Gezond versus ongezond

‘Wie gezond leeft, stigmatiseert mensen die dat niet doen’

Een gezonde leefstijl is een morele norm geworden, vindt sociaal psycholoog Susanne Täuber. Ze ontdekte dat ‘goede’ mensen die aan de norm voldoen, de rokers en dikkerds buitensluiten.

Als een niet-roker longkanker krijgt, denkt iedereen ‘wat verschrikkelijk’. Als iemand die rookt ziek wordt, vinden veel mensen dat toch een beetje ‘eigen schuld, dikke bult’. Ook op mensen met overgewicht kijken we snel neer, die zijn ongedisciplineerd. En wie niet genoeg beweegt of niet de tijd neemt om zelf te koken? Gewoon luiheid, en dat terwijl obesitas de gezondheidszorg klauwen met geld kost. Geld dat we als samenleving niet kunnen spenderen aan het vernieuwen van wegen of kinderopvang.

“Dit is hoe we zijn gaan aankijken tegen gezondheid. Gezond leven is een morele norm geworden”, stelt sociaal psycholoog Susanne Täuber van de Rijksuniversiteit Groningen. Dat is volgens haar niet best. We zitten nu met een tweedeling in de maatschappij: mensen die aan de norm voldoen en mensen die ervan afwijken. In het vakblad Frontiers in Psychology publiceerde Täuber onlangs over de kwalijke gevolgen van morele normen rond leefstijl.

Ze nam vier van haar eerdere studies samen, waarin slanke, gezonde burgers werd gevraagd naar hun standpunt rondom roken, overgewicht en een ongezonde leefstijl in het algemeen. Haar bevinding? Mensen die gezond leven, zijn minder solidair met mensen die van die norm afwijken en ze stigmatiseren erop los. Intolerantie en uitsluiting van grote groepen liggen op de loer.

Hoe is gezondheid een morele norm geworden?
“De overheid probeert via campagnes burgers te overtuigen om goed te eten, genoeg te bewegen, niet te roken en weinig te drinken. Goed bedoeld, maar met een onbedoelde bijwerking. Leefstijl is een kwestie van moraliteit geworden, ten eerste door te stellen dat je zelf in de hand hebt hoe gezond je bent, alsof het een keuze is. Wijk je af van wat er van je wordt verwacht, bijvoorbeeld door dik te zijn, dan is daar geen begrip voor.”

“Wat verder meespeelt, is het hardmaken van het idee dat mensen die het gewenste gedrag niet vertonen de samenleving schaden. Bij overgewicht zie je dat heel duidelijk. Naast een artikel staat dan een foto van het ontblote lijf van iemand zonder hoofd, met een hamburger in de hand. Erboven een kop over hoeveel geld obesitas per jaar kost. Je legt direct de link: dikke mensen kosten geld en stoppen niet met hamburgers eten. We trekken de conclusie dat ze schijt hebben aan een gezonde samenleving.”
Hoe beïnvloedt die tweedeling de samenleving?

“Zulke oordelen brengen alleen maar narigheid. Uit mijn onderzoek komt naar voren dat mensen met een gezonde leefstijl bijvoorbeeld denken dat dikke mensen geen discipline hebben of niet intelligent zijn. Het leidt tot stigmatisatie. Wie voldoet aan de norm gaat negatieve eigenschappen toeschrijven aan rokers en mensen met overgewicht. Op dat moment gaat het bergafwaarts met de solidariteit. Mensen die zelf slank zijn, vinden het veelal een goed idee als dikke mensen meer moeten betalen voor hun zorgpremie. Zij zijn namelijk ‘slechte’ mensen die gestraft mogen worden.”

Brengen ongezonde mensen dan niet daadwerkelijk schade toe aan de samenleving?
“Door naast een roker te zitten, adem je de rook in, dat is natuurlijk schadelijk voor je lichaam. Maar bij roken en overgewicht gaat de politiek ook over op het geldargument: dikkerds en rokers kosten te veel zorg. Dat is een oneerlijk argument en niet terecht, omdat we allemaal allang weten dat gezondheid door allerlei factoren bepaald wordt, niet alleen je eigen gedrag. Sommige mensen hebben hun genetica niet mee, wat nooit gezegd wordt. Nog belangrijker is dat gezondheid scheef verdeeld is onder de bevolking. Hoogopgeleiden die goed verdienen zijn veel gezonder. De groep arme mensen leeft in slechtere gezondheid.”

Maken arme mensen dan slechte keuzes?
“Het is te makkelijk om te denken dat weinig bewegen en slecht eten een keus is. Hoogopgeleiden, ikzelf ook, leven in een bubbel waar iedereen ‘s ochtends havermout eet en aan yoga en meditatie doet. Bijna niemand rookt meer. Dan ga je denken ’deze leefstijl is normaal’. Mensen die anders leven zijn niet normaal.

Goedverdieners hebben relatief weinig zorgen en de mentale capaciteit om gezond te leven. Als je acht uur per dag op je knieën straten maakt en nog niet kan rondkomen, ga je dan ’s avonds nadenken over een uitgebalanceerde maaltijd?”

Moeten laagopgeleiden overtuigd worden om hun leefstijl aan te passen?
“Die groep probeert het ook, maar slaagt er niet in. Het blijkt uit focusgroepen die ik deed met ouders van schoolgaande kinderen. Ouders met een lage sociaal-economische status zeggen dat ze hun kind wél genoeg willen laten bewegen. Maar speeltuinen in de wijk zijn weggehaald of er ligt overal glas. In het bosje ernaast zitten hangjongeren. Goede ouders zijn betekent in hun geval: kinderen binnenhouden. Als je steeds wordt benaderd als ‘immoreel’, dan motiveert dat ook niet om minder te snacken of te stoppen met roken. Niemand wil een ‘slecht’ mens zijn, dan klap je dicht.”

Onze samenleving is gericht op zelfredzaam zijn. Kan dat wel als het om je gezondheid gaat?
“Moeilijk. Voor overheden zijn maatregelen om gezond voedsel goedkoper te maken, of zorgen dat suikers niet in elk product terechtkomen, relatief makkelijk door te voeren. Ook armere bevolkingsgroepen profiteren daarvan. Door te veronderstellen dat je gezondheid zelf in de hand hebt, kan je als overheid je handen ervan aftrekken. Gezond eten is nu ieders eigen verantwoordelijkheid. We verwachten van mensen dat ze etiketten lezen en de juiste producten in huis halen, ook als ze amper Nederlands spreken. Voor hoogopgeleiden is etiketten doorgronden een minder groot probleem. Laagopgeleiden hebben de overheid echter nodig voor een duwtje in de goede richting.”

Kan de stigmatisering van rokers en dikke mensen nog ongedaan worden gemaakt?
“Ja, ik denk het wel. Bijvoorbeeld door af te spreken met de media en overheid dat ze koppelingen met zorgkosten niet meer maken. Laat ziekenhuizen en overheden eerlijk zijn in hoeveel aandeel we werkelijk hebben in onze gezondheid. Ook hoogopgeleiden die niet roken krijgen kanker. Zij voelen zich vaak bedrogen: ze hebben toch altijd gezond geleefd?”

“In een nog te publiceren onderzoek laten we zien dat werknemers minder negatief denken over dikke collega’s als de organisatie de verantwoordelijkheid neemt voor de gezondheid van het personeel. We lieten twee groepen proefpersonen afkomstig uit meerdere organisaties een fictief programma lezen, bedoeld om de gezondheid op de werkvloer te bevorderen. In het ene programma stond bijvoorbeeld dat alle ongezonde voeding in de kantine vervangen wordt door gezonde opties, wat focust op een verantwoordelijkheid vanuit de organisatie. In het andere programma stond dat er posters komen in de kantine om mensen aan te moedigen gezonde voedselkeuzes te maken. Dan heb je als individuele werknemer eigen verantwoordelijkheid. Daarna kreeg iedereen een vragenlijst. Wat blijkt? Proefpersonen die het programma lazen waarin de organisatie de verantwoordelijkheid heeft, stigmatiseren en discrimineren dikke collega’s minder.”

Wat kan je zelf doen?
“Meer begrip hebben voor anderen. Het staat een dik persoon niet op z’n voorhoofd getatoeëerd hoeveel pogingen hij al deed om af te vallen. Of hoe vaak een roker al probeerde te stoppen, soms tot wanhoop aan toe. Verder weet je niet hoeveel andere zorgen iemand heeft, als het gaat om inkomen of kinderopvang. Probeer niet te oordelen.”

Momenteel woedt er een discussie of terrassen rookvrij moeten worden. Wat vindt u daarvan?
“Door sigaretten op het terras te verbieden, sluit je rokers uit van deelname aan het sociale leven. Hier staan twee waardes tegenover elkaar: burgers de kans geven gezond te leven versus een inclusieve samenleving zijn waarin iedereen mee kan doen. Die twee botsen vaker.

De uitdaging voor beleidsmakers, politiek en gemeenten is om zich bewust te worden dat nieuw beleid mogelijk uitsluiting met zich meebrengt. De eerste stap is om rokers en dikke mensen niet te beschouwen als ‘slechte’ mensen die hun best niet doen.”

Bron: EOS wetenschap

Spinoza

Om beslissingen te nemen en keuzes te kunnen maken, heb je in de eerste plaats zelfkennis nodig. Wat kan ik aan en wat niet? Wat ligt binnen mijn mogelijheden en wat niet? En eens je daaruit bent, kan je de rest onderzoeken.
Misgaan kan het dan evenwel nog altijd, maar ook daar moet je leren mee leven en rekening mee houden. Geluk en tegenslag zijn onvoorspelbaar, ook al maak je de juiste keuzes, en neem je de juiste beslissingen.
Een filosoof die hier zeer sterk in was, was Spinoza. Ik noem het de filosoof van het gezond verstand en de vrije meningsuiting

De Nederlandse filosoof Benedictus Spinoza (1632-1677) durfde zijn hoofdwerk, de Ethica, niet tijdens zijn leven te publiceren. Toen het na zijn dood uitkwam veroorzaakte het een enorme opschudding. Spinoza stelde God gelijk aan de Natuur, en dat was ongehoord. Han van Ruler vertelt over het leven en werk van Spinoza en staat stil bij zijn pleidooi voor vrijheid van meningsuiting.
Prof.dr. Han van Ruler (1963) is buitengewoon hoogleraar in de Geschiedenis van de Filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is gespecialiseerd in zestiende- en zeventiendeeeuwse filosofie en zijn proefschrift over Descartes werd bekroond met de Erasmus Prijs. Hij stond aan het hoofd van het onderzoeksprogramma From Erasmus to Spinoza en is betrokken bij de heruitgave van het verzameld werk van Descartes.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Baruch_Spinoza

Terug naar school

Toch raar dat brein van mij! Je kan zien dat het bijna terug school is, want ik heb vannacht gedroomd dat ik een balpen ging kopen van 763 euro, en dat iemand mij probeerde de studierichting Snit en Naad te laten kiezen, terwijl ik alleen maar wou schrijven.
Nu is het wel zou dat ik de richting Snit en Naad – de Familiale zoals die afdeling destijds genoemd werd – gevolgd heb, en dat was inderdaad geen vrije keuze, maar ik heb die moeten maken omdat ik heel slecht in wiskunde was. Zou ik daar nu nog altijd mee in mijn maag zitten?
Ik vond het destijds wel een minderwaardige richting, maar wel met glans doorlopen en altijd eerste van de klas. In het laatste jaar, toen de diploma’s uitgereikt werden kreeg ik er nog eens speciale prijs voor ‘Volharding’ bovenop.
De bollebozen, die zaten wel in de Middelbare afdeling, dus die konden wel rekenen, maar ik was werkelijk een dikke nul in dat vak. Ik heb er trouwens nog altijd moeite mee, en men heeft mij eens gezegd dat zoiets “dyscalculie” noemt. We zullen het dan daar maar op steken zeker?
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dyscalculie


Nog een weekje en het is weer 1 september en “terug naar school”. Ik benijd ze, want ik vond dat de spannendste tijd van het jaar, en een feestdag! Niet om de nieuwe boekentas of zo, want ik heb mijn ganse schooltijd met één boekentas gedaan, een echte ledere die regelmatig naar de schoenmaker ging om hersteld te worden, maar om de nieuwe boeken en schriften. En om de leerstof en om de leerkrachten!
Voor mij was dat de beste omgeving waarin je als kind kon vertoeven. Als je bovendien dan ook nog in een kasteel naar school mag gaan, in een groene omgeving, met een vijver en een boomgaard, is dat ideaal voor een creatieve geest.

Op school kon ik mezelf zijn, en was ik als kind geliefd. Af en toe kreeg ik zelfs een hoofdrolletje! Zoals toen ik in de kleuterklas zat en als ballerinaatje in mijn eentje een dansje mocht doen, tijdens het schoolfeest op dat grote voetbalveld.
Eeuwig dankbaar ben ik mijn schooltijd, en alles wat daarmee te maken heeft, want dat heeft voorzeker het meeste invloed gehad op wie ik uiteindelijk toch geworden ben.

Droom wild!

Droom

Ik liep vannacht – van een optocht los-
geraakt – ineens onder een hoog en luchtig
viaduct, jong, naast mij liep een grote
vrij zware jonge man. De pijlers werden bomen
en het beton werd losse grond.
En ogenblikkelijk stonden we stil, zijn mond
boog zich half open neer, ik richtte
mijn gezicht omhoog, de zekerheid
van kussen en omhelzen was er toen
ik wakker werd en is er nog altijd.

M. Vasalis

Bloemen

Als alle mensen eensklaps bloemen waren
zouden zij grote bloemen zijn met lange snorren.
Vermagerde vliegen, dode torren
zouden blijven haken in hun haren.
Tandenstokers, steelsgewijs ontsproten,
zouden zwellen tot gedraaide tafelpoten,
katoenen knoppen zouden openscheuren
tot pluche harten die naar franje geuren,

En op de bergen zouden gipsen zuilen staan
Die gipsen druiven huilen.

Op het water dreven bordkartonnen blaren,
De vlinders vielen uit elkaar tot losse vlerken
En van geur verdorden alle perken
Als alle mensen eensklaps bloemen waren.

Leo Vroman

Verschijning

Terwijl het regent tussen u en mij
is elke afstand bezig te vermind’ren.
Ieder figuur aanschouwt zijn overzij
zonder zich door de stof te laten hind’ren.
En vage sluiers nemen omtrek aan.
Een omgekeerde orde is op handen.
Ik zie uw ogen in de regen branden.
Om mijn gelaat liggen uw natte handen.
Ga niet meer heen. Of laat mij medegaan.

Gerrit Achterberg

Gedichten om de nacht mee in te gaan, vol mystiek, zoals het hoort als de avond valt. Poëzie die betekenis geeft aan onze dromen, die we wellicht anders niet zouden begrijpen.Ik heb onlangs gedroomd dat er een man in een witte overal, met zwarte ogen, en een soort hogedrukreiniger aan mijn bed stond. Moest die dienen om de chaos in mijn hoofd op te ruimen? Misschien wel, zo heb ik die droom in elk geval voor mezelf geïnterpreteerd.

Eerlijkheid

Soms heb ik het gevoel dat ik via mijn website aan het vechten ben voor mijn geluk. En misschien is dat ook wel zo.
Gisteren op de markt in Overijse, zat er bij boekhandel De Standaard een schrijfster haar boek aan te prijzen. Ze sprak mij aan, en ik heb laten vallen dat ik zelf een blog heb op internet met o.a. mijn gedichten.
Ze vroeg mij waarom ik nooit gepubliceerd heb, vermits ik al zo lang schrijf. “Daarvoor is alles te persoonlijk”, antwoordde ik, “en ik zou het gevoel hebben dat ik zijn ziel aan het verkopen ben.” Ze heeft mijn naam genoteerd en ze ging eens googlen.
Publiceren is niet mijn doel, en ook niet de reden waarom ik schrijf, maar als ik er ooit iets van verwacht, is het wel, om er gelukkiger door worden.
En een gevecht is het ook wel een beetje, een gevecht om begrip, meer liefde en verstandiger, gezonder, opener, vrijer… te leven. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor wie daar naar op zoek is.
Mekaar den duvel aandoen, daar zijn we sterk in, maar mekaar deugd doen, is blijkbaar iets wat veel te weinig opkomt in ons hoofd. Het is nochtans niet moeilijk, want iedereen heeft dezelfde behoeften, ook al beseffen de meeste de onder ons dat niet, en verliezen zij zich in namaak geluk.
De grote vereiste om echt geluk, echte liefde, echte vriendschap, echte voldoening uit het leven te halen, is EERLIJKHEID. Altijd en overal! En zeg nu zelf, hoeveel zijn er die dat durven, eerlijk en oprecht zichzelf zijn?

Mijn blog en mijn gedichten, zijn stille getuigen dat er nochtans geen heldenmoed voor nodig is, om je wereldwijd – www – te tonen zoals je bent, want ik heb tot nu toe nog geen enkele boze of kwetsende reactie gekregen. Integendeel!