“Mie Bloem”, zei mijn moeder altijd. Ik zou er mij laten voor doodrijden hebben, en een paar maanden voor ik ging trouwen was het bijna zover.
Met een bos wilde margrieten op de fiets de straat overgereden en met bloemen en al over een wagen gevlogen, recht de rooster in. Gelukkig enkel gezichtsverlies geleden, een dikke neus, verstuikte vingers, wat blauwe plekken, een boos lief en een geschrokken moeder, want gebeurde omzeggens voor onze huisdeur, en toen mijn moeder de klap hoorde, wist ze al dat ik dat moest zijn.
Vandaag moet ik niet meer op de fiets en kan ik mijn eigen tuin vol bloemen zetten. Dit zijn de laatste herfstrozen en een paar dappere viooltjes die hopelijk de winter zullen kunnen trotseren. Viooltjes
Eigenwijze viooltjes
kijken mij uitdagend aan.
Vooral het eerste,
het tweede en derde
al wat minder,
het vierde gematigd,
terwijl het vijfde
nu pas de knop opendraait…
In harmonie
spelen zij een symfonie
in klankkleuren paars, geel en wit
voor beperkt gebied.
Micheline Baetens, 28 juli 2011