Ik hoorde ooit iemand zeggen dat hij troost vindt bij de sombere schilderijen van Munch. En ik begrijp dat, want je vindt geen troost bij iemand die je wilt opvrolijken of afleiden van je verdriet, maar bij iemand die je begrijpt en met je meehuilt.
Hetzelfde kan je hebben als je een gedicht of een boek leest waarin precies beschreven wordt hoe jij je voelt of hoe jij denkt. Het bevestigt je en je denkt niet langer dat je gevoelens abnormaal of overdreven zijn. Hetzelfde haal je uit muziek.
https://www.youtube.com/watch?v=UTdkDwyteYA
Empathie en troost, iedereen heeft er behoefte aan in deze onverschillige maatschappij. Het is echter een menselijk talent dat niet genoeg gecultiveerd wordt en dreigt verloren te gaan.
Maar je kan het ook moeilijk leren, je hebt het of je hebt het niet, zoals dat gaat met alle kunsten. En sommige mensen hebben er teveel van, dat lijken wel antennes die signalen opvangen bij de vleet. Is niet makkelijk leven hoor, als je zo meevoelt dat het is alsof je een spons bent, die alle leed en frustraties van de wereld lijkt op te zuigen.
Ik heb er mij moeten tegen afschermen, want ik ging er soms te hevig in mee. Op een keer heeft mij zelfs iemand gezegd toen hij hier de deur uit ging, dat hij tevreden was “omdat hij weer eens zijn therapie had gehad”.
Ik zelf heb buiten de psychiater niet veel mensen gekend die ik betrouwbaar genoeg vond om over mezelf te vertellen. Ze geloven je toch maar half. Als ik met iets zat waar ik David niet mee wilde belasten belde ik naar de 106, en ik ben door die vrijwilligers een paar keer heel goed geholpen geweest.
En nu lijkt het of ik eindelijk mijn soulmaatje gevonden heb, iemand aan wie ik alles kwijt kan.
Ik las vandaag in de krant De Standaard een brief van iemand die iets gelijkaardigs heeft meegemaakt, maar dan niet via Facebook, maar door een advertentie in de krant.
https://www.youtube.com/watch?v=jivqe2tr20I
Hier komt hij:
Veerle Duflou (58) vond de man van haar leven via een contactadvertentie
‘Ik las zijn reactie en ik wist: dit is hem’
In 1960 plaatste Veerle Duflou (toen 30) een zoekertje in de kant. De reactie van Valère sprong eruit. Het werd een liefde voor het leven.
‘Zijn brief arriveerde een pak later dan de rest. Hij had net staan schilderen in een appartement, toen zijn oog op mijn contactadvertentie viel. Die advertentie begon met een stelling: “Alle interessante mannen boven de dertig hebben al een vrouw of verkiezen mannen. Vrouw (30) zoekt intelligente en in cultuur geïnteresseerde man om deze stelling te weerleggen.’
‘49 reacties heb ik gekregen, die om de paar dagen in een dikke enveloppe van De Standaard werden afgeleverd. Ik ordende ze in drie categorieën. Er was de categorie met standaardbrieven en met spelfouten, die kregen van mij een standaardantwoord terug. Dan was er de categorie van mannen die moeite gedaan hadden, maar van wie ik meteen wist dat het niets zou worden.’
‘De brief van Valère bestond uit zes kantjes, handgeschreven, en begon met ‘Lieve onbekende’ – je wist niet wie je schreef als je op zo’n advertentie reageerde, je had alleen een nummer. “Dit is te mooi om waar te zijn”, dacht ik. Hij schreef dat hij kunst had gestudeerd, maar dat hij geen carrière had gemaakt. Hij besefte dat hij in de ogen van de buitenwereld mislukt was. Maar hij zag het anders, hij zag het als een moment waarop heel veel mogelijk was. Dat liep heel erg gelijk met de manier waarop ik toen in het leven stond. Ik had piano gestudeerd, werkte deeltijds als begeleidster aan het conservatorium en studeerde voor tolk, omdat mijn job aan het conservatorium begon te vreten aan mijn liefde voor de muziek. We waren allebei zoekende, stonden aan het begin van een nieuwe levensfase.’
‘De eerste paar maanden hebben we gecorrespondeerd. Dat was heel romantisch, uit al onze brieven sprak het verlangen om elkaar te leren kennen. Ik was al verliefd aan het worden voor ik hem gezien had. Toen we de eerste keer belden en ik zijn stem hoorde, was ik verkocht. Bij onze eerste ontmoeting schrok ik wel even. Hij had me wel geschreven dat hij een zuiders type was, maar niet dat hij een snor had. Nog nooit in mijn leven had ik zelfs maar naar een man met een snor omgekeken.’
‘Ik hield buikpijn over aan onze eerste date. En ik kon voor mezelf niet uitmaken of dat kwam door de halfgare groenteschotel die we gegeten hadden (omdat hij nog niet goed wist hoe de oven in zijn nieuwe appartement werkte) of dat het van de emoties was. Ik was heel diep onder de indruk van zijn persoonlijkheid, zijn openhartigheid, zijn fijnzinnigheid. Zijn empathisch vermogen was heel sterk ontwikkeld. Van bij het begin had hij vaak aan één blik genoeg. Tijdens die eerste date voelde hij mijn ongemak toen hij de deur op slot draaide. Spontaan legde hij uit dat het niet anders kon, omdat zijn deur anders niet dichtbleef, en hij stelde voor om niet tussen mij en de deur te gaan zitten.’
‘In die twintig jaar hebben we één moment van twijfel gehad. We waren anderhalf jaar ver, het punt waarop je moet beslissen of het echt serieus wordt. Ik was halsoverkop verliefd geworden op een vrouw, hij had gekust met een jeugdvriendin. Hij zag waar het echt om ging: dat we bang waren om afscheid te nemen van onze jeugd. We hebben beslist en later nooit meer getwijfeld, er zijn zelfs geen andere verliefdheden meer geweest.’
‘We waren altijd heel eerlijk tegen elkaar. Dat kwam ons goed van pas in de laatste jaren van zijn leven – hij is ruim vier jaar geleden gestorven aan pancreaskanker. Wij konden heel open praten over doodgaan. Hij wist ook dat ik nooit informatie zou achterhouden, dat ik het niet mooier zou voorstellen dan het was. We hebben alles besproken wat er te bespreken was. Een paar maanden voor hij terminaal was, vroeg hij me of ik samen met hem uit het leven wou stappen. Ik voelde meteen dat ik dat niet wou, maar aarzelde even om het hem te zeggen, omdat ik hem niet wilde teleurstellen. Ik heb hem naar waarheid gezegd dat ik mijn leven nog niet als af beschouwde, dat ik het als een daad van liefde beschouwde om zijn overlevende te zijn. Hij was niet teleurgesteld, maar opgelucht. Hij had de vraag vooral gesteld omdat hij bang was om me achter te laten, omdat hij van zichzelf dacht dat hij dat niet zou aankunnen. Tot aan zijn dood heeft hij zijn leven geleid op zijn openhartige, genereuze manier. En doordat hij er een zaak van had gemaakt om alles mooi af te ronden, kon ik verder met mijn leven na zijn dood. Hij heeft me door mijn rouw geholpen.’
https://www.youtube.com/watch?v=8Yi1q5KR7o8
Ze bestaan dus echt, de mooie en ongewone liefdesverhalen. Dit is er eentje van het begin tot het einde. Ik begin er pas aan, maar net als Veerle moet ik bekennen dat ik al verliefd ben nog voor ik hem gezien heb. Maar vermist schoonheid van binnen zit, zoals algemeen gezegd wordt, is al de rest maar bijzaak, en dat hij een snor heeft, dat weet ik al!
Hoe mooi en heel herkenbaar! Het fatum kan je niet onlopen. Gerard Reve zei ooit: “Het lot is niet uitsluitend een beperking, het is ook een bevrijding.”….
Dat had Reve heel goed begrepen!