Vandaag de dag

Ik had van een vriend een filmtip gekregen, en heb dus nu naar de film gekeken. En “Paterson” is inderdaad een heerlijke film!
Dit schreef de krant De Morgen destijds over de film:

“Elke dag van zijn leven lijkt een herhaling van de vorige. Elke morgen wordt hij wakker naast een vrouw die te mooi is om naast een buschauffeur te liggen. Elke dag wandelt hij langs dezelfde weg naar zijn werk. En elke dag zit hij aan het stuur van bus 23 en legt hij hetzelfde parcours af in de stad in New Jersey waar hij naar genoemd is. Terwijl hij gaat werken richt zijn veel te mooie vrouw zijn huis weer op een andere manier in het zwart-wit in en als het donker is gaat hij wandelen met zijn Engelse buldog en drinkt hij enkele biertjes in zijn stamkroeg. Een café zonder tv, maar met een schaakbord en een wall of fame. En tussendoor schrijft hij gedichten. De humor zit hem in de toon, in de herhaling, in de zuinigheid.
Jim Jarmusch heeft al eerder aangetoond dat minder meer kan zijn. Zijn film is tegelijk een ode aan de poëzie van William Carlos Williams, een kinderarts uit Paterson die na de werkuren gedichten schreef, zoals Paterson.”

Ikzelf zou de film geen humoristische film durven noemen, maar eerder een  tedere ode aan de poëzie, die vooral in alle gewone gedingen en in alle gewone mensen zit. In een lucifer bijvoorbeeld, of in pruimen, of in de regen… en in een buschauffeur, of een schoolmeisje…
Na de film ging ik dan natuurlijk ook op zoek naar de gedichten van William Carlos Williams, want ik was er van overtuigd dat zijn gedichten mij gingen beroeren, omdat ook voor mij gedichten over alledaagse dingen moeten gaan, en ook voor mij is het niet nodig om die dingen te sublimeren en te onttrekken aan de realiteit, om er de schoonheid van in te zien. Eenvoud kan nog altijd niet verbeterd worden, ook niet door de dichter.
Poëzie schrijf je met beide voeten op de grond en moet gaan over de wonderbaarlijke alledaagsheid, en die alledaagsheid liefst beschreven in de meest toegankelijke taal, zodat iedereen ze met andere ogen kan bekijken.

De handeling
Daar stonden de rozen, in de regen.
Snij ze toch niet af, vroeg ik.
Ze blijven niet, zei ze.
Maar ze zijn zo mooi
waar ze zijn.
Ach, mooi waren we allemaal eens,
zei ze
en sneed ze af en gaf ze me
in de hand.

The Act
There were the roses, in the rain.
Don’t cut them, I pleaded.
They won’t last, she said.
But they’re so beautiful
where they are.
Agh, we were all beautiful once, she
said,
and cut them and gave them to me
in my hand.

William Carlos Williams

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *