Zwarte Piet

Ik ben even zwart als zwarte piet, maar ik voel me niet aangesproken door zijn ‘inherent racistische karakter’

Assita Kanko. Beeld AFP
Assita Kanko is auteur, onderneemster en Europarlementslid voor N-VA

Geachte heer Cammaerts,

Jawel, het is opnieuw die tijd van het jaar. Binnenkort komt de stoomboot uit Spanje opnieuw aan, en naar goede jaarlijkse gewoonte zorgt de Sint dan niet enkel bij de brave kinderen voor de nodige opwinding. In een opiniestuk in De Morgen maakt u zich vanuit Londen druk over “het inherente racistische karakter van de zwarte piet-traditie”. Sterker nog: u bent er vanuit Londen meer en meer van overtuigd geraakt dat veel witte Vlamingen in totale ontkenning leven dat hun alledaagse visies en handelen in se racistisch zijn. Dat is op zich al geen lichte beschuldiging voor de Vlaming die ik intussen ook ben, maar ik voelde me pas écht aangesproken toen u er ook mijn partij bij haalde. “Het artificiële verschil dat de N-VA en andere Vlaams-nationalisten maken tussen een cultureel Vlaams-zijn en een etnisch Vlaams-zijn, is een handige politieke mythe om hen van racisme te zuiveren. Immers, als puntje bij paaltje komt, is voor velen de enige ‘echte’ Vlaming, een witte Vlaming.”

Ik heb het tweemaal moeten lezen, maar echt, zo stond het er. Zwart op wit, jawel.

Wel meneer Cammaerts: ik moet u ontgoochelen en zelfs verrassen. Dat je als Vlaming perfect zwart, lesbisch, of moslim, of alledrie tegelijk, … kan zijn, dat besefte ik pas toen ik bij de N-VA zat. Kijk naar hoeveel diversiteit je bij ons hebt. Ik ben geen witte Vlaming, maar als zwarte Vlaming heb ik uitgerekend bij die Vlaams-nationalistische partij de kans gekregen om een gooi te doen naar een zitje in het Europees parlement.

Sterker nog: ondanks die volgens u in se racistische visie van heel wat Vlamingen ben ik er op de koop toe ook nog in geslaagd om dat zitje te veroveren met een score waarmee ik in de Vlaamse top 10 zat: 85.950. En zowat elke dag nog kom ik in contact met Vlamingen – van Kortrijk tot Hasselt – die er helemaal geen graten in zien om lang met mij te praten, hun problemen te delen, mij moed in te spreken, samen selfies te maken en samen flink wat af te lachen.

Ik moet u ook een tweede maal ontgoochelen: hoewel ik zelf even zwart ben als die goede ouwe zwarte piet, voel ik me helemaal niet aangesproken door zijn zogenaamd ‘inherent racistische karakter’. Ik ga er namelijk van uit dat zwarte piet gewoon terug te brengen is tot een eeuwenoude traditie, waarbij die brave knecht minstens al een deel van zijn kleurtje ontleende aan al die schoorstenen die hij op zijn weg tegenkwam.

Sterker nog: ik ga er ook van uit dat zwarte piet voor de overgrote meerderheid van de Vlamingen gewoon past in de traditie van een eeuwenoud kinderfeest. En dat ouders en kinderen die binnenkort opnieuw volop zullen genieten van Sinterklaas daar in de verste verte geen racistische bedoelingen mee hebben. Of zoals u het in Londen wellicht zou verwoorden: Much ado about nothing. Kunnen we dan ook afspreken om de Sint en zijn knecht voortaan niet meer te misbruiken voor politieke of ideologische doeleinden? Het is een kinderfeestje.

Wat me evenwel nog veel meer stoort in uw opiniestuk, is dat u alles en iedereen op één racistisch en dicriminatoir hoopje gooit. U gaat ervan uit dat de Vlaming er nog steeds van overtuigd is dat een Vlaming per definitie blank is. Waarbij u meteen ook dé Vlaming stigmatiseert en wegzet als een onverbeterlijke racist. Waarom zoveel self bashing? Ik herken de eeuwige schuldige witte man. Natuurlijk worden mensen met allochtone roots soms gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, maar dit geldt net zo goed – en wellicht nog meer – voor 50-plussers die een nieuwe baan zoeken, voor vrouwen die kinderen krijgen… En uiteraard vragen we van nieuwkomers hier dat ze zich zoveel mogelijk integreren, de taal van het land leren en een aantal gewoonten en gebruiken eigen maken. Maar zeg eens: zou u dat zelf ook gemakshalve niet doen, mocht u morgen uitgenodigd worden om in China te gaan doceren? En heeft het verleden ons intussen niet geleerd dat het net in het belang van die nieuwkomers is om nog veel sterker in te zetten op integratie of op een goede beheersing van het Nederlands? Of zoals u het in Londen wellicht zou verwoorden: When in Rome, do as the Romans do.
Kunnen we dan ook afspreken om maatschappelijke uitdagingen voortaan niet meer te misbruiken voor politieke of ideologische uitdagingen? Het helpt ons helemaal niet vooruit.

Assita Kanko.

https://www.demorgen.be/meningen/tijd-om-toe-te-geven-wit-vlaanderen-is-banaal-racistisch~be615281/?utm_source=link&utm_medium=app&utm_campaign=shared%20content&utm_content=free

Wie zijn de echte brandstichters?

Wie zijn de echte brandstichters?

Als samenleving kijken we amper op van de brandstichting in Bilzen. De grens schuift elke dag op, merkt Victor Wouters.

Victor Wouters:
Wie? Student wijs­begeerte en rechten aan de KU Leuven.
Wat? De samen­leving is ruwer en extremer geworden, en daar hebben veel politici toe ­bijgedragen.

‘Let it burn man, vieze vuile bruine kippen, laat gewoon het hele nest afbranden’, klonk het zondagnacht in Bilzen (DS 12 november). Het gebouw waar vanaf midden december asielzoekers in afwachting van hun procedure hun intrek moesten ­nemen, werd er moedwillig in brand gestoken. Eind vorige maand was er al protest tegen de komst van het asielzoekerscentrum.

Een brand is een veelgebruikte metafoor voor situaties die uit de hand (dreigen te) lopen. Ook de Zwitserse auteur Max Frisch maakte op ingenieuze manier gebruik van die metafoor in zijn theaterstuk Biedermann und die Brandstifter uit 1953. Het stuk is relevanter dan ooit.

Herr Biedermann is een typisch bourgeois meneertje dat altijd recht in zijn schoenen meent te staan. Tot er plots een man voor zijn deur staat die hem om onderdak vraagt. Na wat gevlei laat Biedermann hem met ­tegenzin toe om op zolder te verblijven. De volgende dag heeft zijn logé plots een extra gast bij zich en slepen ze flessen benzine de trap op. De stad wordt al langer geteisterd door brand­stichters en Biedermann en zijn vrouw zijn bang dat zij het volgende slachtoffer zijn. Maar Herr Biedermann wil vriendelijk zijn en slaat de beschuldigingen van zijn vrouw af. Uit angst nodigt hij ze uit om samen te eten. Als ze vrienden worden, is er toch geen gevaar meer?

Nog later ziet Biedermann hoe de twee mannen in de weer zijn met een lont en houtwol. Zelfs wanneer de mannen hun gastheer rechtuit vertellen dat ze van plan zijn het huis in brand te steken, denkt hij dat ze zijn humor op de proef stellen. Als ‘teken van vertrouwen’ geeft hij de mannen zelfs een lucifer. Want het is toch ­allemaal een grapje, nee? Later in dezelfde scène staat het huis van de Biedermanns in lichterlaaie.
Frisch schreef een komisch stuk met een tragisch einde. Je ziet hoe Biedermann met open ogen in de val trapt. Kun je zelfs spreken van een val? De brandstichters zijn heel duidelijk over hun bedoelingen. Herr Biedermann is gewoon te angstig om ertegen in te gaan en denkt er beter aan te doen ze te helpen dan ze voor het hoofd te stoten. Hij organiseert zijn eigen ongeluk.

Fouten herhalen

Het Biedermann-drama is een les zonder er een te willen zijn. Het stuk kreeg niet voor niets als ondertitel ‘Lehrstücke ohne Lehre’. Frisch’ theater leert ons hoe we helemaal niets leren. We hervallen in onze fouten en gaan veel te snel mee in foute dingen.
We kijken als samenleving nauwelijks op van wat in Bilzen gebeurde. Het is een enge gedachte – zo’n daad wordt ook het slachtoffer van onze meer dan menselijke gewenning. Maar het gaat nog veel verder. Haat leeft overal in onze maatschappij. De online reacties liegen er niet om: veel mensen vinden het jammer dat het gebouw leeg was.

De naakte waarheid

Bepaalde politici menen steeds maar weer te moeten ‘zeggen wat de mensen denken’ en ‘zeggen wat niet gezegd mag worden’. Alsof ‘wat de mensen denken’ niet door die politici zelf gevormd zou zijn. Alsof we niet al twintig jaar aan het zeggen zijn ‘wat niet gezegd mag worden’. In de praktijk komt het erop neer dat we steeds extremer en ruwer spreken over elkaar. Verdraagzaamheid werd ‘naïviteit’, menselijkheid werd ‘volks­verraad’.

Veel politici doen in essentie hetzelfde als Biedermann. Hij helpt de brandstichters, tegenwerken vindt hij veel gevaarlijker. Hij gaat nog net niet zover dat hij zijn eigen huis in brand steekt, maar veel scheelt het niet.

Herkent u dat gevoel, dat er zoveel gebeurt in de wereld dat we het amper nog bij kunnen houden? Wie weet er nog wat er vorige week in het nieuws was? Weet u volgende week nog wat er in Bilzen gebeurd is en dat u dit stuk gelezen hebt? Wanneer we alles samen leggen en een stap terugzetten, wordt duidelijk dat de grens iedere dag opnieuw opschuift. Onder invloed van mensen met slechte bedoelingen schuiven we steeds verder op. Wanneer zeggen we stop? Wanneer schoppen we de brandstichters van onze zolder?

Op een gegeven moment zegt een van de brandstichters tegen Biedermann: ‘Een grap is de derde beste vermomming. De tweede beste: sentimentaliteit. Maar de beste en veiligste vermomming blijft nog steeds de naakte waarheid. Die gelooft niemand.’ Hoe zullen wij reageren als iemand ons de naakte waarheid vertelt? Max Frisch interpelleert met zijn Biedermann-drama ieder van ons.

Wie is er allemaal schuldig, wanneer de vlam in de pan slaat? Wacht ons hetzelfde lot als Biedermann, of worden wij wel op tijd wakker?

Victor Wouters
De Standaard – 13.11.2019

Een musje en een roodborstje (metafoor voor de asielcrisis)

Een musje en een roodborstje in de tuin, en genoeg eten voor iedere vogel. Maar toch voelt dat roodborstje de behoefte om de mus aan te vallen en te verjagen. Blijkbaar is niets menselijks hem of haar vreemd.

Een roodborstje is heel erg gesteld op het eigen territorium en kan serieus agressief uit de hoek komen.
Een mus is dan eerder bescheiden en tolerant, maar ook daardoor kwetsbaarder en toegeeflijker.
Hoe lossen we dat nu op voor die mus, want tegen overmacht hebben we weinig verweer?

Liefst van al zou ik dat musje nu binnen pakken, maar dat lukt mij niet. Maar misschien is het voedsel beter verspreiden over de ganse tuin geen slecht idee, zodat ieder vogeltje wel ergens een veilig plekje vindt om zijn of haar buikje te vullen.

Er zullen altijd musjes en roodborstjes zijn, maar ook mensen die naar oplossingen zoeken, zodat iedereen aan zijn en haar trekken kan komen, en we in een rechtvaardige wereld kunnen leven.

Hopelijk…

In de krant

Spoorwerken aan station van Hoeilaart bron van ergernis bij buurtbewoners: “Waarom wordt er niet meer met ons gecommuniceerd?”

Het Laatste Nieuws – SHVM 11 november 2019 19u07 – Foto’s Dieter Nijs

Hoeilaart – De werken aan spoorlijn 161 aan het station van Hoeilaart zijn bron van kopzorgen bij de buurtbewoners. De nachtelijke werken zorgen voor slapeloze nachten, waardoor sommigen onder hen elke dag vermoeid op het werk aankomen. Vooral het gebrek aan communicatie is een grote ergernis. Een onder hen is Micheline, die iedere nacht gewekt wordt door de spoorkranen die bij haar om de hoek geparkeerd staan. “Voor 2 uur raak ik niet meer in slaap.”

Het station van Hoeilaart ligt aan spoorlijn 161 tussen Brussel en Ottignies in Waals-Brabant. De werken zullen het aantal sporen op de lijn verhogen van twee naar vier. Dat maakt het mogelijk om meer stoptreinen te laten rijden, de zogeheten S-treinen van het Brusselse voorstadsnet.

De werken gingen van start in 2006 en lagen vervolgens drie jaar stil. In 2010 begonnen de werken opnieuw. “Het is dus al een tijdje aan de gang, maar het zijn vooral de laatste maanden dat de werken echt hun tol eisen”, zegt buurtbewoonster Micheline. De bewoners van Het Leen hebben al maanden last van de nachtelijke werken. “Bij mij zijn het vooral de laatste vijf nachten dat ik de slaap niet meer kan vatten. Elke nacht word ik wakker van het lawaai van de machines die hier om de hoek vertrekken en van de wagens die hier blijven draaien. Soms starten de werken om 22 uur, soms om 1.30 uur ’s nachts. Voor 2 uur raak ik niet meer in slaap. Jaren geleden raakte ik al in een depressie door de werken. Dit wil ik niet opnieuw laten gebeuren. Wij proberen het hier leefbaar te houden en ik wou dat zowel Infrabel als de NMBS dat ook zouden willen.”

Niet enkel de lawaaihinder zorgt voor frustratie bij Micheline en de buurtbewoners, maar vooral het gebrek aan communicatie is een pijnpunt. “De vorige jaren kregen de buurtbewoners steeds een brief waarin beschreven stond wat er precies zou gebeuren en wanneer de werken zouden plaatsvinden. Door zo’n communicatie vooraf, werkt dat psychologisch voordeliger. Je weet wat er aan de hand is en je weet hoe lang dat het zal duren. Je krijgt de indruk dat het bedrijf rekening met je houdt. Maar nu krijgen we geen berichten meer over de stand van zaken en worden we niet meer verwittigd. Om maar een voorbeeld te geven: toen de werken hier begonnen, hebben de werknemers bij verschillende huizen een plaatsbeschrijving uitgevoerd. Laatst zag ik dat een brievenbus van een buur wat verder afgebroken wordt, samen met een rioolput. Dan stel ik me de vraag: ‘Gaan ze deze keer ook een plaatsbeschrijving uitvoeren of zullen we plots voor voldongen feiten staan?’”

“We hebben een inschattingsfout gemaakt”
Thomas Baeken

Emotionele band

Micheline wil naar eigen zeggen zeker niet als de boeman afgeschilderd worden. “Ik begrijp ook dat je geen omelet kan bakken zonder eieren te breken. En ik heb helemaal niets tegen de sporen. Ik ben zelfs emotioneel betrokken, want mijn grootvader was spoorwegarbeider. En toen ik geboren werd, heeft hij mijn naam gekozen, die verwijst naar een Frans treintje dat in die tijd zowel op de sporen als op de baan reed. We zouden vooral graag verwittigd worden en op de hoogte gehouden worden van wat er gebeurt. Ik vraag me ook af waarom deze kranen hier bij mij om de hoek moeten staan.”

Oud zeer

Eerste schepen Eva De Bleeker (Open VLD), die jaren schepen van Wonen was, is al een hele tijd op de hoogte van de situatie en houdt zich al een tijdje bezig met de situatie. “Ik zag op Facebook verschillende berichten verschijnen van bewoners die klaagden over de werken. Daarop heb ik contact opgenomen met Infrabel. De maatschappij vertelde me dat er inderdaad iets misgelopen was in de communicatie en dat ze opnieuw zouden communiceren naar de bewoners toe.” Volgens de schepen staat er geen limiet op nachtelijk werken. “Maar ik vind het wel een minimum dat er tijdig wordt gecommuniceerd en dat wij als gemeente ook verwittigd worden.”

“Een juridische procedure starten is voor een kleine gemeente als de onze quasi onmogelijk”
Eva De Bleeker

De Bleeker meent dat stappen ondernemen tegen het bedrijf een moeilijke zaak is. “Het probleem is dat Infrabel een groot bedrijf is en wij maar een kleine gemeente. We kunnen vragen stellen en zaken eisen, maar helaas hebben we daar niet genoeg macht voor.”

“Het is een oud zeer”, gaat De Bleeker verder. “We hebben al een heel traject van werken achter de rug en de mensen hebben hier echt onder geleden. In het verleden gebeurde het ook wel eens dat er pas drie dagen na de start van de werken gecommuniceerd werd, of dat er een verkeerde datum werd meegegeven. We doen ons best, maar een juridische procedure starten voor een kleine gemeente als de onze is zo goed als onmogelijk.”

Verkeerde inschatting

Infrabel vernam het verhaal van de buurtbewoners en Micheline, en heeft onmiddellijk actie ondernomen. Daarnaast schenkt ze klare wijn over de hele situatie om misverstanden te voorkomen. “De werf die we aan het uitvoeren zijn, die tot begin februari 2020 zal lopen, is een werf waarbij we de signalisatie aan het moderniseren zijn. De spoorkranen staan ter hoogte van de Vosdellestraat en de Vanlaethemstraat omdat ze daar toegang hebben tot het spoor”, stelt Thomas Baeken, woordvoerder van Infrabel. “De kranen worden na de passage van de laatste trein op het spoor gezet en het spoor gaat buiten dienst.”

“De grootste werken, vooral de luidruchtigste, zijn achter de rug. We dachten eerlijk gezegd dat we zo weinig mogelijk geluidshinder zouden veroorzaken door deze kranen van die bepaalde plaats te laten vertrekken. Om die reden beslisten we om niet te communiceren met de buurtbewoners. En dat is misschien een verkeerde inschatting geweest. We hadden dat blijkbaar toch iets beter moeten beslissen, aangezien er mensen zijn die er last van hebben. Van nu af aan zullen we, in de mate van het mogelijke, een andere toegang gebruiken in de buurt van Groenendaal. Daar zijn geen buurtbewoners aanwezig.”

Shauny Massagé Verheulpen

https://www.standaard.be/cnt/dmf20191114_04716888?fbclid=IwAR3WLOO8KyY3yPTwnYNpdTHyCMCZAwRJ06Jh1BUUG101mxOXqyVFb6SY8Ys

Een kathedraal van bomen

Wapenstilstand. Vandaag herdenken we het einde van de oorlog. En daar past deze muziek bij en deze beelden van ons Zoniënwoud: een kathedraal van bomen!

Met dank aan Leen Gillis voor deze prachtige foto’s.

Geen enkele boom verkleurt zo mooi in de herfst als de beukenboom, en geen enkel boom speelt ook zo prachtig met het herfstlicht.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Zoniënwoud

Boekenbeurstijd

Vroeger, toen mijn man nog leefde, en nog niet gehandicapt was, gingen wij elk jaar naar de Boekenbeurs in Antwerpen. Elk jaar was het een belevenis, een ontdekkingstocht, zowel in de beurs als om er naartoe te rijden, want telkens weer reden we verloren in Antwerpen.

Het was één van de spijtigste dingen die ik mijzelf moest ontzeggen, maar nu zou er men mij met geen stokken meer naartoe kunnen krijgen en dat dank zij internet.

Ik heb wat afgelezen in mijn leven, zoveel zelfs dat ik nu nog enkel wat lees als ik op zoek ben naar informatie over iets.

Lezen is een bron van weten, veel weten, en ook om een beetje fatsoenlijk te kunnen schrijven. Dat zegde men mij reeds op school. Ik las zoveel dat ze er thuis kwaad om waren, en vonden dat ik nooit als vrouw (!) wat waard zou zijn in mijn huishouden en men mij beschuldigde van luiheid.

Maar lezen is weten, en net zoals schrijven een middel om je te bezinnen, na te denken, bevestiging te vinden, en een hele spannende en leerrijke zoektocht naar wat je wilt en wie je bent, naar kennis en zelfkennis.

De Boekbeurs in Antwerpen duurt een dikke week, en sluit morgen weer de deuren. Ik heb dit jaar vast een paar goede boeken niet gelezen en dat is wellicht jammer. Maar al degene die ik vroeger wel gelezen heb, neemt men mij nooit meer af. Mijn favoriete boeken: De troost van de filosofie, Beter zorgen voor jezelf en natuurlijk De kleine prins.

Aan de trein wonen

Aan de trein wonen zou een pluspunt moeten zijn voor elke buurtbewoner van de spoorweg.

De afgelopen jaren zijn hier in de buurt veel nieuwe mensen komen wonen, uit alle windstreken, en ik herinner me mening gesprek met hen, en dat ze het zo tof vonden om zo dicht bij de trein te wonen. En dat is het ook, tot de miserie begon en zij het reilen en zeilen van de NMBS aan den lijve ondervonden.

Want er moest een Gewestelijk Expres Net komen, dat ons nog vlugger en met meer treinen naar de hoofdstad moest brengen. Het befaamde en ondertussen beruchte GEN. Lijn 161 moest op vier sporen komen.

Het GEN werd in het leven geroepen om de files op te lossen en de milieuproblemen aan te pakken. Eerste einddatum van de werken was 2010. Ondertussen is dat 2027 geworden, als ik goed ingelicht ben. Ik vrees dat tegen dan niemand meer de trein neemt en al lang op de fiets is gesprongen, of zijn wagen trouw is gebleven om in Brussel te geraken.

Het GEN is een miskoop, de zoveelste in België. Een luxe project dat veel geld kost en uiteindelijk alleen maar zorgt voor meer werkgelegenheid en om de slechte cijfers van de werkloosheid naar beneden te halen.

Krasse taal? Misschien wel, maar zo voelt het ondertussen aan. Openbaar vervoer is in ons land een doekje voor het bloeden, dat het bloed helemaal niet stelpt. Het is integendeel een bron van vele frustraties bij veel mensen, die er wel willen van gebruik maken, maar op zeker spelen en toch maar de auto nemen.

Jammer, want ik hou van de spoorweg. En eigenlijk ben ik voorbestemd om hier te wonen, want mijn grootvader die spoorwegarbeider was, vernoemde mij naar een Minervatreintje dat zowel op de baan als op de sporen kon rijden. Hij noemde het een Michelineke. Vandaar dus mijn liefde voor de spoorweg.

De ene bij is de andere niet

Plaats niet zomaar bijenkasten: ‘Vergroot vooral het aantal bloemen’

De Standaard – 09.11.2019

De trend in grootsteden als Parijs en Brussel om extra bijenkorven op te stellen, bijvoorbeeld op daken van gebouwen, heeft een keerzijde. Een teveel aan honingbijen bedreigt de biodiversiteit.

De goede intenties om de bij te redden door bijenkasten uit te zetten, kan haar doel voorbijschieten. In verschillende steden, zoals Parijs, maar ook Brussel, worden bijenkorven of bijenkasten uitgezet om de populatie op peil te houden. Dat kan echter leiden tot een averechts effect, blijkt uit een grootschalig onderzoek van Franse wetenschappers waarover de VRT bericht. ‘Mensen proberen iets goeds te doen, maar we hebben het te goed willen doen. We zijn te ver gegaan.’

Uit het onderzoek blijkt namelijk dat het aantal wilde bijen afneemt als er veel honingbijen uit bijenkasten in de buurt zijn. ‘Op sommige plekken zagen we dat de populatie aan wilde bijen zelfs was gehalveerd’, aldus onderzoekster Isabelle Dajoz aan VRT. De honingbij is namelijk efficiënter in het verzamelen van nectar en is ook actiever. Ook vlinders en kevers verdwijnen door de nieuwe honingbijen.

De oproep van de Franse onderzoekers is dan ook duidelijk: ‘Stop met het neerzetten van bijenkorven. Of nog beter, haal er een heleboel weg.’

Bloemenaanbod

De biodiversiteit staat onder druk in Parijs, maar hoe zit het in Vlaanderen? ‘Ook bij ons worden de wilde bijen bedreigd’, zegt Pieter Vanormelingen, expert van Natuurpunt. De reden daarvoor is niet zozeer het teveel aan bijenkasten. ‘Een aanzienlijk deel van de wilde bijensoorten wordt bedreigd door de teloorgang van bloemrijke landschappen en heide.’ De diversiteit komt onder druk omdat veel open ruimte verdwijnt.

Toch loert ook in Vlaanderen het gevaar voor te veel honingbijen. ‘Ook in Vlaanderen is de honingbij de talrijkste bij. Hij is overal aanwezig. We moeten waken over het aantal bijenkasten. Niet alleen in steden, maar ook in natuurgebieden. Er mogen niet meer dan twee à drie kasten gezet worden per honderd hectare. Ter vergelijking: in Parijs staan er nu twintig kasten per honderd hectare.’

Vanormelingen raadt ook niet aan om zomaar een bijenkast te plaatsen. ‘Honing produceren is een soort van landbouw en imker zijn, is een intensieve hobby.’

Om de populatie wilde bijen te laten groeien moet er ingezet worden op het herstel van de leefgebieden van de bij, zoals heide. Verder is het ook belangrijk om verder in te zetten op het bloemenaanbod in tuinen, parken en wegbermen’, aldus Vanormelingen. Meer groen aanplanten is dus de beste oplossing.

Bijenkast versus bijenhotel

Opgelet: een bijenkast is niet hetzelfde als een bijenhotel, de houten constructies die opgang maken in de Vlaamse tuinen. ‘In een bijenkast zitten al snel 20.000 tot 50.000 bijen, in een bijenhotel huizen maximaal enkele tientallen tot honderden bijen.’ Een bijenhotel plaatsen kan dus zeker geen kwaad. ‘In een bijenkast leven ook enkel honingbijen. Een bijenhotel trekt net solitaire, wilde bijen aan. In elk gaatje kan een bij een nest maken.’

Nog beter dan een bijenhotel plaatsen, is ook om in uw tuin het aanbod bloemen voor bijen te vergroten en verbreden. ‘Als het aanbod bloemen verkleint, gaan de bijen onderling in competitie. Niet alleen de honingbijen met de wilde bijen, maar ook de honingbijen onderling.’ Het gevolg daarvan is dat de honingproductie omlaag gaat. Het is ook belangrijk om heel diverse bloemen te planten. Wilde bijen worden vaak aangetrokken tot zeer specifieke planten.

 

Niets

Burn-out is in! Ze vallen als vliegen, de ene na de andere valt uit: opgebrand! En ik weet wat het is, en moet er dagelijks voor oppassen. Een paar nachten slecht slapen, en het beestje wordt wakker. (Wat een woordspelingen!)

Daarom laat ik regelmatig de overgordijnen naar beneden, neem enkel de telefoon op als ik kan zien wie het is aan de nummer die op het scherm verschijnt, hou mijn deur op slot, gebaar van krommen haas als er toch gebeld wordt, en enkel wie de boodschappen brengt laat ik mijn rust verstoren.

Geen nieuws volgen op tv, geen kranten lezen, geen discussies aangaan op Facebook, enkel het hoogstnoodzakelijke doen, en verder dik mijn goesting, en dat is al meer dan genoeg.

Dat is ook een voordeel aan alleen wonen, je hoeft met niemand rekening te houden, en je moet enkel je eigen rommel opruimen. Koken doe je waar je zin in hebt, en als je geen zin hebt maak je het je gemakkelijk door bijvoorbeeld een pizza te bestellen. Echte luxe vind ik dat!

Af en toe kan dat allemaal, ik zou zeggen, moet dat allemaal, want zo een hevig beestje als ikzelf verbruikt soms veel te veel energie dan goed voor haar is. En zolang de buitenwereld niet voor ambras zorgt, is dat gerust enkel dagen vol te houden.

En mijn katten doen mee met mij, of is het omgekeerd, en doe ik wat mijn katten doen: niets dus?

Een dagje

Een dagje
met de gordijnen
dicht
en niemand
willen zien.

Een dagje
de wereld
opzij
op zoek
naar rust
in het hoofd
en de storm
geluwd
in het hart.

Een dagje
zonder
onzin
en enkel zin
in niets.

Micheline Baetens – 08.11.2019