Op je zeventigste is een leven van moeten wel voorbij, en wordt het een leven van mogen. Wel op één voorwaarde: we “moeten” gezond blijven! En daar gaan we ons best voor doen.
Slapen gaan na middernacht, opstaan na tien uur ’s morgens, ontbijten, uitgebreid koffie drinken, ondertussen het werk uitstellen en een filmke kijken, of wat handwerk doen, dan een douchke, en weer een boterhammeke eten, daarna dan toch wat de handen uit de mouwen te steken, en het huishouden en de tuin onderhouden, om ’s avonds lekker te koken voor jezelf, en tot slot na de afwas met een lekker glaasje, al dan niet alcoholvrij, te genieten van wat er aan interessantst te vinden is op televisie, in de krant, of op internet.
En schrijven natuurlijk! Niet altijd even zinnige dingen, maar ook dat “moet” niet, en je vooral niet teveel afvragen wat anderen hiervan denken, want dat deden we vroeger veel te veel, denken dat we verantwoording moesten afleggen voor al wat we deden en dachten.
Niet meer twijfelen aan jezelf, maar wel aan al de rest! En ook niet meer veeleisend zijn, niet voor jezelf en niet voor anderen. Eerder het gevoel hebben, dat het goed is zo, en dat, zolang we gezond blijven, het allemaal voldoende is zoals het nu gaat en is, niet teveel en niet te weinig. Tevreden zijn dus!