Religieuze waanzin

Hoe en waar we kinderen kunnen inenten tegen religieuze waanzin

De Morgen – 14.09.2019
Door Nick de Clippel is filosoof en werkt als leerkracht.

Onderzoeksjournalistiek van de Nederlandse media NRC en Nieuwsuur bracht deze week een beeld van salafistische organisaties die via moskeescholen hun extreme leer verspreiden bij kinderen. “Dit is een wake-upcall, ook voor Vlaanderen”, klonk het in De Morgen (DM 12/9). Een paar papegaaiende nepprofeten — pardon my French — uit wier monden niets dan fanatisme, segregatie en onzin klinkt, waren zo oorzaak van nog maar eens een stortvloed aan goede ideeën om religieuze radicalisering in te dijken.

Een van die suggesties was om toch zeker de twee wekelijkse uren godsdienstonderwijs niet te halveren, wat de volgende regering misschien in haar programma zet. Een suggestie die overigens niet alleen van de moslims komt, maar ook van een aantal katholieke commentatoren die niet kunnen begrijpen dat er zelfs bij de CD&V mensen rondlopen die accepteren dat minder dan 10 procent van de bevolking nog echt katholiek is.

Allicht spelen verschillende (eigen)belangen een rol bij die stelling. Elke aanbieder van godsdienstonderwijs is immers tegelijk een organisatie die mensen jobs geeft, de eigen overtuigingen wil veiligstellen en geldstromen beheert. Maar laten we dat even terzijde houden.

Wie zich de vraag stelt hoe en waar we kinderen kunnen inenten tegen religieuze waanzin, moet nochtans niet ver zoeken naar een antwoord: de school. Een plichtvak waarin jongeren leren nadenken over de eigen religie, de andere overtuigingen en de plaats daarvan in de maatschappij is uiteraard geen garantie op wat dan ook, maar het is onmiskenbaar een stap in de goede richting. Dat vak komt dan best in de plaats van het bestaande levensbeschouwelijke onderwijs. Godsdienstonderwijs kan dan nog altijd facultatief aangeboden worden, buiten de schooluren.

Een tweede antwoord is controle. In de liberale democratie is vrijheid hoofdbekommernis, maar geen enkele vrijheid is absoluut. Vrijheid van vereniging wil niet zeggen dat men bij Schild en Vrienden om het even wat mag rondbazuinen, of dat in de sportclubs de lichamelijke integriteit van jongeren niet gegarandeerd moet zijn. We kunnen best een voorstel van bij de Nederlanders volgen en controle opleggen aan alle verenigingen die zich met onze kinderen bezighouden. Al onze kinderen. Geloof en het religieuze middenveld hebben niet zomaar een absoluut recht op de toekomst van de jongeren.

Garagemoskeeën

De salafisten zijn – begrijpelijk – de kop van Jut, maar het is een inschattingsfout dat problemen zich beperken tot een marginaal groepje van die strekking. Er is ook dat wat uit vrees voor beschuldiging van islamofobie vergeten lijkt: er was in het recente verleden al meermaals heisa rond wat verteld werd in islamlessen. Niet alleen in obscurantistische garagemoskeeën, maar ook in het reguliere onderwijs. Ik twijfel er niet aan dat veel islamleerkrachten alleen maar van goede wil kunnen beticht worden, maar het is een publiek geheim dat de gelijkheid van man en vrouw, de evolutieleer, homoseksualiteit en dergelijke meer op gespannen voet staan met de heilige boeken.

Hetzelfde geldt overigens ook voor de joodse scholen, terwijl de christelijke obediënties (katholieken, protestanten en anglicanen) – een zeldzame pilaarbijter niet meegerekend – wél bij de tijd zijn. Het punt is echter dat de overheid geen inspraak heeft in wat wel en niet verteld mag worden tijdens de levenbeschouwelijke lessen. Dat is een privilege van de vrijheid van onderwijs. Een garantie tegen onaanvaardbare religieuze indoctrinatie kan dus alleen gegeven worden tijdens een door de overheid ingericht plichtvak, zoals hierboven al aangegeven.

En neen, we worden niet overspoeld door horden kromzwaarden en de islamisering van de samenleving is een kwakkel, maar het is wel zo dat meer en meer kinderen koranschool lopen en dat een orthodoxe lezing van de Koran in opmars is en dat een minderheid altijd ‘the power to disrupt’ heeft. Bovendien willen we jonge moslims zoveel als mogelijk gelijke kansen bieden. Verplicht godsdienstonderwijs is daar sowieso niet het beste middel voor.

Nick de Clippel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *