht hij Crepusculario uit, en in 1924 publiceerde hij Veinte poemas de amor y una canción desesperada (‘Twintig gedichten over liefde en een lied over wanhoop’), een van zijn bekendste werken.

Professioneel werd Neruda diplomaat. In 1929 was hij in functie in Ceylon. Nadien werd hij aangesteld als Chileens consul in SpanjeMadrid. Hij was inmiddels getrouwd op 6 december 1930 met de Indisch-Nederlandse Maria Antonia Hagenaar, met wie hij in 1934 een dochter kreeg. Hun kind, Malva Marina, leed aan hydrocefalie (waterhoofd), een storing in de afvoer van het hersenvocht. Bij het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog in 1936 ging het echtpaar uit elkaar (na tijdelijk te zijn gevlucht naar Monaco). Pablo Neruda hertrouwde nog twee keer, maar Malva Marina bleef zijn enig kind.

Een bekend werk van Neruda is Canto General (1950), dat ook in het Nederlands is vertaald. Canto General is een uitgebreid werk over Noord- en Latijns-Amerika. Hij schreef dit als banneling, terwijl hij zich verborgen hield in 1948 en 1949, toen hij vervolgd werd door de regering van Gabriel González Videla (19481952), die de Communistische Partij, waarvoor Neruda als senator gekozen was, had verboden.

Neruda kreeg in 1945 de Premio Nacional de Literatura de Chile. In 1971 werd hij onderscheiden met de Nobelprijs voor Literatuur.

Neruda, die al langer in een ziekenhuis werd behandeld voor prostaatkanker, overleed daar aan een hartaanval in 1973. Zijn overlijden vond plaats twaalf dagen na de gewelddadige dood van zijn vriend Salvador Allende, de democratisch verkozen president van Chili. In de nasleep van deze bloedige militaire coup had de dichter besloten om in ballingschap te gaan en het nieuwe regime vanuit het buitenland te bekritiseren.[1] Daags voor zijn vertrek werd hij in een ambulance naar het ziekenhuis gevoerd, waar hij overleed. De nationale begrafenis van de dichter, een openbare manifestatie die verboden was door de nieuwe militaire machthebbers van generaal Pinochet, groeide door de plotselinge verschijning van duizenden in de Chileense straten uit tot de eerste publieke protestmanifestatie tegen de nieuwe militaire dictatuur.

Na zijn dood werden Neruda’s huizen in Santiago (La Chascona), Valparaíso (La Sebastiana) en Isla Negra opengesteld voor bezoekers. Zijn kunstwerken en bezittingen zijn er tentoongesteld.

Bron: Wikipedia

Wees waarachtig

Wie in het leven iets wil gerealiseerd krijgen dat de moeite loont, mag daarbij zijn ziel niet verkopen. Doe iets, omdat je niet anders kunt, omdat dat je in leven houdt, zoals eten en drinken, slapen en vrijen. Meer redenen dan die ene heb je niet nodig!

Je hoeft niets te bewijzen, geen uitleg te geven, geen rekening te houden met wat anderen al dan niet hierover denken, geen aandacht verlangen, niet naar een zogenaamd hoger doel streven, niet naar goed of slecht, niet naar perfectie, neen, zelfs niet naar juistheid of schoonheid. Doe wat je moet doen omdat dat het enige is wat je wilt doen.

En dat is wat Charles Bukowski ons in dit gedicht ook aanraadt en waar ik er van overtuigd bent dat het de enige manier is om waarachtige voldoening te beleven aan wat je creëert. Doe het in de eerste en de ook meteen in de laatste plaats voor jezelf.

Wil je waardering van anderen, dan is de enige manier om die te bekomen, daar absoluut geen rekening mee te willen houden. Dan pas ben je echt bekwaam om iets unieks te realiseren. Wees waarachtig, en anders “don’t do it”!

Jouw leven was jouw leven

https://www.youtube.com/watch?v=DaLQ1zGMhe8&feature=share&fbclid=IwAR1i_vAU7Jd9LyBYkZCIBKAWx9_ohA9JUMkJ-m-80EYV8UtvfCLWvtjZUwI

“Jouw leven is jouw leven.” Inderdaad zeg dat wel, maar het is niet altijd om over te stoefen geweest, integendeel…

Zoals nu bijvoorbeeld, de laatste fase waarvan ik dacht dat het eindelijk wat gemakkelijker en onbezorgder zou gaan.

Maar niet zo, want je hebt dan eens een schoon cadeau gekregen en dan mag en kan je daar weer niet volop van genieten, door die onzichtbare vijand.

En dat mag stilaan gaan stoppen dat hele circus, waarvan sommige beweren dat die molen nog jaren zal doordraaien. Wel, dan spring ik eraf, zelfs met het risico van slecht terecht te komen.

Want ik heb het gehad met aanpassen aan deze hele onzinnige toestand. Een mens kan zich niet beschermen tegen een onzichtbare vijand, en al zeker niet door angstig en onnatuurlijk rond te lopen.

Ik wil die laatste tien jaar die ik misschien nog te leven heb als een waardige finale uitlopen en aan de eindstreep kunnen zeggen: “Het is toch goed geweest zo. Jouw leven was jouw leven!”

BOEK: De weg van de meeste weerstand

Waarom de lockdown een foute reactie is: ‘Voor de overheid is het heel prettig om samenkomen te verbieden’

LIONEL SHRIVER «Geen enkele stad kan functioneren met twee meter tussen de mensen. Premier Boris Johnson vertelde pas dat mensen weer naar hun werk kunnen gaan, maar niet met het openbaar vervoer: ronduit belachelijk.»

HUMO Want je zit de hele dag vast in het verkeer?

SHRIVER «Nou, hij adviseerde om met de fiets te gaan. De fiets! In Londen! Ik fiets al jaren overal naartoe en ik weet dat Londen een hél is. Deze stad is niet gebouwd om er te fietsen. Elke dag nemen vijf miljoen Londenaren de metro. Die hébben niet eens allemaal een fiets.»

HUMO U geldt in Engeland als één van de vooraanstaande critici van de lockdown. Wat is er volgens u mis mee?

SHRIVER «Een lockdown is geen verstandige reactie op een besmettelijke ziekte. Vanaf het begin was het vrij duidelijk voor welke mensen het virus een gevaar was. Het was volstrekt logisch geweest om ons optimaal in te spannen om oudere, kwetsbare mensen fatsoenlijk te beschermen. Dat is niet gebeurd. Nee, we sluiten iedereen op, inclusief alle jonge, gezonde mensen. Daar klopt iets niet.»

HUMO Bagatelliseert u het coronavirus nu niet?

SHRIVER «Het virus kan een behoorlijk vervelende ziekte veroorzaken. Als het eenmaal een bevolking bereikt, heeft dat onvermijdelijk de dood tot gevolg voor een aantal mensen. Naar het zich laat aanzien, is dit coronavirus wel erger dan enkele van de ergste griepvirussen, maar niet héél veel erger. Toch bereiden we ons nog altijd voor op het zwartste scenario.»

HUMO Vindt u een lockdown geen teken van zorgzaamheid?

SHRIVER «Het is juist zorgzaam om mensen gerust te stellen en controle over hun eigen leven te gunnen. Wie een lockdown in stand houdt, blijft angst verspreiden en dat heeft negatieve gevolgen.»

HUMO U bedoelt: dat leidt tot toenemend alcoholgebruik en depressiviteit?

SHRIVER «Ja, ook. Maar dat aspect krijgt al aandacht. Wat te veel onderbelicht blijft, is veel belangrijker: de verwoesting van de economie. Die maakt ons misschien niet zozeer ongezond of jaagt ons niet meteen de dood in, maar vernietigt wel ons leven. Bedrijven waar ondernemers hun ziel en zaligheid in hebben gelegd, gaan over de kop. Mensen die jarenlang met plezier naar hun werk gingen, verliezen hun baan: mensen die productief waren, die in hun werk een zinnige invulling van hun leven vonden, die gelukkig waren om met eerlijke arbeid zichzelf en hun gezin te onderhouden. En ineens wordt alles onderuitgehaald.»

HUMO Overheden gaven al aan dat ze bedrijven en mensen zullen compenseren voor de geleden verliezen.

SHRIVER «Zo’n beroep op de verzorgingsstaat hebben we nog nooit gedaan. In het Verenigd Koninkrijk wordt niet minder dan de hálve beroepsbevolking betaald door de overheid. En omdat de overheid zelf niets produceert, is er iets geks aan de hand: mensen die voor de overheid werken, betalen zichzelf. Dat kan niet eeuwig doorgaan. Een almaar uitdijende verzorgingsstaat met een steeds hogere werkloosheid leidt onvermijdelijk tot een verarmde samenleving.

»Ons leven draait niet alleen om overleven. Dat is niet waarvoor we een moderne beschaving hebben opgebouwd. De reden waarom we onze gezondheid willen waarborgen, is omdat we een zinvol en gelukkig leven willen leiden en omdat we onderdeel zijn van een groter geheel. Een mens is meer dan een wezen met een kloppend hart. Ik geef om mensen, niet zozeer in de hoop dat ze er morgen nog zijn, wel in de hoop dat ze mogen leven in vrijheid en voorspoed.»

HUMO Waar maakt u zich zorgen om?

SHRIVER «Het is niet de economie van één land die wordt stilgelegd, om te zien of die daarna terug tot leven kan worden gewekt met een hoop investeringen en leningen van de overheid. Nee, we doen het met álle landen tegelijk. Dit is het omvangrijkste én meest beangstigende experiment dat we ooit hebben meegemaakt.»

HUMO Maakt u zich zorgen om uw situatie en toekomst?

SHRIVER «Oók, ja. Ik ben 63. Ik heb nog pakweg achttien jaar te gaan. Ik wil niet dat het waardeloze jaren worden. Ik hoop dat mijn leven nog vol mogelijkheden en optimisme zal zijn, en ik wil meemaken dat er films van mijn boeken worden gemaakt.»

HUMO U hebt net een nieuwe roman uit.

SHRIVER «Tja, dat boek kan nu natuurlijk alle publiciteit gebruiken. Kijk, het gaat niet om mij, maar ik neem de coronacrisis persoonlijk en word er depressief van. De vooruitzichten worden er niet beter op, niet voor mij en niet voor veel anderen.»

HUMO Dus verkiest u de economie boven de gezondheid van ouderen en zwakkeren?

SHRIVER «Alsof onze economie en onze gezondheid losstaan van elkaar! Hoe zorgen we voor de ouderen? Dat doen we als samenleving, met een overheid die daar geld van alle belastingbetalers in steekt, met speciaal opgeleide mensen die hun talenten en tijd inzetten om anderen te verzorgen. Dat is toch óók economie? Helaas is ‘economie’ behoorlijk abstract. Mensen horen dat woord en denken aan rijke directeurs en beleggers. Ze denken niet aan hun werk of hun pensioen.

»De economie is allesbehalve abstract. Het gaat over al die oneindige details en onbenulligheden, over allerlei ongeschreven regels en protocollen tussen eindeloos veel mensen uit alle windstreken, die het mogelijk maken dat we in welvarende, dichtbevolkte steden wonen, waar we kunnen eten wat ver weg is verbouwd zonder erover te hoeven nadenken. Het is dankzij een economie dat we elkaar niet afmaken, want zo basaal is het. Ik heb geen idee hoe ik zelf mijn voedsel zou moeten verbouwen. Als ik niet naar een supermarkt kan, zal ik verhongeren. En als ik lang genoeg honger heb, sla ik mijn buurman op zijn hoofd en beroof ik hem van zijn avondeten.»

HUMO Voor uw laatste roman, ‘De Mandibles’ uit 2016, moet u lang hebben nagedacht over waartoe een afbrokkelende economie kan leiden.

SHRIVER «Ja, ‘De Mandibles’ gaat over de ineenstorting van de Amerikaanse economie, verteld vanuit het perspectief van meerdere generaties van dezelfde familie. Ik heb daarvoor gekozen, net omdat economie een abstract begrip is. Ik wilde illustreren wat er in het leven van alledag kan gebeuren als de waarde van een munt daalt, je spaargeld verdampt, je je baan verliest, je niet meer in staat bent om jezelf en je gezin te onderhouden. Zoiets is gruwelijk. Het duurt even voor mijn verhaal op gang komt, want een economische ineenstorting heeft een lange aanloop. Tot een kool opeens 38 dollar kost.»

HUMO Met politie in elke rij in de supermarkt om de orde te bewaren.

SHRIVER «Ja, en een run op wc-papier, totdat je het nergens meer kunt krijgen…»

HUMO Wat hebt u toen geleerd van uw gedachte-experiment?

SHRIVER «Omdat ik zo heb nagedacht over de gevolgen van economisch verval, denk ik dat ik een beter inzicht heb in wat er op het spel staat. De meeste mensen besteden geen aandacht aan de betekenis van overheidsleningen – en dat begrijp ik goed – maar ik vertel je: ze kunnen je leven ruïneren. In de krant lees je terloops over de onafwendbare inflatie, maar daar is niets terloops aan! Als die een zekere grens overschrijdt, kan de situatie volledig uit de hand lopen. Maar we kunnen ze niet onder controle houden, omdat we de rente al jaren niet kunnen verhogen: de schulden zijn te hoog. We zijn in een hoek gedreven: niets of niemand kán de inflatie nog in bedwang houden. Dan heb je geen normaal functionerende samenleving meer. (Wrang lachje) Maar ja, dat hebben we nu natuurlijk ook niet, als iedereen thuis moet blijven…»

‘Sommigen zoeken de antwoorden in de wetenschap, maar ‘de wetenschap’ bestaat niet. Anderen hopen op ‘de politiek’, maar die mensen hebben geen idéé wat ze moeten doen, en willen vooral niet het verkeerde doen.’

GRIEZELIG HANDGEKLAP

Lionel Shriver geeft graag vorm aan haar leven met drastische, eigenzinnige beslissingen. Ze is geboren als Margaret Ann, maar voelde zich altijd jongensachtig en toen ze 15 jaar was, veranderde ze haar naam in Lionel. Als twintiger trok ze weg uit Amerika om op allerlei plekken in de wereld te gaan wonen: in Nairobi, Bangkok, Tel Aviv en Belfast, en nu al geruime tijd in Londen. Vrijwel elke zomer gaat ze terug naar New York, de enige plek in de Verenigde Staten waar ze gehecht aan is geraakt.

Daar was ze ook in 2001, toen twee vliegtuigen zich in de WTC-torens boorden. Mensen hielpen en steunden elkaar toen om een ongekende crisis te boven te komen. Nu het nieuwe coronavirus heeft toegeslagen, denkt ze er vaak aan terug.

HUMO Ziet u verschillen of vooral overeenkomsten?

SHRIVER «Het valt niet te vergelijken. Van 9/11 is me de samenhorigheid bijgebleven. Er was een gedeeld gevoel: we zaten allemaal in hetzelfde schuitje. Mensen die je normaal gesproken niet zou opmerken op straat, bestonden ineens. Ze waren niet langer passanten die je straal voorbijloopt: ze waren mens geworden. Er was een sterk bewustzijn dat we samen in een unieke tijd in een unieke stad leefden, dat we hetzelfde meemaakten en voelden.»

HUMO Je zou denken dat het coronavirus hetzelfde doet met een land.

SHRIVER «Precies, maar het tegendeel is het geval. Ik merk vijandigheid op straat. Het is bevreemdend om te zien hoe krampachtig mensen om elkaar heen lopen en zelfs oogcontact mijden. Iedereen eist zijn persoonlijke ruimte op en sommigen zijn er heel militant in. Ons wordt nu aangeleerd om andere mensen te zien als een bedreiging. Iedereen is nu potentieel een wandelend coronavirus.

»Het vooruitzicht dat deze social distancing nog maanden duurt, of zelfs jaren, vind ik ontzettend deprimerend. Het is letterlijk antisociaal en vernietigt elk gevoel van samenhorigheid: het is ieder voor zich. Je beschermt jezelf en je familie, alle anderen zijn vijanden… Ik vind dat afschuwelijk.»

HUMO Zo houden we wel het virus in bedwang.

SHRIVER «Nou, het is ondertussen bevestigd dat die social distancing amper een epidemiologisch effect heeft. Vooral mensen in ziekenhuizen en verzorgingstehuizen raken besmet, net als de mensen die er werken en hun huisgenoten. Die besmetting is voornamelijk het gevolg van voortdurend nauw contact met iemand die het virus draagt, en daar is geen sprake van als je boodschappen doet. Maar toch moeten we keurig in eindeloze rijen achter de lijn wachten aan de kassa, volgen we braaf de pijlen op de vloer, en word je aangekeken als landverrader als je iets te lang twijfelt over welke pot pastasaus je in je winkelmandje wilt stoppen. Het is een absurd theater.»

HUMO Ziet u niet ook een opleving van solidariteit: we doen boodschappen voor oudere buren en maken stoeptekeningen voor opa en oma?

SHRIVER «In Londen zie ik dat niet gebeuren, maar zoiets is natuurlijk mooi.»

HUMO En we spreken eindelijk waardering uit voor mensen die in de zorg werken.

SHRIVER «O, u hebt het over clap for care! Elke donderdagavond moeten we in het Verenigd Koninkrijk om 8 uur applaudisseren voor het zorgpersoneel. De eerste keer had het een gevoel van spontaniteit en oprechte betrokkenheid, maar nu? Nee, sorry, ik ben er geen fan van.»

HUMO Bent u het zorgpersoneel dan niet dankbaar?

SHRIVER «Ik ben niet ondankbaar, maar er is iets griezeligs aan. Het doet me denken aan Noord-Korea: al die mensen die op commando met een stralend gezicht overijverig klappen (zet grote, blije ogen op en klapt overdreven in haar handen). Het is een wekelijks corvee geworden, een gedwongen buiging naar de engelen van de gezondheidszorg.»

HUMO En wie niet meedoet?

SHRIVER «O wee! De kuddementaliteit is hier zo erg dat mensen je aangeven of publiekelijk beschimpen als je je niet aan de regels houdt. Dat is geen nationale eenheid meer, maar massaal conformisme. Elk tegengeluid wordt bespot en in de media grotendeels genegeerd. Journalisten zijn een spreekbuis van de overheid geworden, hier in Engeland toch. Het is eng om te zien hoezeer ze de dictaten van de overheid klakkeloos overnemen en doorgeven: krant en televisie brengen exact dezelfde propaganda.»

HUMO Misschien zijn journalisten huiverig om desinformatie te verspreiden.

SHRIVER «Juist als de wereld zo ingrijpend verandert als nu, moeten we elkaar scherp houden en zelfstandig nadenken. Als er zo duidelijk sprake is van conformisme, met maar weinig kritische vragen, dan word ik vanzelf wantrouwig. Zelfs als de andersdenkenden het verkeerd blijken te hebben, moet je ze alsnog aanhoren.»

‘Er is nu een precedent gecreëerd voor wat de overheid en de politie zich mogen veroorloven. Voor een overheid is het natuurlijk heel prettig om het recht op samenkomen af te nemen, want hoe kun je dan nog protesteren?’ 

VERWOESTE ECONOMIE

Lionel Shriver had al een handvol romans op haar naam, zonder bijster veel succes, toen ze in 2003 doorbrak. ‘We Need to Talk About Kevin’ werd bekroond en verfilmd. Het relaas van een moeder wier zoon een bloedbad aanrichtte op school, sloot naadloos aan bij haar genre: beklemmende verhalen met hoofdpersonages voor wie de lezer met moeite sympathie kan opbrengen.

Shriver snijdt graag ongemakkelijke thema’s aan. In ‘Big Brother’ ging het over vetzucht, in ‘De wereld na zijn verjaardag’ over echtelijke ontrouw, en in haar nieuwste, ‘De weg van de meeste weerstand’, heeft ze het over de obsessie om fit te blijven. Een recensent schreef eens dat ze ‘messcherpe satire’ bedrijft en ‘de ironie van de tijdgeest’ weet te vangen. Steeds vaker roert ze zich in het publieke debat. Toen ze een column kreeg in The Spectator, een gerespecteerd conservatief weekblad waarvan Boris Johnson ooit hoofdredacteur was, werd ze geprezen om haar vrije, onafhankelijke geest en haar elegante stijl.

HUMO De experts waarop onze democratisch gekozen regeringen leunen, zeggen dat de lockdown een noodzakelijke maatregel is. U schrijft romans en columns. Op welke basis trekt u hun wetenschappelijk gefundeerde oordeel in twijfel?

SHRIVER «Om zelf tot een wetenschappelijk gefundeerd oordeel te komen lees ik over de ideeën en theorieën van epidemiologen die er meer van weten dan ik. En wat blijkt? Er bestaan in dat vakgebied uiteenlopende opvattingen. Een aanzienlijke groep gereputeerde epidemiologen meent dat de lockdown onnodig en destructief is. Een virus heeft een eigen leven, zo luidt een theorie, en trekt volgens een klassieke boog door een samenleving: daar valt weinig aan te doen. Voor zover we kunnen zien, lijkt dat het geval bij het nieuwe coronavirus.»

HUMO Dat u geen diploma in de epidemiologie hebt, ziet u niet als een bezwaar om een mening te formuleren?

SHRIVER «Uiteraard is dat geen bezwaar. Er is ontzettend veel informatie beschikbaar, maar je moet er wel naar zoeken.»

HUMO U bent sceptisch over de lockdown. Waarin bent u dan anders dan de mensen die sceptisch zijn over vaccinaties?

SHRIVER (verbaasd) «Ik zie geen enkel verband. Ik baseer mijn mening op de wetenschap.»

HUMO De mensen die vaccinaties afwijzen, zullen dat ook zeggen.

SHRIVER «Luister, dat is echt onzinnig. De wetenschap heeft aangetoond dat vaccinaties doeltreffend en veilig zijn, en de argumenten van de anti’s zijn al lang onderuitgehaald. Deze lockdown is daar niet mee te vergelijken. Nog nooit heeft de wereld op een besmettelijke ziekte gereageerd door zowat de hele economie stil te leggen. Dan kan er toch geen wetenschappelijk bewijs zijn dat zo’n lockdown werkt, of wel? We hébben geen ervaringen uit het verleden – met cijfers en statistieken – om te beweren dat deze reactie de juiste is. Niemand maakt mij wijs dat een lockdown een wetenschappelijk onderbouwde reactie op het virus is.»

HUMO Maar dit coronavirus is ongezien.

SHRIVER «Néé, niet het virus is ongezien, wel onze reactie erop. Er zijn meer dan genoeg vergelijkbare virussen geweest, inclusief SARS. Deze lockdown is werkelijk uniek.»

HUMO Denkt u dat onze politieke leiders maar wat doen?

SHRIVER «Ik vrees het. Iedereen lijkt te hunkeren naar een vaderfiguur, iemand die weet hoe het zit en wat er moet gebeuren. Sommigen zoeken de antwoorden in ‘de wetenschap’, maar ‘de wetenschap’ bestaat niet: het zijn gewoon een aantal geleerden die onderzoek doen en met verschillende inzichten komen aandraven. Anderen hopen op ‘de politiek’, maar daar zitten mensen die geen idéé hebben wat ze moeten doen, en die vooral niet het verkeerde willen doen. Dat is verontrustend, maar het is niet anders.»

HUMO Hoe komt u erbij dat politici geen idee hebben hoe ze met het virus moeten omgaan?

SHRIVER «Begin dit jaar deden de meesten het nog af als onbeduidend. Ze vonden het niet nodig om hun land of de gezondheidszorg erop voor te bereiden. Bijna van de ene op de andere dag sloeg dat om. Waarom? Overcompensatie. Omdat ze het eerst grandioos hadden onderschat. Er was géén planning, dus de beleidsmakers begonnen te flippen. Dat bleek erg besmettelijk: de ene regeringsleider na de andere gooide het land op slot, ogenschijnlijk zonder enig benul van de immense consequenties. Het is alsof ze een mug wilden doden met een kanon.»

HUMO Sommigen zeggen dat de staat macht naar zich toe wil trekken.

SHRIVER «Ja, er zullen vast regeringen zijn die er genoegen in scheppen om burgerrechten overboord te gooien, maar ik heb niet zulke paranoïde gedachten. Veruit de meeste ambtenaren en beleidsmakers zijn welwillende mensen die onbewust het belang van hun werk opkrikken door met de beste bedoelingen steeds nieuwe regels te bedenken. Ze willen graag íéts doen. En ze willen zeker niet verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van burgers. Maar laten we wel wezen: ze lijden aan een vorm van bijziendheid, want ze zijn verantwoordelijk voor de totale verwoesting van de economie.»

HUMO En nu nemen ze fundamentele burgerrechten af, zonder dat ze al te veel weerwerk krijgen.

SHRIVER «Zo blijkt weer hoe makkelijk het is om een volk te intimideren en te manipuleren. In naam van de veiligheid zijn we bereid vrijheden op te offeren, zelfs het recht om je huis te verlaten of bezoek te ontvangen. Bangmakerij is een standaardtechniek: autoritaire leiders wijzen graag op dreigende gevaren van buitenaf. Nu, in West-Europa zijn de intenties ongetwijfeld redelijk onschuldig, maar als een staat structureel autoritairder is geworden – ook als dat zonder kwade bedoelingen is gebeurd – kan het ontsporen.»

HUMO Wat bedoelt u daarmee?

SHRIVER «De Britse politie heeft al boetes uitgedeeld aan mensen die in hun eentje midden in een groot grasveld aan het zonnebaden waren. In New York werd een vrouw tegen de vloer gewerkt door meerdere politieagenten tegelijk op een perron van de metro, omdat ze geen mondkapje droeg. Maken zulke mensen de samenleving werkelijk onveiliger? Ik dacht het niet. Het draait om de eis tot absolute gehoorzaamheid.»

HUMO Is dat dan het begin van tirannie?

SHRIVER «Een tirannie kan onbewust ontstaan. Je krijgt intimidatie, mensen worden bang, ze geven elkaar aan. Je kunt maar beter gehoorzamen en afstand houden, of anders… krijg je een boete, dan maken we de lockdown nog wat strikter. Er is nu een precedent gecreëerd voor wat de overheid en de politie zich mogen veroorloven in een ogenschijnlijk nog altijd moderne democratie. Dat is beangstigend, zowel voor de economie als voor onze burgerrechten en vrijheden.»

HUMO Als je vrijheden eenmaal weggeeft, is het moeilijk om ze terug te krijgen?

SHRIVER «Precies. Zelfs je recht om buiten over de stoep te lopen is nu voorwaardelijk, iets wat ze je elk moment kunnen afnemen. Dat geldt ook voor het recht op samenkomen met andere mensen. Voor een overheid is het natuurlijk heel prettig om dat af te nemen, want hoe kun je dan nog protesteren? Er was onlangs een demonstratie in Hyde Park in Londen en sommigen werden gearresteerd. Dat is toch niet zoals het hoort?»

               SORRY, FOUTJE!

Na ons gesprek stuurt Shriver een haast verontschuldigende e-mail: ‘Omdat ik zo geïsoleerd leef, heb ik bij contact met een real other person de neiging verbaal te exploderen.’ Maar er zal nog één en ander nasmeulen, zegt ze. Ze bereidt zich voor op een lange strijd. ‘Eén van de grote vergissingen die veel mensen maken, is te denken dat alles voorbij zal zijn als de lockdown wordt opgeheven. Volgens mij is de lockdown pas het begin. Het zal voor overheden belangrijk zijn dat die ook achteraf gerechtvaardigd zal zijn. Dus hebben ze alle belang bij een overdrijving van het gevaar.’

HUMO Waar zal dat volgens u toe leiden?

SHRIVER «Er komt een moment dat we op deze periode zullen terugkijken en ons zullen afvragen of het werkelijk zo’n vreselijk virus was. We zullen het aantal coronadoden in een historische context plaatsen en het afwegen tegen andere doodsoorzaken. Dan zal het ons opvallen dat in 2018 anderhalf miljoen mensen stierven aan tuberculose: een getal waar we met corona zeker onder zullen blijven en waar niemand zich toen echt druk om maakte.»

HUMO Zonder een grootschalige lockdown was het aantal coronadoden misschien veel hoger geweest.

SHRIVER «Misschien. Maar als je kijkt naar de cijfers uit verschillende landen, volgt het verloop een vergelijkbaar patroon, ongeacht het beleid. Er is absoluut geen statistische correlatie tussen hoe strikt de lockdown was en de mate van besmettingen. Als we vervolgens die cijfers afwegen tegen de economische gevolgen van de maatregelen, zullen we zelf conclusies moeten trekken. De overheid zal dat niet voor ons doen. Geen enkele beleidsmaker zal zeggen: ‘Oeps, dat was waarschijnlijk een foute inschatting van ons. Sorry!’ De vernietiging zal zo immens zijn dat niemand bereid is daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen. Het wordt dus heel moeilijk om de waarheid boven tafel te krijgen. Dat zullen wij, gewone burgers, moeten doen, want er is nog lang geen einde aan de propaganda in zicht.»

HUMO Als de reactie op het virus overtrokken was, zoals u stelt, wanneer krijgt u dan gelijk?

SHRIVER «Dat zal nog járen duren. Maar ik heb geduld. Het is frustrerend dat mijn mening geen enkel verschil maakt: dat hoort bij de frustraties van de journalistiek. Ik geloof niet dat mijn columns het overheidsbeleid zullen veranderen. Als commentator sta je langs de zijlijn.»

HUMO En als u ongelijk krijgt?

SHRIVER «Ik zou het heerlijk vinden! Het zou fantastisch zijn als achteraf blijkt dat hooguit een paar ongezonde bedrijfjes zijn gesneuveld en dat er snel een golf van nieuwe creativiteit en ondernemingszin kwam die mensen aan het werk zet, hun leven weer kleur geeft en de zon doet schijnen. Maar kijk om u heen. De halve winkelstraat is dicht, de werkloosheid schiet omhoog. Gelooft ú het?»

BOEK: ‘De weg van de meeste weerstand’ van Lionel Shriver verschijnt op 4 juni bij Atlas Contact.

BOEK: Tuinieren voor de geest

Waarom tuinieren goed is voor de ziel

Met je blote handen in de tuin wroeten, doet verrassend goed. We worden er gezonder en blijer van. Het helpt ons ook nog eens op verrassende manieren enkele stapjes dichter naar een betere en mooiere wereld.

 Celine Poppe

 

Ik woon in een straat die Tuinwijk heet. Dat vind ik best een prettig klinkend adres. Het is een sociale woonwijk uit de jaren 60, rijhuizen met een voor- en achtertuin en voetpaadjes tussen de tuinen in, wellicht zo ontworpen vanuit het idee dat groen heilzaam is voor de leefkwaliteit. Maar de jongste jaren verdwijnen almaar meer voortuintjes onder grind of grijze beton­tegels. Omdat de eigenaars oudere mensen zijn die de zorg voor hun tuin niet meer aankunnen, of gewoon opzien tegen het onderhoud, of hun voortuin als parkeerplaats willen gebruiken. Dat is hun volste recht, maar de straat wordt er niet kleur­rijker op en doet haar naam steeds minder eer aan.

Bovendien hadden de architecten van tuinwijken zoals die waar ik woon gelijk: groen, tuinen en tuinieren zijn goed voor ons, niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Daarover schreef de Britse psychiater en psychotherapeut Sue Stuart-Smith een bevlogen boek, Tuinieren voor de geest. Haar theorie komt, heel kort door de bocht, hierop neer: een tuin is een beschermde plek waar je je eigen gedachten kunt horen, en doordat je kunt opgaan in het werken met je handen, ontstaat de innerlijke ruimte om je emoties te ordenen. Dat verbetert je stemming en vermindert je stress.

Stuart-Smith raakte geïnteresseerd in therapeutisch tuinieren door haar opa, een zwaar getraumatiseerde veteraan uit de Eerste Wereldoorlog die zijn mentale evenwicht terugvond dankzij een opleiding tot hovenier. Zelfs aan het westelijk front waren er moes- en bloementuintjes. Soldaten hadden nood aan een stukje beschaving en gebruikten hun bajonet als tuingereedschap. Zaaien is bij uitstek een gebaar van hoop voor de toekomst, en hoop was broodnodig op een plek waar je leven elk moment voorbij kon zijn.

Zaaien is bij uitstek een gebaar van hoop voor de toekomst

Tuintherapie bewijst zijn nut bij mensen die lijden aan een depressie, of die te kampen hebben met een verslaving of posttraumatische stress, en het helpt ook gedetineerden een gevoel van eigenwaarde terug te vinden. Zorgen voor iets geeft positieve vibes, en het is ook handig dat een ­relatie opbouwen met een plant minder lastig is dan met een mens: ze zijn weinig van zeggen en spreken ook niet tegen. Als een plant dankzij jouw zorgen prachtig in bloei staat of een mooie oogst oplevert, is dat iets om trots op te zijn, het geeft een boost aan je zelfvertrouwen. Dat helpt om opnieuw de stap te kunnen zetten naar andere mensen. Stuart-Smith geeft daar tal­loze voorbeelden van.

Geestelijke energie

Liefde voor tuinen is oeroud en universeel. Ze voldoen aan onze behoefte aan veiligheid, geborgenheid en vrijheid. Dat is evolutionair bepaald: onze hersenen zijn ­geëvolueerd in de natuur, want we hebben 350.000 generaties lang in de nabijheid van de natuur geleefd. We wonen pas sinds pakweg zes generaties in steden en daar zijn onze hersenen eigenlijk slecht voor toegerust. Het lawaai, de drukte, steen, glas en beton vormen een zware belasting voor ons brein. In steden lijdt twintig procent meer mensen aan angsten en veertig procent meer aan depressies dan op het platteland. Nochtans hebben we niet heel veel tijd in de natuur nodig om nieuwe geestelijke energie op te doen en ons concentratievermogen op te krikken: na enkele minuten al dalen onze hartslag en bloeddruk, na twintig à dertig minuten daalt het stress­hormoon cortisol. Groene steden zijn ­betere steden, dat idee wint veld.

Voedselwoestijn

In sommige steden groeit dat idee van onderuit. In het oude Engelse industriestadje Todmorden, dat door de implosie van de textielindustrie geplaagd werd door werkloosheid, leegstand en verloedering, begonnen vrijwilligers op allerlei plekken kruiden, groenten en fruit te zaaien – vrij te plukken door iedereen. Een radicaal experiment dat verstrekkende gevolgen had: door samen te tuinieren groeide de verbondenheid in het stadje van 15.000 inwoners, er was minder eenzaamheid, asociaal gedrag en vandalisme, er ontstond een bloeiende markt en er kwamen meer cafés en restaurantjes.

Als een plant dankzij jouw zorgen prachtig in bloei staat of een mooie oogst oplevert, is dat iets om trots op te zijn, het geeft een boost aan je zelfvertrouwen

Incredible Edible, zoals het project heet, vindt internationaal navolging. Tuinieren kan dus een maatschappelijke beweging zijn. Kunstenaar en tuinactivist Ron Finley beschouwt zichzelf als een ‘gangsta gardener’. Hij woont in South Central Los Angeles, een zwarte achterstandswijk en een van de grootste voedselwoestijnen van de Verenigde Staten. Fastfood en drank zijn er overal te krijgen, vers voedsel is er amper te vinden. Er zijn straatbendes en schietpartijen, maar obesitas maakt de meeste slachtoffers volgens Finley. Hij raakte de toestand zo beu dat hij op een braakliggende strook land naast zijn huis groenten begon te verbouwen en de oogst deelde. Toen hij van de gemeente het bevel kreeg de grond te ontruimen, startte hij een petitie. Met succes. De LA Times schreef erover, de gemeente ging overstag. Finley leidt nu een project dat mensen helpt om op braakliggende gronden aan stadslandbouw te doen. Want je eigen verse groenten ver­bouwen is een recht.

Uurwerk

Wat tuintherapieën en stadslandbouwprojecten gemeen hebben, is dat ze duurzaam werken. Het is een manier om beschadigde mensen weer aansluiting te laten vinden bij de wereld, maar ook om ons verloren contact met de natuur te herstellen. Duurzaam tuinieren is een kwestie van respect, een samenspel van geven en nemen, je geeft zorg en aandacht en krijgt een geschenk terug van de natuur. Als dat respect er niet is en we enkel uit zijn op exploitatie, loopt het vroeg of laat mis.

Il faut cultiver notre jardin’, luidt de slotzin van Voltaires Candide. Voltaire, zelf een gepassioneerd tuinier, schreef dit boek na de aardbeving die Lissabon van de kaart veegde in 1755. De beving schudde een heel wereldbeeld door elkaar: het achttiende-eeuwse idee van het universum als een soepel lopend uurwerk. Candide was een satire op het blinde optimisme dat daaruit voortvloeide. Machines zitten in het hart van ons westerse denken. Vandaag beschouwen we onze hersenen ook vaak als een soort computer. De benarde toestand van onze planeet heeft met die verwarring tussen machines en de natuur te maken: we respecteren de natuur niet meer als levend systeem. Misschien is de tuin een veel betere metafoor voor het leven, stelt Stuart-Smith. Want de cellen waaruit de neurale netwerken in ons brein ontstaan, dendrieten, zijn boomachtige structuren, en bovendien beschikken we over een legertje andere cellen, de microglia, die snoeien en wieden om die netwerken gezond te houden. Het zijn de tuiniers van ons brein.

Tuinieren brengt ons in contact met de aarde, met het ontstaan van leven en hoe dat floreert, maar ook met de broosheid en vluchtigheid ervan. Wat als we elk dorp en elke stad als één grote tuinwijk zouden zien?

Tuinieren kan de wereld niet redden, maar het helpt ons op verrassende manieren een paar stapjes dichter naar een betere en mooiere omgeving, en we worden er gezonder en gelukkiger van. Het advies van Voltaire is dus zo gek nog niet: cultivons ­notre jardin.

BOEK: ‘Tuinieren voor de geest’ is verschenen bij De Bezige Bij.

Monet

De man van het goeie leven: Wim Lybaert

Wim Lybaert: ‘Waarom ben jij niet zo tof als je bij ons bent, vragen mijn kinderen dikwijls’

Zodra hij achter het stuur van zijn Columbus klimt, is tijd voor Wim Lybaert (51) niet meer dan een relatief gegeven, en een dienstregeling slechts een kladpapiertje. Weldra wordt hij geheadhunt door De Lijn, maar in afwachting mag er in zijn bus nog altijd gezongen en gepraat worden, gezwegen en geslapen – in het derde seizoen van ‘De Columbus’ onder meer door Maaike Cafmeyer en Dieter Coppens. Het startpunt blijft ongewijzigd: Lybaert nodigt iemand uit in zijn bus, en samen rijden ze naar een bestemming waar ze nooit zullen aankomen. Onderweg doen ze aan kundig lanterfanten.

HUMO – Jeroen Maris – 18.05.2020

Net nu Lybaerts ode aan het nonchalante rondkarren is teruggekeerd op Eén, kent corona geen compromissen: ook de reiziger, de vrijbuiter en de avonturier zijn gekooid.

HUMO Kun jij dat goed, Wim, thuis zijn?

WIM LYBAERT «Ja, omdat ik net als iedereen alleen maar kan bestaan als er een nest is waarop ik altijd weer kan komen aanvliegen. En neen, omdat ik een rusteloze ziel ben. Een paar jaar geleden hebben we ons huis verbouwd, en sindsdien heb ik mijn bureau in een kot in de tuin. Dat kot heb ik nódig. Ik mis die plek als ik er te lang niet heen kan. En omgekeerd: ik mis het huis, ik mis de mensen die ik graag zie, als ik weer eens te gulzig in m’n eigen wereld heb zitten te dromen.

»Die drang om me terug te trekken in mijn hoofd maakt dat ik niet de perfecte echtgenoot ben – en al zeker niet de perfecte vader. Een avond televisiekijken met mijn kinderen: ik ben daar niet goed in. Alles wat knus en vertrouwd is, wordt voor mij ook snel beklemmend. Het voelt als een voortdurende tweestrijd, ja. Ach, het is wat het is: op mijn lichaam staat een kop die af en toe met rust moet worden gelaten. Mijn huisgenoten weten intussen dat ik soms in m’n eentje in een vliegtuig moet kunnen stappen. Een klein beetje eenzaamheid, een klein beetje isolatie: dat zal ik altijd nodig hebben.»

HUMO Het is een vreemde ervaring, naar ‘De Columbus’ kijken terwijl onze wereld noodgedwongen een woonkamer en enkele winkelstraten groot is.

LYBAERT «Ja. Bij het bekijken van de afgewerkte afleveringen werd ik heel emotioneel. Omdat ik heel gelukkig ben met het resultaat – dat gebeurt niet zo vaak – én omdat het heel bevreemdend is. Het leek alsof ik zat te kijken naar een andere, zorgeloze, onbekommerde tijd. Ik werd er nostalgisch van, terwijl de opnames dateren van nog geen jaar geleden. Het is het argeloze van ‘De Columbus’ dat nu zo vreemd lijkt, de vanzelfsprekende manier waarop we reizen zonder plan, grenzen oversteken, mensen ontmoeten.»

HUMO Voel je iets bijzonders wanneer je naar de tv-figuur Wim Lybaert zit te kijken?

LYBAERT «Het klinkt gek, maar ik zie hem niet. Ik kan heel analytisch naar ‘De Columbus’ kijken, als de monteur die ik vroeger was. Dat is comfortabel: ik wéét intussen dat ik er vaak belachelijk uitzie en soms dommigheden uitkraam, maar ik erger me er niet meer aan.»

HUMO Je gaat telkens vier dagen op pad met je passagier. Maar het is televisie, en dus is er ook altijd een ploeg mee. Hoe duw je je gast richting intimiteit en kwetsbaarheid als die buiten beeld voortdurend omgeven wordt door mensen die een goed televisieprogramma proberen te maken?

LYBAERT «Het is een misverstand dat die ploeg ons op de huid zit. In de bus zijn we écht alleen: er zit nergens een cameraman of regisseur verstopt. Er zijn wel drie volgwagens, maar die houden afstand. Dankzij een gps-tracker weet de ploeg op elk moment waar ik me bevind – en dus ook: waar en wanneer ik ergens stop. Dan komen ze zo snel mogelijk aangereden, maar dan nog vallen we elkaar niet in de armen: er blijft altijd een zekere afstand. Ik zíé het ook niet meer wanneer er gefilmd wordt: ik ben écht alleen met mijn gast.»

HUMO Naar verluidt onderteken je je mails aan de ploeg van ‘De Columbus’ consequent als ‘de buschauffeur’. Dat is sympathiek.

LYBAERT «O, maar dat is veel meer dan een zelfrelativerend grapje. ‘De Columbus’ is echt een programma waar op gezwoegd en gezweet wordt. En nog het minst van al door mij: ik moet gewoon rijden en praten. Ik ben altijd doodbeschaamd als ik op café als ‘de man van ‘De Columbus” begroet word, terwijl mijn monteur (Jeroen De Jaeger), regisseur (Bart Goossens), en eindredacteur (Laurens Verbeke) erbij zijn. Want zij steken er veel meer uren in dan ik.»

HUMO Wat moet ‘De Columbus’ met mensen doen?

LYBAERT «Een tijdje geleden kreeg ik een prachtige mail van iemand bij wie lymfeklierkanker was vastgesteld. Tijdens haar chemokuur had ze alle afleveringen van ‘De Columbus’ bekeken, en ze schreef dat dat een onmisbaar houvast geweest was voor haar. (Stil) Ik heb die mail met tranen in mijn ogen gelezen.

»Ik hoop dat ‘De Columbus’ net iets meer dan fijn vermaak is. Dat mensen er winst aan overhouden, iets dat ze in hun eigen kleine leven kunnen gebruiken. Maar makkelijk is dat niet. (Denkt na) Weet je, ik ben eigenlijk jaloers op jou.»

HUMO Ik huil mezelf elke avond in slaap en eet te weinig groenten: natúúrlijk ben je jaloers op me.

LYBAERT (lacht) «Omdat jij een schrijver bent, bedoel ik. Je gaat aan de slag, en op een bepaald moment is je werk klaar, het wordt iets tastbaars. Iets dat je kunt lezen, kunt wegleggen en weer oppakken. Iets dat je kunt herlezen, ook. Ik weet dat dat in principe ook kan met een televisieprogramma, maar toch: het is zoveel vluchtiger. Ik maak iets, dat schiet voorbij, en dan is het weer uit het zicht. Dat voelt soms bevreemdend, want ik steek er wel mijn hele ziel in. Die nieuwe reeks van ‘De Columbus’ is niet gewoon het resultaat van wat ik tijdens de werkuren heb gedaan. Neen, het is een jaar van mijn leven, het is wie ik de afgelopen twaalf maanden ben geweest.

»Zonder impact zou ik geen televisie kunnen maken. Als ik zou weten dat het helemaal niets doet bij mensen, zou ik er onmiddellijk mee ophouden. De droom is altijd: de dingen een klein beetje mooier maken. Ik ben een beetje een wereldverbeteraar – maar dan zonder een moraliserend vingertje.»

HUMO Je bent meer hippie dan pastoor?

LYBAERT «Voilà. Dat is het helemaal.»

HUMO In de eerste aflevering counterde je de fascinatie van Lieven Scheire voor het heelal: ‘Zolang ze er geen côte à l’os met bearnaise, verse frietjes en mayonaise maken, ga ik niet naar de ruimte.’

LYBAERT «Dat is helemaal wie ik ben. Ik begrijp de rusteloze megalomanie van veel mensen niet, die drang om het altijd verder en verder en verder te zoeken – met als uiterste consequentie: buiten onze planeet. Dat vloekt met de verwondering die ik ervaar als ik de perfecte aardbei pluk in mijn moestuin. (Bevlogen) Je host een jaar of tachtig rond op de planeet, en als je je ogen maar een béétje openhoudt, word je voortdurend omvergelopen door schoonheid. Prachtig, toch?»

ALLEMAAL TJOOLDERS

HUMO Wie meereist met ‘De Columbus’ slaapt op een paar centimeter van je.

LYBAERT «Dat wilden we absoluut zo. Samen slapen is het intiemste dat je kunt doen. Samen wakker worden, vooral: nergens ben je meer jezelf dan in dat mistige grensgebied tussen je laatste droom en de nieuwe dag. Ik merk het telkens weer: op de eerste dag van een reis tasten de gast en ik elkaar wat af. Maar zodra we op de tweede dag samen wakker worden, vallen alle reserves weg.

»Wat vind jij de sterkte van ‘De Columbus’?»

HUMO Dat je je gasten niet lastigvalt met steile ambities. Ze hebben niet het gevoel dat ze hun ziel op tafel móéten leggen.

LYBAERT «Mensen als Eric Goens, Luc Haekens en Arnout Hauben zijn rasinterviewers. Met Luc en Arnout heb ik nog gewerkt, en dan dacht ik in de montagecel vaak: ‘Straf dat je dát durft te vragen.’ Zelf ben ik geen interviewer. Er zit een diepgewortelde schroom in mij, een reserve tegenover het ongegeneerde pieren naar het gevoeligste stukje van iemand. Ik kan dat niet. Maar wat ik wel kan: het mensen comfortabel maken. En vaak komen ze dan zélf met hun verhalen.
»Het helpt ook dat ik veel van mezelf laat zien. En dat we onszelf vier dagen lang wegknippen uit de werkelijkheid. Aanzien, decorum, hiërarchie: het valt allemaal weg zodra mensen in die bus stappen.»

HUMO Was ‘De Columbus’ aanvankelijk geen opgave voor je? Je bent toch niet zo’n vlotte boy die met een onbekende in een bus stapt, het avontuur tegemoet?

LYBAERT «Het strookt alleszins niet met wie ik lang geweest ben: een verlegen jongetje, iemand die stil is wanneer de grote mensen praten, en anderen vooral niet wilt lastigvallen met zichzelf. Maar gaandeweg heb ik geleerd dat dat een onproductief perspectief is. Ik legde de aandacht altijd bij mezelf: wat heb ik te vertellen, wat heb ik iemand anders te bieden? En mijn antwoord was uiteraard altijd: ‘Niets, toch?’ Intussen weet ik dat je omgekeerd moet redeneren. Je moet je aandacht op de andere richten: ‘Tiens, die mens lijkt me boeiend, of slim, of in staat om mij rijker te maken. Laat ik maar eens kennismaken.’»

HUMO Dit seizoen was ook Tom Van Dyck te gast in ‘De Columbus’. De moeilijkste rol om te spelen, zegt die, is jezelf.

LYBAERT «En dat zegt hij als acteur, maar het geldt voor iedereen. Het moeilijkste is: jezelf zijn. We kiezen snel voor de vermomming. Omdat we niet content zijn met onszelf, omdat we bang zijn van kwetsbaarheid, omdat we het oordeel van anderen vrezen… Dat is eigenlijk het enige dat ik mijn gasten in ‘De Columbus’ vraag: laat je zien. Wees niet bang om samen te vallen met jezelf.

»Ik heb het vlies tussen mezelf en de wereld afgepeld. Omdat het in de weg zat, ja: ik behandelde mezelf als een kasplantje dat absoluut niet gekwetst mocht worden. Nu zeg ik: fuck it. Als ik op iemand afstap en het draait verkeerd uit, dan is dat maar zo. Het is niet érg als iemand je niet moet, of als dingen niet lopen zoals je het gedroomd had.

»Het is de grootste les die ‘De Columbus’ me al heeft geleerd: we zijn allemáál wankele, kwetsbare poppetjes in het ruwe theater dat het leven is. Zodra ik dat besefte, ging er een wereld voor me open. Ken je de West-Vlaamse uitdrukking tjolen – rondlopen zonder te weten waarheen precies? Wel: we zijn allemaal tjoolders.»

HUMO Heb je enig idee waar je schroom vandaan kwam?

LYBAERT «Ik heb lang heel onhandig in het leven gestaan. In sociale relaties leek het alsof ik een blinddoek omhad: ik tastte naar mensen, maar kon ze niet zien zoals ze waren. Daardoor schatte ik voortdurend dingen verkeerd in, en toonde ik me kwetsbaar net wanneer ik dat beter niet kon doen. Ik ben een paar keer ontzettend teleurgesteld, en reageerde daarop door een pantser rond mezelf te bouwen. Ik wilde geen patatten meer krijgen van het leven. Het is een volkomen logische reflex, maar wel een verkeerde. Want als je dat muurtje niet bouwt, komt er heus wel een moment waarop je iemand ontmoet die je vertrouwen wel waard is.

»Ik ga altijd eerst op zoek naar wat me verbindt met iemand. Naar de gelijkenissen. Dat komt omdat ik een fundamentele pleaser ben. Alles aan mij schreeuwt: ‘Vind mij leuk! Zie mij graag!’ Ik ben diegene die het altijd gezellig wilt maken. Maar de échte banden in een mensenleven, de relaties die vol en diep zijn, gaan natuurlijk over verschil. Je kunt pas echt dicht bij iemand komen als je aanvaardt dat de andere niet jouw spiegelbeeld is. Of het nu een vriendschap is, een liefde of een ouder-kindrelatie: zodra je de andere probeert te veranderen, ben je de catastrofe aan het installeren. Het is het moeilijkste in een mensenleven, verschil aanvaarden, maar tegelijk ook het boeiendste.»

DE HAANTJES

HUMO Pas na je 40ste werd je een televisiegezicht. Zie je jezelf als een laatbloeier?

LYBAERT «Toen ik wist wat ik in mijn leven wilde, was ik al bijna 30. Het waren de pioniersjaren bij Woestijnvis en ik voelde: ik wil iets vertellen dat me zelf interesseert. Maar bijna twintig jaar lang heb ik dat voor anderen gedaan, op de achtergrond, meestal in een donker montagehok. Ik vond dat een fijn bestaan, en ik dacht er toen helemaal niet aan dat ik ook zélf programma’s kon maken en met m’n kop op tv kon komen.

»Naar mijn gevoel is het allemaal op een rustige, logische manier geëvolueerd: elke stap zette ik pas wanneer het er het moment voor was. Wat wel zo is: ik ben geen tafelspringer. Bij Woestijnvis was ik plots omgeven door creatieve genieën, mensen met een heel dwingend talent. In mij kwam het nooit op dat ik ook zoiets in me had. Mensen die het ver schoppen, zijn vaak haantjes. Ze roepen: ‘Hier ben ik!’ En als ze ook nog effectief iets te vertellen hebben, ligt de wereld voor hen open. Maar ik heb dat niet. Is dat jammer? (Haalt de schouders op) Ik ben vooral blij met het parcours dat ik gelopen heb.»

HUMO De haantjes zijn niet altijd de meest aangename mensen.

LYBAERT «Neen, neen, daar heb je gelijk in. Maar ik heb nog zoveel programma’s in mijn hoofd zitten die ik wil maken, en er is maar zo weinig tijd. Ik denk dat ik nog een jaar of vijftien kan werken: nog maximaal vijftien programma’s dus. Terwijl ik er – ik overdrijf niet – nog honderd wil maken. In die zin is het dus wél een beetje jammer dat ik er zo laat aan begonnen ben.

»Maar mensen worden soms té snel voor de leeuwen gegooid. In de aflevering met Ingeborg vertelde ze hoe ze tien jaar alles gegeven had voor televisie. En plots was het gedaan, het was op. Ze zat thuis en wist niet meer wie ze was. Haar verhaal toonde goed aan hoe televisie je kan opeten.»

HUMO Je lijkt me heel goed te kunnen inschatten wat je kunt.

LYBAERT «Ja, en misschien nog meer: wat ik niet kan. Ik word weleens gevraagd voor panelshows waarin je bijdehand en grappig moet zijn. Maar dan klap ik dicht: ik zit me tien minuten het hoofd te breken over een goeie mop, en zodra ik ze heb, is het moment al lang gepasseerd. Dat doe ik dus niet meer. Want dan word ik weer dat makkelijk te intimideren jongetje van vroeger. Waarom zou ik mezelf dat aandoen?»

HUMO Is dat het comfort van ouder worden: dat je steeds beter kunt aflijnen wie je bent? En dus ook: wie je niet bent?

LYBAERT «Allicht. Maar ouder worden is toch vooral een les in bescheidenheid. Ik wil je niet ontmoedigen, maar het is niet zo dat je plots de handleiding van het leven doorgrondt. Het blijft op goed geluk proberen.
»Voor het eerst in mijn leven heb ik wel het gevoel dat ik echt iets kan. Of beter: dat ik het begin te kunnen – een beetje.»

HUMO Het valt op hoe vaak je in ‘De Columbus’ in gedachten terugkeert naar de jongensschool waar je jonge jaren zich afspeelden.

LYBAERT «Ja, en dat lijkt me logisch: als je in de meest bepalende jaren van je leven in een afgesloten wereldje leeft, en niet op de hoogte gebracht wordt van het bestaan van nog een ander geslacht, bepáált dat je. Ik ben opgegroeid in de rand van Brugge, in een heel beschermd milieu, zonder veel van de wereld te weten. Het was een idylle. Maar vervolgens brak het echte leven aan.

»Eerst trok ik naar Gent, maar daar kon ik niet aarden. Toen ik later bij Woestijnvis ging werken, was dat ook een cultuurshock. Ik was het jongetje van Brugge dat zich plots tussen de highbrow intelligentsia moest rechthouden, het twijfelende mannetje tussen de zelfzekere genieën. Althans, zo zat het in mijn hoofd. Het contrast tussen die prachtige, kleine kindertijd en de ruwe, grote wereld maakte me onzeker.»

HUMO De ironie van de gelukkige jeugd: ze maakt het moeilijk om volwassen te worden.

LYBAERT «Dat is 100 procent mijn verhaal. Ik heb altijd de drang gehad om naar buiten te gaan. Maar zodra je naar buiten gaat, krijg je weleens een patat tegen je kop. En mijn reactie was: ‘Oei. Laat ik mezelf maar beschermen.’ Ik weet nu ook waar ik de verantwoordelijkheid niet moet leggen: bij de mensen die ik ontmoette, bij de wereld die soms vijandig aanvoelde. Neen, het was mijn verantwoordelijkheid: ik had tijd nodig. Ik heb lef moeten kweken, mezelf moeten duidelijk maken dat schaamte naast contraproductief vooral heel nutteloos is. Veel mensen komen niet eens tot dat punt. Je moet daar eens bij stilstaan: hoeveel talent krijgt nooit een publiek? Hoeveel vitale, sprankelende persoonlijkheden blijven bedeesd op de achtergrond? Hoeveel mooie liefdes worden in de kiem gesmoord omdat mensen beschaamd wegkijken van hun spiegelbeeld?»

HUMO Voedt die mooie jeugd je vandaag nog?

LYBAERT «O ja. De inspiratie komt altijd weer uit die jaren. (Droomt weg) Hoe héérlijk was het toch om uit logeren te gaan bij m’n grootouders. We mochten lang opblijven, we keken op de Nederlandse televisie naar Ron Brandsteder, we kregen een cornetto, en ’s ochtends was er vers fruitsap.»

HUMO Dat is…

LYBAERT «… ‘De Columbus’, ja! Met die bus keer ik terug naar toen ik 12 was. Dat moment waarop je nog vol onschuld bent, net voor je de wereld instapt waarin je die onschuld zult kwijtraken… Het is makkelijk om daar schamper over te doen, maar gewoon even eerlijk in de spiegel kijken volstaat toch om te beseffen dat dát is wat we een leven lang zoeken: het gloedvolle en het onbekommerde van die eerste jaren? Ik heb al lang aanvaard dat het volwassen leven je verdriet en teleurstelling brengt, en dat je nooit meer terug kunt naar dat spannende gevoel net voor het allemaal begint. Maar in ruil mag ik toch wel proberen om een stukje van mijn 12-jarige zelve in leven te houden?»

HUMO Je bent een merkwaardige hybride van joie de vivre en melancholie.

LYBAERT «Zo is het. Als het gezellig is op café, bestel ik zeven keer de laatste pint – ook al moet ik vroeg op. Tegelijk ben ik een gevoelige jongen, altijd bang om verpletterd te worden. (Denkt na) Ik zou niet graag met mezelf leven. Ik denk dat ik een moeilijke mens ben. ‘Waarom ben jij nooit zo tof als je bij ons bent?’ vragen mijn kinderen als ze naar ‘De Columbus’ kijken. Dat snijdt door mijn hart, maar ik begrijp ze. Het idee van onvolmaakt te zijn, schrikt me niet meer af. Content zijn met jezelf: je moet dat dúrven.»

Gemaskerde kinderverzorgers

GEMASKERDE KINDERVERZORGERS

De Standaard: ‘Gemaskerde kinderverzorgers’, een opiniestuk van Inge Van Der Elst. Zij is psycholoog bij Moeder&Baby, PC Bethanië Zoersel – Zorg- en expertisecentrum voor moeders met psychische problemen.

Mondmaskers zullen verplicht worden in de kinderopvang, aangezien anderhalve meter afstand houden daar onmogelijk is. Voorlopig ­weten we nog niet hoe de richtlijnen voor kinderopvang er precies zullen uitzien.

Jonge kinderen zijn sociale wezens. Ze hebben volwassenen nodig die hen geruststellen als ze overstuur zijn, met hen meeleven als ze plezier maken. We weten dat jonge kinderen snel het gelaat van hun hechtings­figuren leren te lezen en daaruit info halen: zijn ze veilig? Ook voor taalontwikkeling is een expressief gelaat belangrijk. Baby’s zetten hun eerste stapjes in communicatie door hun tong uit te steken en te ­brabbelen tegen iemand die terugbrabbelt met een expressief gelaat. De eerste duizend dagen van een kinderleven zijn cruciaal, omdat de hersenontwikkeling dan nog in volle groei is. Te hoge stress maakt jonge kinderen vatbaarder voor depressies en angsten op latere leeftijd. Een veilige hechtings­relatie, die zich vooral in de eerste drie levensjaren ontwikkelt, dient als buffer om stress op te vangen.

Moeders met een postnatale ­de­pressie kunnen een afgevlakte ­ge­laatsuitdrukking hebben. We ­weten dat die een negatief effect heeft op de ontwikkeling van jonge kinderen. Baby’s raken ontregeld of kijken weg van hun moeder, wat de ontwikkeling van een veilige hechtingsrelatie bemoeilijkt (het ‘ Still Face Experiment’ geeft die impact goed weer). Een mondmasker dragen heeft een soortgelijk effect. In onze maatschappij, waar kinderen veel uren in de kinder­opvang doorbrengen, fungeren de verzorgsters ook als hechtings­figuren.

Wij hebben als afdeling een korte periode mondmaskers ingezet en uiteindelijk beslist om ze niet preventief te dragen, behalve als er symptomen zijn of redelijke aanwijzingen dat een baby besmet is. Ik heb veel respect voor mijn collega-verpleegkundigen en -kinderverzorgsters die er elke dag weer staan om moeders en baby’s te ondersteunen in deze moeilijke tijd. Ik heb ook veel respect voor alle kinderverzorgsters in de kinderopvang die tot nu toe hetzelfde gedaan hebben, met veel liefde voor de kinderen die ze opvangen.

Uiteraard moeten we voorzichtig zijn. Ik heb begrip voor alle angsten die gepaard gaan met een beroep zoals kinderverzorgster. Toch roep ik op om rekening te houden met de ontwikkelingsnoden van jonge kinderen en hun ouders. Zorg in de afweging van al die belangen dat jonge kinderen voldoende lang omringd zijn door verzorgers die geen mondmasker hoeven te dragen en die zonder angst contact met hen durven te maken.

Inge Van Der Elst

Overleven na corona

“Overleven na corona” een debat

Deze avond naar een interessant en verhelderend debat gekeken en geluisterd op televisie, over wat de gevolgen van de crisis zouden kunnen betekenen voor onze toekomst en die van de volgende generaties.

Nederland is tot stilstand gekomen. Terwijl we dagelijks updates ontvangen over de capaciteit van de intensive care-afdelingen en het aantal zieken en overledenen door het coronavirus, kwam de overige zorg, het recht, onderwijs, de cultuur, economie en het maatschappelijk leven grotendeels stil te liggen. Wat betekent de crisis voor deze sectoren? Wegen de maatregelen om het virus te bestrijden op tegen de sociaal-maatschappelijke kosten? Hoe nu verder? In de Brainwash Special: Overleven Na Corona van Human debatteren zes vertegenwoordigers van deze vitale sectoren onder leiding van Coen Verbraak over de antwoorden.

Een brede discussie met gerenommeerde kenners over de grenzen van verschillende vakgebieden heen. Hoe heeft de crisis de sprekers persoonlijk geraakt? Wat betekent de crisis voor het vakgebied en domein van de sprekers? Hoe komen we uit de crisis? Hoe willen we de samenleving vorm gaan geven? Met psychiater en filosoof Damiaan Denys, econoom Barbara Baarsma, jurist Ybo Buruma, acteur Gijs Scholten van Aschat, rector magnificus Universiteit Maastricht Rianne Letschert en wetenschapper, bestuurder en schrijver Louise O. Fresco.

https://www.human.nl/brainwash/kijk/overzicht/overleven-na-corona.html

Acteur Gijs Scholten las ook twee prachtige en veelzeggende gedichten voor, en mij inspireerde het debat ook.

Misschien

Misschien
Zijn we verleerd
Met minder controle
Te leven.

Misschien
Zijn we verleerd
Met risico
Te leven.

Misschien
Zijn we verleerd
Met falen
Te leven.

Misschien
Zijn we verleerd
Met verlies
Te leven.

Misschien
Hebben we niet geleerd
Met onze sterfelijkheid
Te leven.

Micheline Baetens-03.05.2020
(Met dank aan corona voor de inspiratie)