Wat als uiteindelijk de waarheid niet meer telt?

Journalist Tom Kleijn: de feiten schuiven steeds verder naar achteren

Brainwash – Tom Kleijn – 18.08.2019

In Brainwash Talks van Human buigen journalisten, schrijvers, wetenschappers, theatermakers en filosofen zich over de grote persoonlijke en maatschappelijke vragen van nu. Deze keer journalist Tom Kleijn over verslaggeving, fake news en de waarheid.

“In het najaar van 2012 stond ik in een gymzaaltje van een middelbare school in New Hampshire, in Amerika. We stonden te wachten op presidentskandidaat Mitt Romney. Hij stond aan kop in de peilingen, en zou uiteindelijk de genomineerde worden. Dus was er veel volk op afgekomen. Veel te veel. Dus was besloten om die avond twee optredens te doen. Eerst één in de kantine, en daarna in de gymzaal. In de gymzaal stond ik te wachten tot Romney klaar was in de kantine.

Maar er ging iets mis: alles wat in de kantine werd gezegd, was via de luidsprekers ook te horen in de gymzaal. Dus kon iedereen alles horen: de grapjes, de ingestudeerde zinnen, de verbazing: ‘Goh! Ik wist niet dat er zoveel mensen woonden hier!’ Een half uur later kwam kandidaat Romney voor ons in de gymzaal het podium op. Om vervolgens exact hetzelfde verhaal te vertellen, inclusief de ingestudeerde grapjes en de gespeelde verbazing over hoeveel mensen er woonden. De mensen in het publiek keken elkaar aan, maar applaudisseerden, lachten om de grapjes en dachten allemaal: ‘Leugentje om bestwil. Moet kunnen. Hoort erbij.’ Alsof je naar het circus was geweest, en precies hebt gezien wat je had verwacht. Iedereen ging tevreden terug naar huis.

Een half jaar later stond ik achter Newt Gingrich, een andere presidentskandidaat, op een podium. Hij had de voorverkiezing in zijn staat gewonnen en hield een overwinningsspeech, waarin hij allerlei dingen zei die sterk overdreven waren of gewoon feitelijk niet klopten. De mensen juichten hem toe, terwijl ze wisten dat veel van wij hij zei niet waar was. Maar het maakte ze niet uit. Zij hoorden wat ze wilden horen. Toen Gingrich daar later door een journalist over bevraagd werd, zei hij: ‘Ik ben politicus. Het maakt mij niet uit wat de feiten zijn of wat de waarheid is, maar wat de kiezer als waarheid voelt.’ Dat was al een stapje verder dan bij Mitt Romney in het gymzaaltje. Van een leugentje om bestwil, naar ‘wat de mensen als waarheid voelen’. Sinds die tijd ging het steeds meer schuiven.

Nog maar een paar jaar geleden, als er iets gebeurde in het nieuws, dan waren er feiten: wat is er gebeurd, hoeveel slachtoffers, wat is de oorzaak, is er wetenschappelijk bewijs? Er was één waarheid, maar er waren wel verschillende interpretaties van die waarheid: rechts ging er de ene kant mee op, zag andere oplossingen of achterliggende problemen dan links, dat er zijn eigen spin aan gaf. In die periode deden de nieuwszenders hetzelfde: verslag doen van wat er gebeurde in de wereld. Een klein deel van de inhoud die zij leverden werd ingevuld door experts, commentatoren of deskundigen, die duiding, kleur en een mening gaven aan wat er net gebeurd was.

Nu, een paar jaar later, is die verhouding totaal omgedraaid: sommige zenders doen nog maar 15 procent van hun tijd verslag van wat er gebeurt, en maar liefst 85 procent wordt opgevuld met panels van deskundigen, gesprekken over interpretatie en het ‘inkleuren’ van het nieuws. Als neutrale toeschouwer die graag wil weten wat er gebeurd is, en daar graag zijn eigen mening over vormt, word je er gek van. De feiten verdwijnen terwijl je zit te kijken. Maar de kijker loves it: in Amerika zijn de kijkcijfers van het rechtse FOX News en het linkse MSNBC gestegen. CNN probeerde het eerst op de ouderwetse manier: verslag doen, en dan beide partijen in de analyse aan het woord laten. Gevolg: de kijkcijfers zakten in en de koers werd snel gewijzigd.

In januari 2017 stond ik op de Mall, het uitgestrekte veld in Washington DC voor de gebouwen van het Congres. Om tien uur in de ochtend zou daar de nieuwe president, Donald Trump, zijn inauguratiespeech geven. Mijn cameraman en ik waren verbaasd: vier jaar geleden en acht jaar geleden bij de inauguratie van president Obama, moest je al om zes uur op het veld staan om niet helemaal achteraan, op bijna een kilometer aan te moeten sluiten. Nu reden we in de taxi rond half negen door de stad en vroegen we ons af waarom het zo rustig was. Op het veld zelf waren de vakken halfvol. Te verwachten, bij een Republikeinse president in een Democratische stad als Washington, maar toch.

De luchtfoto’s een paar uur later lieten de witte vlekken in de menigte zien, en bewezen wat ik zelf had gezien. Je weet het misschien nog wel: een dag later zei Sean Spicer, de kersverse woordvoerder van het Witte Huis dat dit ‘de grootste menigte was die ooit bij een inauguratie was geweest.’ Om er heel hard ‘punt uit!’ aan toe te voegen. Ik keek naar de persconferentie en dacht: ‘Ben ik nou gek, of wordt de wereld hier nu keihard voorgelogen?’ De president zelf zei zelfs dat het prachtig weer was toen hij naar buiten kwam, terwijl ik toch echt de hele ochtend in de regen naar hem had staan kijken.
Feiten, zoals het aantal mensen dat het openbaar vervoer gebruikte die dag, of die luchtfoto’s van de inauguratie, werden genegeerd of zelfs als fake terzijde geschoven. ‘Er zijn feiten, en alternatieve feiten’, zo was de uitleg uit Het Witte Huis. Journalisten kwamen in het geweer, er werden factcheck-redacties opgericht en keer op keer werd gewezen op feitelijke onjuistheden. Maar het hielp nauwelijks. De correcties hadden geen effect meer. Van dat leugentje om bestwil in die gymzaal, via ‘hoe voelt de waarheid’ naar ‘alternatieve feiten.’ We waren met z’n allen weer een stap opgeschoven.

Vanaf toen ging het snel: het gaat inmiddels niet meer alleen om feiten en waarheden in de journalistiek, maar ook bij overheidsdiensten en de wetenschap. Zo mogen instituten als de NASA en ministeries als die van landbouw en milieu het woord climate change niet meer gebruiken. Omdat de Amerikaanse president de opwarming van de aarde in zijn verkiezingscampagne een hoax had genoemd. Het is misschien niet allemaal nieuw: in het verleden werden feiten ook vaak aangepast aan een politieke situatie. Maar nu is het overal, en gaat het verder: als politicus hoef je tegenwoordig geen politieke prijs te betalen als je liegt.

En we schuiven nog even verder door: in Amerika wordt een groot deel van de pers inmiddels als ‘vijand van het volk’ getypeerd. Worden wetenschappers als ‘gek of hysterisch’ weggezet. Maar dat is niet alleen in Amerika. Ook in ons land zijn er politici van grote partijen die ongecorrigeerd een hele rij feitelijke onwaarheden mogen opnoemen, of kunnen roepen om het ontslag van een weerman bij de publieke omroep omdat die het te veel over de opwarming van de aarde heeft. Zaken waarvan die politici weten dat ze er niet over gaan, dat ze er geen invloed op uitoefenen. Maar ze zeggen het toch, omdat ze weten dat het bij hun achterban goed scoort. Dus van een leugentje om bestwil, naar hoe de waarheid voelt, naar alternatieve feiten, tot ‘de boodschapper is gek, of een vijand.’ En wat als uiteindelijk de waarheid niet meer telt? Wat is dan het risico?

Een ijskunstwerk met op de achtergrond het Capitool (foto: ANP/Olivia Hampton).
Ik spreek Amerikanen die zeggen dat ‘de president krijgt ondanks alles toch maar mooi zijn plannen er doorheen.’ Terwijl dat niet het geval is. Ze hebben alleen gezien dat de president heeft gezégd dat hij zijn plannen er doorheen krijgt. Niemand die het nog checkt, of die de verslagen leest van diegenen die het wel hebben gecheckt. Deze Amerikanen hebben het opgegeven. Ze zijn het gewoon gaan vinden. En de voortekenen voor de komende verkiezingen in Amerika – maar ook in Europa en in ons land – zijn somber: er worden fake filmpjes gemaakt, gebeurtenissen verzonnen en waarheden ontkent. De loopgraven worden nog sterker betrokken, de benadering door de media wordt nog harder, en de onafhankelijke verslaggeving – het feitelijke nieuws – wordt steeds minder.

En dat is waar ik me nou vooral zo’n zorgen over maak. Niet eens zozeer over dat iedereen zijn eigen waarheid heeft, en mensen steeds minder naar elkaar luisteren, naar de wetenschap, of naar journalistiek die met nieuws komt dat voor jou misschien wat minder prettig is. Dat zijn allemaal ernstige dingen, waarvan je niet wilt dat ze gebeuren. Maar ik maak me er vooral zorgen over de mensen die het opgeven. Die denken ‘het zal wel.’ Die moe worden van die journalisten die maar blijven zeuren over feiten en gebeurtenissen. De mensen voor wie het uiteindelijk niet meer uitmaakt wat de waarheid is. Want als dat gebeurt, dan wint uiteindelijk diegene die niet het best is voor het land of voor het volk, maar dan wint degene die het beste heeft weten te bepalen, en heeft weten te verkopen ‘wat de waarheid is’.

Dus: blijf kritisch, naar de media, naar de journalistiek, en vooral naar de macht. Laten wij er hier met zijn allen voor zorgen dat wij het niet opgeven. Want: er staat simpelweg te veel op het spel.

Tom Kleijn
Amerika-correspondent

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *