Scheiden is en blijft lijden
De Standaard – 02.10.2018 – Kaat Schaubroeck
Nee, scheiden is niet zoiets als fietsen. Het is niet omdat we het vaker doen, dat we het in de benen krijgen. Een scheiding is voor veel koppels nog altijd een bron van conflicten, en het zou helpen als we een paar dooddoeners konden schrappen.
Misschien eet Gwyneth Paltrow roze wolken bij het ontbijt en brengt ze de kinderen vervolgens op een kudde eenhoorns naar school. Of misschien zit ze elke ochtend ritmisch met haar hiel te tikken tegen een gammele keukenstoel terwijl ze snorren en hoorns tekent op de foto’s van haar ex-man, Chris Martin. We kennen haar privéleven alleen van Instagram, maar wat ze op Instagram deelt, is dit: een gezin in perfecte harmonie, en een scheiding die met roze hartjes is omkranst. Ze noemt haar ex ‘broer’, deelt publiekelijk lieve verjaardagwensen, en postte vorig najaar een foto van een brunch met Martin en haar vriend Brad Falchuk – met wie ze dit weekend overigens is getrouwd.
Als zo’n foto viraal gaat, zegt dat iets over een droom die we blijkbaar koesteren: dat we als maatschappij intussen geleerd hebben om pijnloos te scheiden, dat we na een breuk helemaal niet razend zijn, en ook niet kapot van verdriet. Dat uit elkaar gaan zoiets is als fietsen: als je maar genoeg oefent, krijg je het wel in de benen. Alleen, de cijfers vertellen iets anders. Nog altijd loopt ongeveer 15 tot 20 procent van de koppels die uit elkaar gaan vast in een conflict dat jaren blijft duren, een vechtscheiding dus. Daarnaast zijn er al de anderen, die nu ook niet bepaald een pistolet gaan eten met hun ex en hun nieuwe lief.
Ik vroeg me af: wat zit er tussen de gedroomde brunch van Gwyneth Paltrow en de werkelijkheid van veel koppels? Daar kwam een boek van, Gelukkig gescheiden, waarin ik uitzocht hoe conflicten in een scheiding ontstaan en hoe je daarmee kunt omgaan. Als ik daaruit één conclusie mag trekken: scheiden zal waarschijnlijk nooit wennen, en het idee dat het harmonieus, rationeel en zonder een woord te hoog of te laag moet verlopen, is net zo goed een keurslijf als dat oude taboe dat scheiden niet mag. Sterker: net onze ijver om ons van oude taboes te bevrijden, heeft ons vastgezet in een reeks nieuwe clichés, die nauwelijks nog ruimte laten voor colère en pijn. Dit zijn bijvoorbeeld een paar zinnen die ik het liefst nooit meer wil horen.
1. ‘Je komt er sterker uit’
In de mooie documentaire Verlaten laat Hetty Nietsch mannen en vrouwen vertellen hoe het voor hen voelde toen ze te horen kregen dat hun partner bij hen weg wilde. Opvallend is hoe vaak woorden vallen als: verdoofd, in shock, verbijsterd. ‘Mijn hart werd verbrijzeld’, zei een vrouw. ‘De zon was gedoofd’, zei iemand. En ook: ‘Het is rouwen om iemand die er nog is.’ Hoe zou je daar eigenlijk sterker uit moeten komen?
Een scheiding raast door je veilige nest en gooit het leven dat je kende overhoop. Je wordt overmand door pijn, twijfel, woede, schuldgevoelens en duizend angsten. Er is dat immense verdriet dat je bij momenten kan vloeren. Voor veel mensen voelt het ook alsof ze verdwijnen, ze voelen zich klein en onzeker omdat ze niet meer door hun geliefde worden gezien. Renate Rubinstein beschreef dat mooi in Niets te verliezen en toch bang: ‘Ik was weggesmolten. Hooguit vijf centimeter was ik nog maar.’ Daar kom je vroeg of laat doorheen, maar therapeuten gaan ervan uit dat het rouwproces na een scheiding gemiddeld twee à drie jaar duurt. Zo kun je meteen ook een ander cliché van tafel vegen: dat koppels tegenwoordig voor een bagatel uiteen zouden gaan.
Seksuologe Rika Ponnet noemt het in Gelukkig gescheiden een trauma dat littekens nalaat. ‘We horen zo vaak dat mensen lichtzinnig scheiden. Dat geloof ik niet. En bijna niemand wil dit een tweede keer meemaken.’
2. ‘Je moet het loslaten’
Een variant op de mythe dat je sterker wordt van alles waar je niet aan doodgaat. Voor dat ‘loslaten’ bestaan zelfs technologische snufjes, zoals Mend, een app die je helpt afkicken van je ex, met dagelijkse audiotrainingen en tips. Er zijn ex-kaarsjes die je kunt branden en ex-hoofdkussens met een compartiment voor zakdoekjes. In Amerika coachen break-upexperts je door je verdriet, en zoeken ze mee naar een nieuwe woning.
Alleen is er natuurlijk nergens een gom waarmee je iemand kunt wissen. Hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk heeft het in Liefde, lust en andere ellende over het wittebereneffect. Toen deelnemers in een onderzoek gevraagd werd niet aan witte beren te denken, slaagden ze daar ook in – om na het onderzoek vast te stellen dat ze er des te meer aan dachten.
Loslaten is eigenlijk ook nooit de bedoeling, vindt Ponnet. Een relatie die zo belangrijk is geweest, veeg je niet zomaar weg. ‘Als je iemand verliest, voelt het alsof je die totaal kwijt bent’, zegt ze. ‘Maar naarmate de tijd vordert, merk je dat de band die er was, die gehechtheid, nog in je zit. Ik zie het bij mensen die al langere tijd gescheiden zijn. Er blijft iets hangen van dat verdriet, maar ze zijn in staat te zien dat er ook goeie momenten waren – ook al heeft de scheiding verschrikkelijk veel pijn gedaan. Dat kan een troostende gedachte zijn.’
3. ‘Ik heb gewoon mijn hart gevolgd’
‘Moeder Teresa trouwt niet met Hitler’ is een boutade van rechter Kenneth Black, van het LA Superior Court Family Law Department, en ze vat mooi samen hoe het in een scheiding niet gaat om de goeden tegen de slechten. Dankzij de schuldloze echtscheiding hoeft er juridisch gelukkig ook geen schuldige meer aangewezen te worden. Tegelijk hebben we soms de neiging om nu in zo’n brede boog om dat begrip ‘schuld’ heen te lopen, dat we in het andere uiterste vervallen: niemand kon er iets aan doen en de scheiding is het gevolg van een of andere natuurwet. We zeggen dan dingen als: ‘ik heb gewoon mijn hart gevolgd’ en ‘de kinderen zijn beter af als mama en papa ook gelukkig zijn’. Of nog erger: ‘Het is toch normaal dat ik bij je wegga, kijk hoe je erbij loopt.’
‘Niemand hoeft zich schuldig te voelen over een scheiding,’ zegt Ponnet, ‘maar we verliezen zo snel de nuance. Mensen die diep gekwetst zijn, hebben er echt behoefte aan dat hun pijn wordt gezien: dat hun ex dus ook erkent hoe zij hieronder lijden. Ik pleit vooral voor moedig gedrag. Durf te kijken naar hoe je relatie is geëvolueerd en wat jouw aandeel was. Minimaliseer het niet als je ontrouw bent geweest. En geef kinderen op zijn minst de ruimte om te zeggen dat ze het helemaal niet leuk vinden om week na week hun koffers te moeten pakken.’
4. ‘Maak nooit ruzie waar de kinderen bij zijn’
Ouders die uit elkaar gaan, missen vooral één grote luxe: afstand. Omdat ze ouders zijn, moeten ze elkaar blijven zien, waardoor sluimerende woede en verdriet voortdurend worden gevoed. Tegelijk moeten ze zich net in die periode als ouder heruitvinden. Ze moeten zich reorganiseren als gezin, afscheid nemen van hun ex als partner, terwijl ze die toch als ouder van hun kind moeten blijven zien. Dat ze te midden van al dat tumult weleens ruzie maken, ook in het bijzijn van de kinderen, is bijna onvermijdelijk. Voor kinderen is het weliswaar ontwrichtend als hun ouders als straatvechters tekeergaan, maar we moeten van een goede ruzie ook geen nieuw taboe willen maken. Ook ouders die nog samen zijn, liggen soms in de clinch en vragen niet noodzakelijk een babysit om dat op verplaatsing te kunnen doen.
‘We verwachten zoveel van gescheiden ouders’, zegt pedagoge Claire Wiewauters in Gelukkig gescheiden. ‘Dat ze er helemaal zijn voor de kinderen en dat ze zonder conflicten omgaan met hun ex-partners. Maar scheiden is conflict. Voor kinderen is dat lastig, maar niet onoverkomelijk, zolang ze maar niet in dat conflict worden meegesleurd en niet het gevoel hebben dat ze moeten kiezen tussen hun ouders.’
5. ‘Het belangrijkste is dat je altijd blijft praten’
In een ideale wereld overleggen ex-partners bij een glas wijn, terwijl de kinderen verderop door het gras buitelen. In het gewone leven is dat soort perfecte harmonie vaak ver te zoeken, en het is een hardnekkig misverstand dat het áltijd beter is voor de kinderen als ouders veel contact hebben met elkaar. Als het conflict blijft escaleren, kan het beter zijn om de gesprekken (tijdelijk) stop te zetten, omdat die alleen maar leiden tot meer geruzie. Je focust als ouders dan elk apart op jullie band met de kinderen en beperkt de gesprekken met elkaar tot een absoluut minimum: er staat als het ware een muur tussen jullie.
Wiewauters: ‘We moeten erkennen dat het goed genoeg is als ouders na een scheiding niet elke week overleggen, zolang kinderen maar de kans krijgen om een goede band te hebben met elk van hen apart. Kinderen kunnen daarin prima gedijen, ook op langere termijn. De kernvraag is: hoe laat je de kinderen toe om met die andere ouder een goede relatie te hebben? Zoiets is veel moeilijker dan we denken.’
Dat is het wellicht: zoals er een goed genoeg ouderschap bestaat, zo moet er ook een scheiding mogelijk zijn die gewoon goed genoeg is. Zonder feestslingers, zonder glutenvrije toast met kersencompote (of wat Paltrow die dag ook had bij haar brunch) en met ruimte voor de pijn en de razernij. Omdat scheidingen moeten kunnen, moeten we het verdriet nog niet afschaffen.