‘Het enige wat helpt is erover praten, maar we slikken liever pillen’
HUMO – 1 oktober 2018 –
Wereldwijd sterven jaarlijks 800.000 mensen door zelfdoding: één om de 40 seconden. Waarom? In een poging het taboe te doorbreken en een uitweg te zoeken, praat Humo met mensen die ooit hebben overwogen een einde te maken aan hun leven. Deze week: muzikant Guy Swinnen en ex-topsporter Geert Blanchart. ‘Ik heb meer dan eens met een medaille rond mijn nek op bed zitten huilen.’
Geert Blanchart: ‘Knagende zielenpijn’Met zijn talrijke overwinningen – meervoudig Europees kampioen, vicewereldkampioen, twee deelnames aan de Olympische Winterspelen – zette Geert Blanchart (51) België op de kaart in de shorttrack. Maar de druk waaronder hij als topsporter gebukt ging, gecombineerd met zware jeugdtrauma’s, leidde tot heel wat zelfmoordpogingen.
“Door de job van mijn vader heb ik de eerste zeven jaar van mijn leven in Zuid-Afrika doorgebracht. Dat was nog ten tijde van de apartheid. Als kind liep ik eens met mijn vader over straat en zag ik iemand met brandende banden rond zijn nek schreeuwend de straat oversteken: zoiets vergeet je nooit. Voor onze veiligheid zijn we naar België gevlucht. Plots kwam ik in een grijs land zonder bergen of dieren terecht. Hier was niks, behalve een boel zure mensen. Ik sprak de taal ook niet: ik moest nog Nederlands leren. Een moeilijke aanpassing.
Als tiener werd ik misbruikt. Ik zit nog steeds in een zelfhulpgroep. (Boos) Ik ben dat ooit bij de politie gaan melden, maar daar kreeg ik te horen: ‘Dat is al dertig jaar geleden, zegt u? Dan is het verjaard.’ Waarop ik: ‘Zulke dingen verjaren niet. Ik denk er nog elke dag aan.’ Mijn pedofiel loopt nog altijd vrij rond. Als je acht jaar lang elk weekend wordt verkracht, ga je er trouwens ook aan twijfelen of je nu hetero, homo of bi bent.
Ik kampte dus al met mentale problemen toen ik op mijn 15de voor het eerst Europees kampioen shorttrack werd. Zodra je op hoog niveau aan sport doet, komt daar nog eens een ongelofelijke druk bovenop. Je kunt enkel een topper worden als je tot het uiterste gaat.»
HUMO Met als gevolg dat je zowel je mentale als fysieke grenzen overschrijdt?
BLANCHART «Het probleem manifesteert zich pas daarna. Neem nu de Olympische Winterspelen, dat is een soort Disneyland voor topsporters: je wordt begeleid tijdens de aanloop ernaartoe, maar daarna val je in een zwart gat. In andere landen waren er psychologen die je ook ná de wedstrijd bijstonden, maar in België niet. Ik werd als een rebel gezien omdat ik opkwam voor de sport en voor mezelf, terwijl sommigen daar volgens mij puur voor het profijt zaten: Jacques Rogge en BOIC-voorzitter Adrien Vanden Eede bijvoorbeeld. Dat zorgde voor heel wat frustratie.
Je mag ook de eenzaamheid niet onderschatten. Je staat dan wel op een podium terwijl de Brabançonne weerklinkt, maar even daarna zit je toch weer alleen op je hotelkamer. Ik heb meer dan eens met een medaille rond mijn nek op bed zitten huilen.
»En dan zijn er nog die demotiverende blessures. Eind jaren 80 heb ik in iets meer dan een jaar tweemaal een open beenbreuk opgelopen. M’n voet lag bij wijze van spreken naast m’n knie, waardoor de dokters eerst aan een beenamputatie dachten. Dat ik puur op wilskracht toch wist te herstellen in een jaar tijd, was volgens hen een medisch wonder.
In 1992 werd ik 6de op de Olympische Winterspelen in Albertville, maar twee jaar later eindigde ik pas 31ste op de Spelen in Lillehammer. Plots had ik afgedaan bij het publiek. Dat is eigen aan de mens, die supportert alleen voor winnaars. Welke Vlaming was geen fan van Sven Nys? Maar dat komt hard aan. Ik zakte weg in een post-olympische depressie.
Al die dingen hebben er samen voor gezorgd dat ik van m’n 19de tot m’n 31ste met zwarte gedachten worstelde. Ik heb in die periode veertien zelfmoordpogingen ondernomen.»
HUMO Veertien?
BLANCHART «Aanvankelijk waren het noodkreten. Je slikt één doos pillen in plaats van twee, want je weet: als ik er twee neem, ben ik écht dood.
De eerste keer woonde ik nog thuis. M’n familie merkte dat er iets niet pluis was: als je zoveel pillen slikt, word je troebel in je hoofd en kun je niet goed meer praten. Toen ze de pillen zagen liggen, hebben ze meteen de hulpdiensten gebeld. Op de spoedafdeling kreeg ik onmiddellijk een maagspoeling.»
HUMO Gaf je familie gehoor aan die noodkreten?
BLANCHART «Ze reageerden vol ongeloof. ‘Zoiets kan niet gebeuren met ónze zoon.’ Mensen die aan zelfverminking doen of een eetstoornis hebben, maken hun problemen zichtbaar. Maar aan mij was niets te zien. Ik praatte er met niemand over. Het kwam als een schok voor hen. Anderen vinden je dan weer een aandachtstrekker.
De meeste pogingen volgden elkaar snel op. Ik heb me ook eens verhangen, om me na 20 seconden weer op te trekken. Geen idee waar ik die kracht nog vandaan heb gehaald. Voor m’n allerlaatste poging had ik pillen opgespaard en de beste fles whiskey gekocht: ‘Nu lukt het zeker.’ Dieter Troubleyn heeft mij toen gevonden en naar het ziekenhuis gebracht. Ik heb anderhalve dag in coma gelegen. Plots word je wakker in een ziekenhuisbed: ‘Shit, het is niet gelukt.’ De dokter van de spoedafdeling zei kwaad: ‘Meneer Blanchart, nu is het welletjes geweest!’ Terecht, misschien.»
HUMO Misschien?
BLANCHART «Als je op het punt staat zelfmoord te plegen, denk je: ‘Ík beslis, ík wil eruit.’ Wat iemand anders denkt, kan je op dat moment niet schelen.
Ontgoochelingen waren mijn drijfveer. Mijn gevoeligheid zorgt ervoor dat ik nog steeds niet graag leef. We zijn op de wereld gezet om geluk te ervaren. Maar als je elke dag miserie ziet – je hoeft alleen maar je tv aan te zetten – vraag je je af wat het nut van het leven is. Ik beschouw het leven als één lange zelfmoordpoging. Mensen snappen dat niet als ze mij zien: ‘Jij bent toch een mens van het goede leven?’ Ik maak levendige en kleurrijke schilderijen, ik lach en reis veel. Maar toch geniet ik niet van het leven.
Na m’n sportcarrière ben ik veel over het boeddhisme beginnen te lezen, op zoek naar de zin van het leven en de dood. Volgens het boeddhisme zijn de geboorte en de dood natuurlijke levensfases. Als westerlingen koppelen wij veel positieve emoties aan de geboorte, maar de dood bekijken we heel negatief. We associëren ze met pijn, verdriet en verlies. Terwijl je toch niet bang moet zijn voor een natuurlijk proces?
Over zelfdoding heb ik ook al veel gelezen. Ik ben ervan overtuigd dat het gewoon in mij zit, in mijn genen.»
HUMO Naast een mogelijke genetische aanleg heb je als kind helaas verschrikkelijke dingen meegemaakt.
BLANCHART «Veel mensen gaan gebukt onder emotionele pijn. Neem nu alcoholici of drugsverslaafden: dat is een vertraagde vorm van zelfmoord. Je leven en je gezin gaan eraan kapot.
Ik combineer al jaren medicatie en therapie — zowel bij een psycholoog als bij een psychiater. Maar een depressie heb je nooit volledig in de hand. Je kunt ze stabiliseren, maar ze kan plots de kop opsteken, zelfs mét medicatie. Dan kruip ik in een hoekje en begin ik te huilen als een kind. Door die knagende zielenpijn. Op school krijg je niet aangeleerd hoe je daarmee moet omgaan, en psychotherapie is hier nog altijd een taboe. We slikken liever pillen, terwijl erover praten het enige is wat helpt. En dat moet je zélf doen. Hoe langer je daarmee wacht, hoe erger het wordt. Maar ik zou meteen een hand afstaan, mocht daarmee mijn zielenpijn verdwijnen.
De extreme hoogtes en laagtes die je als topsporter ervaart, doen er wellicht ook geen goed aan. Topsport is een vorm van manie. Kijk naar Wito De Meulder: hij haalde een diploma biologie aan de KU Leuven, studeerde af als klassiek pianist aan het Lemmensinstituut én sprak tien talen. Een gewone triatlon volstond niet voor hem: hij deed aan ultratriatlons, over dubbele afstanden, en brak wereldrecords. Alles wat hij deed, deed hij vol overgave. En plots ging het fout. Vijf weken voor zijn 35ste verjaardag heeft hij zelfmoord gepleegd. Van de ene dag op de andere zaten we in de kerk, om hem te begraven.
Ik heb door mijn sportcarrière een paar keer de wereld kunnen rondreizen: Sydney, Seoul, Peking, Moskou, New York. Je zit op een rollercoaster en pas als je uitstapt, besef je: dit is gewoon een circus.»
HUMO Kon je bij je vrienden terecht?
BLANCHART «Weinigen kunnen of willen erover spreken. Nu, eigenlijk kán je omgeving je ook niet helpen. Scheen de zon, dan trok ik de gordijnen gewoon dicht.
»Een relatie kan helpen om de zucht naar zelfdoding in te tomen. En ik heb ook veel steun gehad aan lotgenoten. Wie een zelfmoordpoging onderneemt, wordt in het crisisinterventiecentrum opgenomen. Daarna gaan ze dieper in op je problemen, in therapieën en praatgroepen. Je hoort er nogal wat: ‘Ik ben 33, terminaal en heb nog twee maanden te leven.’ Of verhalen van mensen die hun kinderen hebben verloren in een brand. Dan ben je beschaamd en denk je: wat kom ík hier eigenlijk doen?»
HUMO Kom je dan met frisse moed weer buiten?
BLANCHART «Je voelt je gesterkt. Je krijgt nieuwe ideeën en energie: ‘Dit en dat wil ik nog doen.’ Maar die ommekeer lukt enkel door een combinatie van medicatie en heel veel praten.
Ik ben al heel wat vrienden verloren aan zelfdoding. Yasmine (artiestennaam van wijlen Hilde Rens, red.) kende ik goed. (Begint te zingen) ‘Vraag me niet waarom…’ Ze had me destijds gevraagd of ik één van haar achtergronddansers wilde worden. ‘Voor u doe ik dat, schat!’ Ik heb tien keer op het podium van ‘Tien om te zien’ gestaan. Ik zei: ‘Hilde, nu moet ik stoppen, want ik moet volgend jaar naar de Spelen.’ (lacht) Hilde had alles: geld, succes, goeie nummers. Maar toen zij en Marianne Dupon (haar toenmalige partner, red.) een kind kregen, vond ze het moeilijk dat de liefde voor dat kind primeerde. Zij wilde óók nog liefde krijgen. Achteraf heb ik gehoord dat ze haar eerste poging al had ondernomen op haar 13de, maar ze heeft daar nooit met een woord over gerept.
(Zucht) Na een zelfmoord hoor je vaak: ‘Ik snap het niet!’ Maar je kúnt het ook niet snappen. Ik ken een moeder met drie kinderen die een mislukte poging achter de rug heeft. Ze zei: ‘Het was sterker dan mijn moedergevoel.’ Waarom kunnen mensen dat niet aanvaarden?
Een rouwproces na een zelfmoord is zwaar, omdat je geen afscheid hebt kunnen nemen. Maar wie een kind heeft verloren aan zelfdoding, helpt zichzelf echt niet door de rest van zijn leven de vraag te blijven stellen wat hij fout heeft gedaan.»
HUMO Voor we je tot slot een knuffel geven, Geert: denk je dat je ooit nog een poging zal ondernemen?
BLANCHART «Ik heb geen behoefte meer aan de dood. Als ik morgen zou komen te gaan, dan kan men zeggen: ‘Geert heeft een rijkgevuld leven gehad.’ Na m’n sportcarrière heb ik bij Studio Brussel gewerkt, heb ik een theateropleiding gevolgd in Amsterdam en ben ik naar de kunstacademie gegaan. Momenteel kom ik aan de bak als kunstenaar en als securityguard op festivals en concerten. Ik heb de wereld rondgereisd, heb alles kunnen doen wat ik wil. Ik heb die zelfmoordpogingen een plaats kunnen geven, maar ik wil wel nog altijd zelf bepalen wanneer het genoeg is geweest: ik wil geen 90 worden en in een karretje rondrijden. Het is dus goed mogelijk dat ik op mijn 75ste zeg: ‘Dank u vriendelijk en kus allemaal mijn kloten, ik geef een vat of drie!’ Wie weet is de euthanasiepil tegen dan in vrije omloop?
Ik hoop dat artikels als dit het begrip voor zelfdoding zullen vergroten, en dat ze het leed van lotgenoten zullen weten te verzachten. En alsjeblief: laat oud zeer niet onderhuids sluimeren, maar praat erover met een professional.»
Guy Swinnen ‘Huilen op een stoel’
Na de split van The Scabs in 1996 zonk frontman Guy Swinnen (58) weg in een zes jaar durende depressie die gepaard ging met suïcidale gedachten. Hij weet hoe belangrijk het is om openlijk over psychische problemen te praten en hoefde dus niet lang na te denken toen hij acht jaar geleden het peterschap van Te Gek!? kreeg aangeboden.
GUY SWINNEN «Hoewel we zelf hadden beslist om The Scabs te ontbinden – we stonden niet meer als groep op het podium, maar als vier individuen – voelde het toch alsof de grond onder m’n voeten wegzakte. We hadden ook niet verwacht dat de split zo’n impact zou hebben. Het werd een item in ‘Het journaal’ en ‘Het nieuws’, en plots hingen er huilende volwassen mannen aan de lijn.
Ik viel in een zwart gat. Als je gaat optreden, ben je elke week onderweg met een tiental kameraden. Je gaat lekker eten, krijgt applaus voor je nummers en daarna ga je samen nog wat pinten pakken. Plots zat ik ’s zaterdags alleen voor de tv. Ik heb toen meteen een soloalbum (‘Hazy’, red.) gemaakt, maar dat werd lauw onthaald. Daardoor begon ik aan mezelf te twijfelen. ‘Kan ik geen goeie songs meer schrijven? Wat is er aan de hand? Ik doe toch krek hetzelfde als vroeger?’
Ik ging te rade bij mijn vrouw, maar toen is er bij haar een oud zeer bovengekomen. Ik had haar tien jaar daarvoor bedrogen, wat ik destijds had toegegeven (en waar het nummer ‘Hard Times’ over gaat, red.). Maar we hadden het nooit uitgepraat, omdat zij er zo weinig mogelijk over wilde weten. Toen is die etterbuil opengebarsten: ‘Jij hebt indertijd dit en dat gedaan, nu moet je niet bij mij komen met je problemen!’ We zijn in relatietherapie gegaan, maar na verloop van tijd zag mijn vrouw het niet meer zitten. Wat ik ook snap: samenleven met iemand die depressief is, valt niet te onderschatten. We zijn uit elkaar gegaan, en ik ben alleen gaan wonen in het Prinsenbos in Assent. Een prachtige locatie, maar ik deed het vooral om zo weinig mogelijk mensen in de buurt te hebben.»
HUMO Was er niemand bij wie je terechtkon?
SWINNEN «Mijn vroegere manager, Lou Berghmans, is me trouw gebleven: hij waakte over mijn soloproject. Maar voor een buitenstaander is het heel moeilijk om te begrijpen wat je doormaakt. Ik had geen energie meer. Optreden was een grote opgave. Telkens als ik met hangende schouders naar huis vertrok, was Lou de wanhoop nabij: ‘Ik steek hier zoveel energie in!’ Hij had de beste bedoelingen, maar zo zit het helaas niet in elkaar.
De eerste keer dat je tegen je omgeving zegt: ‘Ik voel me niet goed,’ luisteren ze naar je. Maar na verloop van tijd lopen mensen in een boog om je heen: ‘Daar is hij weer met z’n gezaag.’ Als je diep zit, praat je enkel over negatieve dingen. Dan ben je geen aangename mens, hè. Dat is het gevaarlijke: zo zak je weg in een isolement dat steeds dieper wordt. En dán steken suïcidale gedachten de kop op: ik moet hier weg, niemand heeft mij nog graag. Het was een periode van totale leegte. Ik zat helemaal alleen met mijn gedachten in mijn huisje in de bossen. Ik dronk veel en liep de godganse dag stoned rond. Ik begon plannen te smeden: ‘Hoe ga ik het aanpakken zodat mijn vrouw, mijn kinderen en de buitenwereld niet weten dat het zelfmoord is?’ Om mijn kinderen te sparen. En om de verzekering in de zak te zetten, zodat mijn vrouw toch nog geld zou krijgen (lacht).
Had ik geen kinderen gehad, dan was ik ermee doorgegaan. Ik heb er dagen over lopen tobben. Tot ik besefte: shit, die gasten zijn nog zo klein! Die kinderen zijn er door mij, en nu zou ik plots zeggen: ‘Foert, trek jullie plan’? Dat vond ik laf.»
HUMO Afgezien van je kinderen was er niemand om je op andere gedachten te brengen?
SWINNEN «Er was toen een soort Florence Nightingale in mijn leven (lacht). Ik had een vriendin die tot een gat in de nacht samen met mij joints rookte en naar films keek. Ze was niet alleen mijn partner in crime in dat escapisme, maar ook een gesprekspartner. Het was een heel intense, passionele relatie. Zij begreep mijn eenzaamheid en ik kon mezelf zijn. Dat heeft me enorm geholpen.
Een depressie verandert je. Op den duur herkende ik mezelf niet meer. Voordien was ik joviaal en open, maar tijdens mijn depressie begon ik me zorgen te maken over wat anderen over mij dachten – terwijl ik me daar vroeger níéts van aantrok. En ik vond de moed niet om ook maar íéts te doen. Op de schoolvoorstellingen die ik geef voor Te Gek!? vergelijk ik dat altijd met letterlijk in een diepe put zitten. Er staat een ladder klaar die je helemaal tot boven wilt beklimmen, maar het kost je enorm veel moeite om je voet op de onderste sport te zetten. Neem nu iets simpels als het gras afrijden. Als gezonde mens denk je achteraf tevreden: ‘Voilà, het is toch maar weer gebeurd.’ Tijdens mijn depressie zat ik gewoon naar het gras te kijken: ‘Wat voor zin heeft het? Binnen veertien dagen kan ik herbeginnen.’ Alles lijkt nutteloos. Ik heb toen in Humo een interview gelezen met iemand die vertelde dat hij het zelfs de moeite niet vond om de veters van zijn schoenen te knopen. Ik begreep dat: een verlammend gevoel.
Ik heb vaak komedie gespeeld. Ik zette de kinderen af aan school, maar zodra ik thuiskwam, ging ik op een stoel zitten en begon ik te huilen. Ik heb het pas vijf jaar later aan mijn zonen verteld. Dat heeft hun een aantal dingen duidelijk gemaakt: ‘Ah, dáárom bleef je vroeger altijd zo lang wakker!’
Na een tijd realiseer je je dat er iets moet gebeuren. Eigenlijk is een depressie een heel lange zelfmoordpoging. Je begint je roekeloos te gedragen. Ik ben indertijd weleens dronken in de auto gestapt, om toen ik thuiskwam te denken: shit, hoe ben ik hier geraakt? Iedereen heeft zijn eigen manier om met een depressie om te gaan: de ene vlucht in drank of drugs, de andere eet zich ziek, maar het zijn allemaal manieren om de pijn te verdoven. Je hebt geen respect meer voor jezelf. Dat moet je zien te counteren.»
HUMO Hoe heb jij dat gedaan?
SWINNEN «Hoewel het me veel energie kostte om onder de mensen te komen, voelde ik dat m’n batterijen weer opgeladen waren als ik tegen alle verwachtingen in een leuke avond had beleefd. Daaraan voel je dat een depressie niet alleen je geest, maar ook je lichaam beïnvloedt: ze haalt je hele hormonenhuishouding overhoop. In het begin nam ik antidepressiva en ging ik naar een therapeut, maar die medicatie werkte storend voor mij als muzikant. Ze neemt niet alleen de laagtes, maar ook de hoogtes weg. Ik werd er heel onverschillig van. Toen ik me begon af te vragen of het nog wel de moeite was om muziek te blijven maken, ben ik gestopt met die medicatie. Het is sowieso een misverstand dat antidepressiva geneesmiddelen zijn. Ze zijn een hulpmiddel, maar je moet nog altijd zélf uit je depressie zien te raken. Als je je demonen niet aanpakt, dan mag je nog twintig jaar antidepressiva nemen, je depressie zal er niet door verdwijnen. Dat lukt enkel door erover te praten. Wie daarentegen de hele nacht doorfeest, duwt zijn problemen voor zich uit. Ik heb vier jaar lang met een therapeut gepraat over mijn overspel, over mijn drank- en druggebruik, en over The Scabs. Elke keer werd er een beetje in de wonde gepeuterd. Daar kwamen soms heftige emoties bij los, maar achteraf voelde ik me opgelucht: ‘Fieuw, ’t is eruit. Ik heb weer iets uit mijn rugzak kunnen gooien.’
Ik moest mezelf ook terugvinden. Als jonge gast was ik heel sociaal en erg anti-drugs. Toen ik op een bepaald moment elke dag zat te blowen in dat bos, besefte ik: dit ben ík niet. Ik heb toen alle kleine en grote verslavingen uit m’n leven gebannen en heb geprobeerd regelmaat in m’n dag te steken. Zo ben ik er langzaamaan uitgeraakt. En het fantastische was: eenmaal ik voelde dat het beter begon te gaan, kon ik me al niet meer inbeelden dat ik ooit zó diep had gezeten.»
HUMO Ken je mensen die er nooit uitgeraakt zijn?
SWINNEN (knikt) «Ik heb al vaak zulke begrafenissen bijgewoond. Eén van de zwaarste was die van een jong meisje, ik kende haar als een vrolijke vrouw. Typisch: ze deed zich anders voor dan ze zich voelde, eigenlijk zat ze al maandenlang niet goed in haar vel. Verschrikkelijk. Ze was nog maar eind de 20. De kerk zat vol, iedereen was aan het huilen. Had ze dat kunnen zien, dan zou ze het volgens mij niet over haar hart gekregen hebben om de stap te zetten. Dan had ze geweten: die mensen zien mij graag. Al de rest is van geen belang.»
HUMO Zelf heb je met het Scabs-nummer ‘Nothing on My Radio’ het leven van een fan gered.
SWINNEN (knikt) «Die gast is mij komen zeggen: ‘Ik heb er honderd keer na elkaar naar geluisterd. Daarna heb ik beslist geen zelfmoord te plegen.’ Het is een nummer over iemand die ’s nachts aan zelfdoding zit te denken: ‘Life, death, what is best / If this is life I’m not impressed.’ Uit de lyrics blijkt niet of hij er uiteindelijk ook mee doorgaat, ik heb ze bewust dubbelzinnig gehouden. Het is geschreven naar aanleiding van de depressie van onze drummer. Ik was toen zelf nog niet depressief (lacht).
Nu begrijp ik die fan, trouwens. Tijdens mijn depressie heb ik de prachtige demoversie van Bob Dylans ‘Born in Time’ op repeat gezet. Tekstueel gezien heeft dat nummer niets met zelfmoord te maken, maar de sfeer is zwaar en traag. Voor mij werkte dat therapeutisch.»
HUMO Waarom zijn veel muzikanten getormenteerde zielen zijn die hun toevlucht nemen tot zelfdoding?
SWINNEN «Omdat we met gevoelens werken. Vóór The Scabs werkte ik in een drukkerij, maar toen ik muziek begon te maken, kwam mijn gevoelige kant meer naar boven.
Door mijn depressie heb ik geleerd niet alles zo persoonlijk te nemen. Na The Scabs heb ik op m’n eentje akoestische sets in cafés gespeeld – een ontnuchtering als je grote zalen gewend bent. Als er dan ook nog eens iemand beschonken roept: ‘Allee, Guy’ke, speel ‘Matchbox Car’, komaan!’ dan is het moeilijk om vrolijk te blijven. Ondertussen weet ik dat dat niets met de kwaliteit van je muziek te maken heeft: mensen gaan nu eenmaal op café om zich te amuseren. De ijdele streber uit The Scabs zit dus niet meer in mij. Ik maak nog graag muziek en vind het fijn dat sommigen er iets aan hebben, maar ik koester niet langer de illusie dat ik er de wereld mee ga redden.»
HUMO Het gaat dus goed met je?
SWINNEN «Momenteel ga ik door een zware periode. Mijn ma is begin dit jaar overleden. Ze was vorig jaar beginnen te dementeren na een hartaanval. Die aftakeling… dat was verschrikkelijk om te zien. Naar het einde toe besefte ze amper dat ze nog leefde. Niet lang daarna is m’n hond gestorven, die m’n trouwe compagnon was tijdens m’n depressie. En onlangs heeft een goeie vriend me verteld dat hij slecht nieuws heeft gekregen van de dokter (zucht). Ik moet ervoor zorgen dat ik m’n gedachten kan verzetten. Heb ik een vrije dag, dan plan ik een saunabezoek in. En met het hondje van m’n vader maak ik lange boswandelingen. Dat is voor mij het equivalent van vijf koppen koffie.
Een depressie valt te vergelijken met een verfrommeld blad papier dat je weer glad probeert te strijken: de vouwen zullen er altijd in blijven zitten. Het gaat nooit helemáál weg. Maar ondertussen herken ik de signalen en weet ik wat de oplossingen zijn. Ik ben er zeker van dat ik nooit meer zelfmoordplannen zal smeden. Dat is gepasseerd, en ik wil het niet nog eens meemaken (lacht).»
”HUMO Heb jij een idee waarom het zelfmoordcijfer in België — drie per dag — zo hoog ligt?
SWINNEN «Misschien heeft het te maken met de stugheid van de Vlaming: ‘Zaag niet!’ Daardoor plooien mensen zich sneller op zichzelf terug: ‘Ik moet mijn eigen problemen oplossen.’ En daarnaast moet je niet alleen je depressie, maar ook het stigma dat errond hangt overwinnen. Na een voorstelling van Te Gek!? komen mensen mij met enige schroom aanspreken: (op fluistertoon) ‘Ik heb ook een depressie gehad.’ Daaruit blijkt hoe moeilijk het is om dat taboe te doorbreken.
Tegelijk hebben we al een lange weg afgelegd. Onze documentaire over jongdementerenden met wie we naar Frankrijk zijn getrokken, werd uitgezonden op Eén, hoewel het zware kost was. En steeds meer bekende mensen durven ervoor uit te komen dat ze een depressie of een burn-out hebben gehad. Dat was vijf jaar geleden wel anders. Toen ik gevraagd werd voor Te Gek!? zei m’n management: ‘Zou je dat wel doen? Straks draag je voor altijd het stempel van ‘die met zijn depressie’!’ So what? Het is belachelijk én gevaarlijk om er níét over te praten. Lou Reed heeft een muziekcarrière ooit omschreven als ‘growing up in public with your pants down’. (lacht) Als ik mijn privacy moet opgeven om dat taboe te doorbreken: graag.
Dit jaar staat de Werelddag voor Geestelijke Gezondheid (10 oktober, red.) in het teken van jongeren. Wel, onze schoolvoorstellingen richten zich op de laatstejaars van het secundair onderwijs. Na zo’n voorstelling ben ik eens op aanraden van een meisje met haar vriendin gaan praten, en uit wat zij me vertelde, kon ik direct afleiden: ze is iets van plan en ’t zal niet lang meer duren. Ik heb dat meteen aan de directie en het lerarenkorps gemeld. Die zeiden: ‘We weten dat ze problemen heeft, maar we zullen nog eens met haar praten.’ Een maand later heeft ze effectief een poging ondernomen. Ik ben met haar beginnen te mailen, en kreeg haar trieste verhaal te horen: ze was al verschillende keren opgenomen. Ondertussen is ze aan de beterhand, en dat doet me plezier. Ze is onlangs naar een optreden komen kijken, maar durfde geen dag te komen zeggen (lachje) .
Maar je ziet ook dingen ten goede veranderen in het onderwijs. In het Prizma Campus College in Izegem is er een lokaal waar leerlingen naartoe kunnen met om het even welk probleem – ouders, drugs, depressie, noem maar op. Daardoor wordt er ingespeeld op een duidelijke nood: verhalen over anorexia en zelfverminking zijn helaas schering en inslag op scholen. Wat voor zorgeloze jeugd heb ik gehad in vergelijking met de jeugd van tegenwoordig! Ze moeten er goed uitzien, want ze worden constant bekeken. Ze krijgen een overvloed aan informatie te verwerken en moeten presteren in een wereld die geen zekerheid biedt. Begin er maar eens aan!»
HUMO Ter afsluiting nog goede raad, Guy?
SWINNEN «Práát over je problemen, maar weet dat je omgeving enkel een luisterend oor kan bieden. Ga dus ook naar de huisdokter: die kan je doorverwijzen naar een psycholoog of psychiater. En ken je iemand die het moeilijk heeft, oordeel dan niet en geef zeker geen ‘makkelijke’ goeie raad. Wie in een depressie zit, weet dat boutades als: ‘Kop op, alles komt goed!’ uit de mond komen van iemand die zich er snel van af wil maken. Laat liever merken dat je hem of haar graag ziet. Je hebt er geen idee van hoe belangrijk dat is.»