Zwanger!

Maken zwangere vrouwen zich te snel zorgen?

Ze weten wat ongewassen sla met een foetus kan doen en zien soms complexe problemen. Maar maakt dat zwangere vroedvrouwen en gynaecologen ongeruster dan andere moeders in spe? En hoe ver gaan zij mee in de medische overconsumptie die het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg aankaart? 

Voor het eerst zwanger: ‘Nu weet ik eindelijk waarover mijn patiëntes soms klagen’, lacht Ann Bonnaerens.

Een beetje misselijk en vooral erg moe: zo voelde gynaecologe Ann Bonnaerens (33), nu 36 weken ver, zich tijdens de eerste maanden van haar zwangerschap. ‘Eindelijk weet ik waarover mijn patiëntes zo vaak klagen’, zegt ze lachend. Buiten die onschuldige zwangerschapskwaaltjes beleefde de Antwerpse gynaecologe tot nu toe een probleemloze zwangerschap. ‘Ik heb dus ook geen redenen om ongerust te zijn. Net door mijn beroep ben ik minder angstig dan andere vrouwen: ik stel immers elke dag vast dat de meerderheid van de zwangerschappen probleemloos loopt. Zwangere vrouwen overschatten de kans dat er iets misloopt. Ik was mijn groenten zelf ook vijf keer en eet geen slaatjes op restaurant meer vanwege het risico op toxoplasmose (een parasiet die ernstige afwijkingen bij een ongeboren kind kan veroorzaken, red). Alcohol drink ik sowieso niet. Maar voorts denk ik dat ik vrij relaxed omga met mijn zwangerschap. Ik ken collega’s die elke dag een echo van hun zwangere buik nemen. Gewoon om zichzelf gerust te stellen.’

‘Ik laat braafjes om de vier weken mijn echo’s nemen door een collega. Ze stellen me gerust. Mijn partner gaat altijd mee – dat vind ik heel belangrijk. Ik neem bewust geen extra echo’s met het toestel op het werk. Stel dat ik tijdens zo’n echo toch een afwijking bij mijn kindje zou vaststellen, dan zit ik alleen met mijn verdriet. Op zo’n moeilijk moment wil je iemand naast je om je te ondersteunen.’

De frequentie van echo’s is regionaal gebonden, stelt ze vast. ‘In het Antwerpse, waar ik werk, is de regel dat je vrouwen om de vier weken ziet voor een echo. Toen ik als assistente in Limburg werkte, kregen zwangere vrouwen maar drie echo’s op hun hele zwangerschap. Zelf vind ik het beter om de vier weken een echo te nemen. Bij een patiënte heb ik zo ooit vastgesteld dat haar kindje een zwaar blaas- en nierprobleem had. Die vrouw heeft beslist om haar zwangerschap af te breken. Als je een zwangerschap pas na de twintigwekenecho zou afbreken, is dat emotioneel nog zwaarder. Je voelt je kindje dan al bewegen.’

‘Ik maak mijn patiënten duidelijk dat 3D-echo’s of zogenaamde pret-echo’s geen toegevoegde waarde hebben. Maar zelf heb ik er ook laten nemen. (lacht) Soms is het te verleidelijk om je kindje al eens te kunnen zien.’

Artsen doen te veel echo’s en bloedonderzoeken bij zwangere vrouwen, stelt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in een nieuw rapport (DS 25 april). Driekwart van de vrouwen worden nu twee keer getest op toxoplasmose, bijna de helft van de zwangeren liet zich ook minstens twee keer testen op het cytomegalovirus (CMV), dat net als toxoplasmose afwijkingen bij het ongeboren kind kan veroorzaken. Eén keer per zwangerschap moet volstaan, stelt het KCE.

Bonnaerens liet zich twee keer testen op toxoplasmose en maar één keer screenen op CMV. ‘Ik zie het nut niet in van zo’n tweede prik voor CMV’, zegt ze. ‘Die maakt je alleen maar nodeloos ongerust. Tegen toxoplasmose kun je antibiotica geven, dus twee keer controleren is daar wel nuttig. Maar tegen CMV sta je als gynaecoloog machteloos. Bovendien is het moeilijk om de gevolgen van een CMV-besmetting voor het ongeboren kind in te schatten. Het kind kan bijvoorbeeld doof zijn. Voor een kind dat mogelijk doof is wil ik persoonlijk geen zwangerschap afbreken.’

Bonnaerens wil zo natuurlijk mogelijk bevallen. ‘Dat wil zeggen: het liefst geen epidurale verdoving en ook geen knip. Die knip geef ik mijn patiënten ook zo weinig mogelijk. Een scheur geneest nu eenmaal makkelijker dan een knip. Bovendien kun je met een knip niet voorkomen dat je anaal doorscheurt, hoewel heel wat vrouwen denken van wel. Oudere gynaecologen houden vaker vast aan de knip en zullen sneller medisch ingrijpen. De jongere generatie gynaecologen is meer voorstander van zo natuurlijk mogelijk bevallen.’

‘Het is een illusie te denken dat je alles onder controle hebt als zwangere vrouw. Ik heb genoeg patiëntes die vooraf een strikt geboorteplan hebben gemaakt en dan erg ontgoocheld zijn als hun bevalling ook maar een beetje van dat plan afwijkt. Ik wil mezelf daarvoor behoeden. Ik heb wel een idee van hoe ik zou willen bevallen, maar tegelijk laat ik het allemaal op me af komen.’

Ambre Hamelink, vroedvrouw. 38 weken zwanger van haar derde kind
‘De kunst van een mooie bevalling is loslaten’

Ambre Hamelinck: ‘Ik heb geleerd om naar mijn lichaam te luisteren.’
Zelfstandig vroedvrouw Ambre Hamelink (30) heeft een dochter van bijna drie en een zoon van bijna vijf en is nu hoogzwanger van een derde kind. Gisteren werkte ze haar laatste dag voor haar zwangerschapsverlof. ‘Ik voel me geweldig’, zegt ze. Ze onderging een NIPT-test en liet zich op toxoplasmose (twee keer) en CMV (een keer) screenen. Ze snapt de angst van veel vrouwen voor CMV, maar relativeert ook. ‘Tegen CMV kun je je heel moeilijk beschermen. Ik was mijn handen zorgvuldig voor het eten, maar ik zal het zeker niet nalaten om mijn kinderen te knuffelen. Ik eet nu geen rauwe eieren om toxoplasmose te vermijden, maar als er in mijn dessert toch een rauw ei bleek te zitten, dan begin ik niet te panikeren.’

De vroedvrouw volgt voorts de aanbevelingen van de overheid: ze houdt het bij de drie terugbetaalde echo’s. ‘Meer echo’s vind ik overbodig bij een normale zwangerschap zoals de mijne’, zegt ze. ‘Een echo stelt ook niet altijd gerust. Toen ik zwanger was van mijn dochter, bleek er op de echo rond 30 weken iets mis te zijn met de placenta. Uiteindelijk ben ik op 39 weken ingeleid omdat ik minder beweging voelde.’

Die ongerustheid neemt ze niet mee naar haar derde zwangerschap. ‘Alle resultaten van de onderzoeken zijn goed, de baby beweegt veel en ik voel me prima. Je moet een zwangerschap die normaal verloopt, niet problematiseren.’ Ook haar ervaringen als vroedvrouw sterken haar. ‘Als zelfstandig vroedvrouw kom ik vaak bij gezinnen thuis, waardoor je toch een diepe band met hen opbouwt. Ik heb zo al heel veel vlotte bevallingen gezien. En die versterken ook mijn zelfvertrouwen. Ik heb geleerd om nog beter naar mijn eigen lichaam te luisteren en het te vertrouwen.’

Ze krijgt ze geregeld over de vloer, ongeruste moeders in spe die hun bollende lichaam argwanend bekijken. ‘Ik neem mijn tijd om te luisteren. Angsten mag je niet wegwuiven. Veel zwangere vrouwen die ongerust zijn, zijn niet goed geïnformeerd of ze hebben negatieve verhalen gehoord. Onbekend is ongerust. Het helpt ook als je je door een heel team laat begeleiden. Ik heb zelf een gynaecoloog én een vroedvrouw.’

Zelf hoopt ze straks met haar vroedvrouw thuis te bevallen – dat zou een primeur zijn. ‘Maar als ik, zoals bij mijn twee vorige kinderen, toch naar het ziekenhuis moet, dan is dat ook zo’, zegt ze. ‘De kunst van een mooie bevalling is loslaten.’

De Standaard – 28.04.2019

Dit is de eerste foto van mijn eerste kleinkind waarvan de geboorte verwacht wordt op 3 oktober 2019, en het is een jongen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *