Postnatale depressie
De Standaard – Veerle Beel – 31.08.2018
Mythe van de roze wolk moet nodig doorgeprikt worden
Nee, niet elke vrouw die net moeder is geworden, zweeft op een roze wolk. Je zou denken dat dit stilaan ingeburgerde kennis is. Toch worstelen nog veel pas bevallen vrouwen in hun eentje met hun angsten en verdriet.
De moeder uit Varsenare die begin deze week haar drie kinderen heeft gedood, lijdt aan een postnatale depressie. Zoals vaak na een familiedrama zeiden de buren dat ze niets hadden gemerkt. Hoe kan dat? Een vraag voor professor Titia Hompes (UPC KU Leuven), die gespecialiseerd is in perinatale psychiatrie.
Over de zaak zelf kan en wil ze niets zeggen. Maar in haar praktijk ziet ze heel wat jonge moeders die met depressieve gevoelens kampen, en daar in grote eenzaamheid mee worstelen. ‘De drempel naar hulpverlening is groot.’
‘Heel wat vrouwen hebben het moeilijk na de geboorte van hun kind. Ze voelen zich niet goed in hun vel, hebben depressieve gevoelens, of zijn angstig. Ze hebben het gevoel dat ze de controle verliezen, of dat ze als moeder falen – ook als dat niet zo is. Een kind krijgen is zo existentieel, dat men dit echt heel goed wil doen. Falen is geen optie, en dus hebben ze het er moeilijk mee om hun omgeving te laten merken dat het niet zo goed gaat.’
Nog steeds een taboe
‘Hoe groot het taboe is, ervaar ik dagelijks bij ons in de praktijk. Een vroedvrouw vertelde zopas nog dat ze eerst bij cliënte A kwam, die huilend met haar baby op schoot zat. Vervolgens kwam ze bij cliënte B, die haar vertelde dat ze het zo moeilijk had met het moederschap, terwijl bij haar vriendin – cliënte A – alles zo goed liep. Zelfs onder vriendinnen durft men geen negatieve gevoelens rondom het ouderschap te delen uit angst erom veroordeeld te worden.’
‘We moeten dit normaliseren. Ouderschap gaat vaak met ambivalente gevoelens gepaard. Die kunnen al een aanvang nemen tijdens de zwangerschap. Het is een periode van grote veranderingen in een mensenleven. De roze wolk is een mythe, die nodig doorgeprikt moet worden. Iedere kersverse ouder gaat door een periode van veel veranderingen, die angsten, twijfels en verdriet kunnen oproepen.’
‘Om allerlei redenen – hormonaal, immunologisch, psychologisch, sociaal – hebben sommige jonge ouders het hier zwaarder mee dan andere, en ontwikkelen ze een echte depressie. Het gaat niet om een minderheid: tien tot twintig procent van de moeders zal in het peripartum – vanaf het begin van de zwangerschap tot een jaar na de bevalling – depressieve gevoelens ervaren. Dat zijn dus 7.000 tot mogelijk 14.000 vrouwen in Vlaanderen per jaar. Ook vijf à tien procent van de kersverse vaders kampt met depressie.’
‘Stap uit je isolement’
Hompes doet een oproep naar deze ouders: ‘Stap uit je isolement. Ga naar je vrienden en familie toe en durf te zeggen dat je het moeilijk hebt. Spreek met je huisarts, vroedvrouw, gynaecoloog of pediater … Bespreek je angsten rond het wordende ouderschap. Zeg hen dat het niet goed met je gaat en dat je hulp nodig hebt. Dat is oké, echt.’
Maar ze richt zich ook tot de overheid: ‘Er zijn maar twee verblijfseenheden voor moeder en kind – in Zoersel en in Sint-Denijs-Westrem. Die kunnen niet iedereen helpen en geven voorrang aan de zwaarste gevallen. Vlaams parlementslid Freya Saeys (Open VLD) heeft goed werk verzet met haar resolutie, die vroeg om een systematische screening op postnatale depressie en het uitwerken van goede zorgpaden. De proefprojecten die hieruit voortvloeiden, waren zeer waardevol, maar er is nog geen gestructureerd zorgtraject te Vlaanderen op dit moment.’
‘Er is nog veel meer nodig, zoals outreachende hulp, ambulante zorg, die verbonden is met goede daghospitalisatie, en meer hospitalisatiemogelijkheden voor moeder en kind. Dat moet allemaal op elkaar afgestemd worden in een fijnmazig netwerk. We moeten zorgverleners opleiden om aan vroegdetectie te doen en om handvatten te hebben om deze problematiek goed te begeleiden. Ook als de vroedvrouw niet meer aan huis komt, moeten we de problemen nog kunnen opmerken en de vrouwen op tijd kunnen toeleiden naar gepaste hulp.’