En dat is allemaal angst…

Wanneer angsten je hele leven overnemen. ‘Ik raakte totaal verlamd door het gepieker’

HUMO –  1 oktober 2018

Welke zekerheden heeft een mens nog in deze complexe, opgejaagde tijden? Een job is niet meer voor het leven, een relatie evenmin. We zitten met z’n allen te vrezen dat we ons pensioen niet halen – als dat tegen die tijd tenminste nog bestaat – terwijl elke scheet wordt beoordeeld op sociale media. Aan bang zijn zou je een dagtaak kunnen hebben. Bij sommige mensen neemt de angst zo’n proporties aan dat hij hun hele leven overneemt. ‘Ik heb me voorgenomen om naar de Ardennen te rijden. Daarvoor moet ik over het viaduct van Vilvoorde. Dat is het summum van mijn angsten.’

Leen Dendievel heeft zich geout. Niet als transgender – die rol vervult ze al jaren in ‘Thuis’ – maar als één van de vele mensen die aan den lijve hebben ondervonden hoe een paniekaanval voelt. Alleen kon ze er niet meteen die term op plakken, schrijft ze in haar nieuwe boek ‘Asem’.Leen Dendievel «Ik werd wakker en had het vreselijk benauwd. Alsof ik in een kist lag waar ik niet uit kon. Ik voelde me gevangen in mijn eigen lijf. Intussen ging mijn hart tekeer, baadde ik in het zweet en had ik het gevoel dat ik zou flauwvallen. De paniek maakte alles nog erger. Bovendien kreeg ik pijn in mijn linkerarm, waardoor ik dacht: ‘Fuck, ik krijg een hartaanval.’ Dat zit in de familie.

Een paniekaanval is voor iedereen anders. In mijn boek laat ik iemand aan het woord die altijd angstaanvallen kreeg in drukke ruimtes, omdat hij schrik had dat hij zou overgeven. De symptomen zijn universeel, maar de triggers zijn heel individueel. Mij overkwam het nooit op het werk of als ik druk bezig was, maar altijd op momenten dat ik ontspannen in de zetel of in bed lag. Dan had mijn lichaam opeens tijd om van alles te uiten. Op den duur kreeg ik angst voor de angst: als ik een vrij moment had, durfde ik me bijna niet meer te ontspannen, uit schrik dat het me weer zou overkomen. Dan zat ik in de zetel in een stressbal te knijpen of een boekje te lezen, gewoon om niet alleen maar te liggen.»

HUMO Na de zoveelste paniekaanval belandde je tijdens een vakantie op een spoeddienst in Spanje. Daar kreeg je voor het eerst de diagnose ‘anxiety’ te horen.

Dendievel «Dat was een geruststelling. Met die term kon ik iets: wat ik voelde, kwam dus door de paniek. Maar tegelijk was er ook ongeloof: ik, angstig? Zo had ik mezelf nooit gezien. Ik ben een durfal, spreek iedereen aan. Ik ben actrice geworden. Hoeveel risico’s kan een mens nemen?

Ik ben gaan uitzoeken waar die angstaanvallen vandaan komen. Bij mij kun je ze wellicht terugbrengen tot mijn perfectionisme, gecombineerd met mijn hooggevoeligheid. Dat ik een perfectionistische controlefreak ben, wist ik al lang. Maar ik heb ook ontdekt dat de kleinste prikkel extra hard binnenkomt bij mij.»

HUMO Je zult altijd wel een perfectionist blijven, maar van paniekaanvallen heb je geen last meer.

Dendievel «Ik plan mijn agenda beter. Na een stressvolle week moet ik ruimte maken om te ontspannen, weet ik nu. Ik doe geen dingen meer die me méér energie kosten dan ze me opleveren. Ik hoef niet meer naar elk feestje, of naar elke voorstelling van collega’s. Ik denk nu iets meer aan mezelf en trek grenzen. Het gebeurt nog steeds dat ik het plots benauwd krijg en de paniek voel opkomen, maar nu weet ik waar die vandaan komt en dat hij ook weer weggaat. Met een goeie ademhalingsoefening is het na twee minuten weer voorbij. Ik heb ook geleerd de problemen aan te pakken wanneer ze zich voordoen. Als ik ooit écht een hartaanval krijg, dan pak ik die dan wel aan. Niet nu.

Voor mij hangen paniekaanvallen samen met hoe we tegenwoordig leven. We hebben geen tijd meer om dingen te verwerken, we moeten altijd maar door. Ons lichaam trekt dat een tijdlang, tot het op is. We moeten ons op Instagram en Facebook allemaal van onze beste, sterkste kant tonen. Daar past angst niet in. Mensen durven amper te zeggen dat ze angstaanvallen hebben, want niemand begrijpt wat het is. Ik kreeg net nog een bericht van een vrouw die al jarenlang paniekaanvallen heeft. Buiten haar man weet niemand ervan, zelfs haar familie niet. Daarom wilde ik ermee naar buiten komen, want het kan echt iederéén overkomen.»

Volgens psychiater Kurt Audenaert (UZ Gent) krijgen spoedartsen vaak mensen met een paniekaanval over de vloer. Niet zelden zijn ze erg jong.

Kurt AUDENAERT «Bij een paniekaanval overspoelt de angst je als een golf. Pijn in de hartstreek, een draaierig gevoel en hyperventilatie zijn mogelijke symptomen. De fysieke klachten zijn zo ernstig dat de patiënt denkt dat hij doodgaat: ‘Doe iets, dokter!’ Dan halen we de cardioloog erbij, maar diens onderzoek levert geen resultaat op. Het ergste wat die cardioloog dan kan zeggen, is: ‘Er is niks mis met u.’ In het beste geval zegt hij: ‘Ik vind niks, maar misschien moet u er eens over praten met een psycholoog of een psychiater.’ En dan is het afwachten of die persoon dat ook doet. Soms gaan er jaren voorbij eer de diagnose van angststoornis wordt gesteld.

Sociale angststoornissen komen het vaakst voor: 8 procent van de mensen heeft er ooit last van. Voor de andere twee – de gegeneraliseerde angststoornis en de paniekstoornis – ligt dat aantal rond de 3 procent. Mensen met een sociale angststoornis kunnen heel vlot in de omgang zijn, soms zelfs met een prominente job. Aan niets merk je dat ze sociaal geremd zijn, maar onder dat laagje schuilt de constante angst om beoordeeld te worden. Het is een grote groep, die vaak wordt onderschat.»

HUMO Zouden al die mensen behandeld moeten worden?

AUDENAERT «Eigenlijk wel. De lichtere vormen gaan wellicht vanzelf voorbij, maar bij de rest kan die angststoornis een grote impact hebben op werk, studies of relaties. Ooit zag ik hier een arbeider die ruzie had met zijn vrouw. Op het werk hadden ze hem een baan als ploegbaas aangeboden, met een hoger loon en meer regelmatige uren. Hij had geweigerd, tot groot ongenoegen van zijn vrouw. Zij dacht dat hij die regelmatige uren niet wilde, omdat hij niet bij haar wilde zijn. Maar tijdens onze gesprekken bleek dat hij geweigerd had omdat hij als ploegbaas wekelijks zijn collega’s zou moeten toespreken. Dat bezorgde hem zoveel angst dat hij liever laag op de ladder bleef staan. Ik zie vaak mensen die kansen laten liggen in hun carrière, uit schrik om beoordeeld te worden. Ook studenten: ze dienen nog liever een blanco examen in dan het risico te lopen op slechte punten. Dat is zo jammer.»

Barbara Depreeuw is klinisch psychologe en gedragstherapeute bij The Human Link. Zij denkt niet dat meer mensen angst hebben.

Barbara Depreeuw «Angst is van alle tijden, al zijn er wel tendensen. Door de sociale media lopen we voortdurend het risico dat onze misstappen worden gefilmd, op het internet gegooid en door de hele wereld beoordeeld. Zo maakt de vrijheid van technische ontwikkelingen ons minder vrij.»

Xanax in de rugzak

Levi* kreeg zijn eerste paniekaanval op zijn 18de, tijdens zijn eerste jaar aan de universiteit. Midden in de les moest hij opeens, koste wat het kost, naar buiten. Waarom? Dat kon hij niet verklaren.

Levi «Ik ben in de cafetaria een warme chocolademelk gaan drinken. Daarna voelde ik me beter. Ik stond er niet meer bij stil, tot het me opnieuw overkwam: toen ik met een vriend in de auto zat, dacht ik dat ik ging stikken.

Een jaar geleden – ik ben intussen eind de 30 – ben ik uitgevallen op het werk. Ik sliep al een tijd niet meer en raakte al maandenlang niet meer door mijn werk. Het lukte me gewoon niet meer om te schrijven, ook al probeerde ik nog zo hard. Tijdens de lunchpauzes sloot ik me op in mijn bureau, zogezegd om ontspanningsoefeningen te doen. Op zulke momenten begon mijn lichaam oncontroleerbaar te schudden, alsof ik een epilepsieaanval kreeg.»

HUMO Was er een directe aanleiding? Stress op het werk?

Levi «Niet eens. Een paar weken later was ik thuis met ziekteverlof, en werden de aanvallen nog erger. Dan viel mijn lichaam plots uit. Soms gebeurde het terwijl ik zat te eten: dan viel mijn vork in mijn bord en staarde ik voor me uit. Alsof iemand een schakelaar in mijn hoofd had uitgezet. Dat kon tot drie keer per dag gebeuren. Het overviel me zelfs op café: ik voelde mezelf wegzakken en mijn ogen konden niet meer onderscheiden waar de vloer eindigde en de bar begon. Ik had ook last van hallucinaties: ik rook dingen die er niet waren, zoals ammoniak of vis. Heel vreemd. Later heeft de psychiater me uitgelegd dat het prikkelverwerkingssysteem in mijn hersenen zo uitgeput was dat het voor elektrische ontladingen zorgde.

Mijn huisarts dacht eerst aan epilepsie. Hij verwees me door naar een psychiater, die meteen zag wat er scheelde: ‘Jij hebt geen epilepsie, maar zeer uitgesproken symptomen van een ernstige angststoornis.’ Ik kon dat moeilijk aanvaarden. Ik had zelfs liever epilepsie gehad: daar heb ik tenminste zelf geen schuld aan.»

HUMO Aan angst wel?

Levi «Zo dacht ik er toen over, ja. Angst was mijn eigen falen: het was mijn schuld dat ik me er niet overheen kon zetten. Ik was bijna ontgoocheld toen de psychiater het zei.»

HUMO Was je al die jaren angstaanvallen blijven hebben?

Levi «Ja. Soms ging ik door een erge periode, waarna het weer wat beter ging. Mijn huisarts had me een heel licht antidepressivum voorgeschreven. Verschillende angsten kwamen en gingen ook. Mijn angst voor liften heb ik pas op mijn 22ste gekregen. Tijdens een drukke periode in mijn studies had ik een paniekaanval gekregen in een lift en sindsdien durfde ik er niet meer in. Ik durfde ook niet als passagier in een auto te zitten die over de snelweg reed – zelf rijden op de snelweg was helemaal uitgesloten. Soms had ik ook last in het vliegtuig of op de trein. Ik ben wel altijd het vliegtuig blijven nemen, want ik reis veel te graag. Maar dat lukte alleen als ik voordien Xanax nam. Als ik door die koker naar het vliegtuig stapte, voelde ik me als een terdoodveroordeelde die naar de elektrische stoel werd geleid.

Volgens mijn psychiater is sociale angst wellicht de motor van al mijn angsten. Mijn angst raakt aan mijn bestaansrecht: mag ik er wel zijn? Mag ik wel zijn wie ik ben? Heel lang heb ik er met bijna niemand over gepraat – typisch voor een sociale angststoornis. Ik was bang voor de reacties. Ik voelde enorme schaamte. Zelfs mijn familie wist niet meer dan het strikt noodzakelijke. Toen ik voor lange tijd uitviel op het werk, kreeg ik het niet over mijn lippen dat die ‘epilepsieaanvallen’ een psychologische oorzaak hadden. Ik verstijfde als ik er iets over wilde zeggen. Hulp vragen durfde ik al helemaal niet. Ik bleef met mijn angsten zitten en bedacht uitwegen of vermommingen. Op den duur wist ik heel goed wat ik moest doen om angst te vermijden. Als ik een erge periode had, ging ik het huis niet uit zonder mijn rugzakje. Daarin zat een flesje water, druivensuiker voor mijn lage bloedsuikerspiegel, een doosje Xanax – voor het geval dát – en een kruiswoordraadsel om mijn gedachten te verzetten. Het was mijn reddingspakket, ook al hielp het niet echt: ik bleef angstig, alleen verplaatste mijn angst zich naar die rugzak. Als ik die niet bij had, was ik helemáál het noorden kwijt.

Ik zag mijn leven verglijden naar een verhaal van controle en dwang, zonder dat ik het zelf goed besefte. Dat duurde tot mijn hersenen compleet uitgeput waren.»

Controle afgeven

Depreeuw «Mensen hebben vaak jarenlang ernstige angstklachten zonder dat ze eraan ten onder gaan. Doorgaans moet angst al enorme proporties aannemen voor ze er iets aan doen. Mensen minimaliseren alles liever en mijden wat hen angstig maakt, terwijl ze leren leven met de beperkingen. Zolang ze de prijs die ze betalen voor hun angsten niet te hoog vinden, gaan ze door. Maar het probleem met vermijden is dat het de angst alleen maar doet toenemen. Tot mensen op een punt komen waarop vermijden niet meer gaat, en dan komen ze in therapie.»

Audenaert «Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis wéten dat ze overbezorgd zijn en te veel piekeren. ‘Zo ben ik nu eenmaal,’ zeggen ze dan. Maar de schade die ze aanrichten in hun gezin is vaak groot. Een studente die met haar moeder op consultatie kwam, klaagde dat haar moeder haar te pas en te onpas belde. Ging ze uit naar Oostende en hoorde haar moeder over een ongeval in Brussel, dan belde ze toch even, want misschien was dochterlief toch naar Brussel gereden. Dat kan één keer gebeuren, maar ze deed het elke keer opnieuw.»

Depreeuw «We horen nu voortdurend over burn-outs, maar vaak ligt faalangst aan de basis. Hard werken kan een manier zijn om je faalangst te compenseren, om te voldoen aan de verwachtingen van de baas of de collega’s. Dat harde werken kan een vorm zijn van vermijding: het houdt dan het probleem, de angst, in stand. Pas door de angst aan te pakken los je de oorzaak van de burn-out echt op.»

Nikki Dierckx weet precies waar en wanneer haar angsten de kop opstaken.

Nikki Dierckx «Het begon toen ik nog op school zat. We maakten met de klas een vliegreis naar Turkije, waar we op de hoogste verdieping van een groot hotel logeerden. In de kelder was een discotheek. Om zo snel mogelijk naar het feestje te kunnen, zijn we met te veel meisjes in de lift gestapt. Zodra die in beweging kwam, leek het alsof we een vrije val maakten. Voor we de grond zouden raken, schoot de noodstop in werking. De verlichting viel uit en al het glas kwam naar beneden. De deur kregen we niet meer open.

Sindsdien ben ik nooit meer in een lift gestapt. Zelfs toen ik moest bevallen en mijn water was gebroken, kregen ze me er in het ziekenhuis met geen stokken in: ‘Ik neem de trap wel.’ Maar mijn angst breidde zich uit, en ik ging alle techniek in vraag stellen. Als een lift kon neerstorten, dan kon ook het karretje van de achtbaan loskomen. Naar een pretpark gaan werd de hel. Ook bruggen werden een heikel punt. Ik moet elke dag over de E314, met die heel lange brug over de Vaartkom. Ik begon me af te vragen hoe lang die brug er al stond. Houdt die het wel als er een lange file op staat, met volgeladen vrachtwagens? In mijn hoofd moest dat ooit fout gaan. Om de file op de brug te vermijden, reed ik over de in- en uitvoegstrook. Dat mag niet, maar alles om niet te hoeven stilstaan.

Jarenlang ben ik de confrontatie met mijn angsten niet aangegaan. Ik nam het vliegtuig niet meer, ging niet naar pretparken, en als ik door een tunnel moest rijden, draaide ik het raampje open, omdat ik schrik had dat ik geen lucht meer zou krijgen.»

HUMO Je had bijna een dagtaak aan het vermijden van je angsten.

Dierckx «Ik vond dat het nog wel meeviel. Altijd de trap nemen vond ik zelfs gezond. Ook die vliegangst was geen groot probleem: ik ga liever met de caravan op reis. En ik vond het niet erg om een concert te missen in het Sportpaleis, ze zonden dat later wel uit op tv. Ik kon redenen genoeg verzinnen om mijn angsten uit de weg te gaan.»

HUMO Het Sportpaleis durfde je ook niet in?

Dierckx «Niet sinds ik er een paniekaanval had gekregen. Ik had mezelf zo zitten opjagen dat ik tijdens het concert misselijk werd en mezelf voelde wegdraaien. Ik was ervan overtuigd dat de tribunes zouden instorten als te veel mensen tegelijk zouden gaan springen. Een tribune die zweeft in de lucht? Die kon niet blijven hangen. Een vliegtuig van ettelijke tonnen dat in de lucht blijft hangen? Onmogelijk. En wat als de aannemer van een hoog gebouw had gesjoemeld met het beton? Ik verloor mezelf in technische bedenkingen, waarmee ik mezelf nog banger maakte. Heel vermoeiend, rampscenario’s bedenken. Hoorde ik op het nieuws over een ongeval in een pretpark, dan dacht ik: ‘Zie je wel dat het kan gebeuren!’ Uiteraard: alles kan.»

HUMO Zelfs een aanslag.

Dierckx «Door de aanslagen in Brussel begon ik niet extra dingen te mijden, maar onbewust speelde het wel in mijn hoofd. Wat meer indruk maakte, was die piloot die zijn vliegtuig met opzet tegen een bergwand deed crashen. Dat kon dus óók gebeuren.»

HUMO Maar je bent wel met de auto blijven rijden? Dat vergt ook techniek.

Dierckx «Ja, maar in de auto heb ik zelf de controle. Ken je Roger nog, van dat doe-het-zelfprogramma op Dobbit TV? Die zei altijd: ‘Wat je zelf doet, doe je meestal beter.’ Zo zag ik het ook: ik vertrouwde alleen wat ik zelf deed. Maar in het leven moet je nu eenmaal een stukje controle afgeven, dat gaat niet anders.»

HUMO Wanneer heb je beslist om je angsten toch aan te pakken?

Dierckx «Het kantelmoment was toen ik een zakenreis moest maken. Ik had mijn baas verteld dat ik niet durfde te vliegen. Elke andere baas zou een collega gestuurd hebben, maar de mijne niet: hij betaalde me een cursus van Brussels Airlines om mijn vliegangst te overwinnen. Ik stond er sceptisch tegenover – ‘Hoe kan een cursus van amper twee dagen me van mijn angst afhelpen?’ – maar nu ben ik mijn baas ongelofelijk dankbaar. Een piloot heeft me haarfijn uitgelegd hoe een vliegtuig in de lucht kan blijven. Ik vond het op slag niet meer erg om de controle af te geven, omdat ik er een gezicht op kon plakken: ik vertrouwde die man.

Marieke Impens en Barbara Depreeuw van The Human Link legden me uit hoe angst inwerkt op je lichaam. Mijn klik is gekomen toen Barbara zei: ‘Het is niet omdat het in je hoofd zit, dat het werkelijkheid wordt.’ Toen pas besefte ik hoe mijn brein me altijd manipuleerde om bang te zijn. Ik heb gevloekt: ‘Verdomme, dat wil ik niet meer!’ Op de testvlucht naar Toulouse op dag twee van de cursus zat ik aan het raampje en genoot ik zelfs van het uitzicht.»

HUMO Wat als je baas je die cursus niet had aangeboden?

Dierckx «Dan was er niets gebeurd, want zelf zou ik het nooit gedaan hebben. Maar de cursus die ik van mijn baas kreeg, heeft mijn leven veranderd. Ik ben nog altijd bang, maar ik dwing mezelf om de lift te nemen. Ik ben zelfs al op een kabelbaan tussen twee bergtoppen gestapt. Ik stond te huilen en te bibberen op mijn benen, maar ik ben naar die cabine gelópen, zo vastberaden was ik. Achteraf voelde het als een overwinning.
»Sinds ik tegen mijn angst ben beginnen te vechten, weet ik niet meer van ophouden. Ik wil die angsten blijven opzoeken. Ik heb mezelf een tatoeage cadeau gedaan. (Toont een ‘no fear’-tattoo op haar onderarm) Als ik de angst voel opborrelen, raak ik even mijn arm aan. Over drie weken gaan we naar Bobbejaanland. Ik durf eigenlijk niet, maar mijn dochter houdt van snelle achtbanen en ik wil haar dat geluk niet ontnemen. Ik ben me nu al mentaal aan het opladen om in alle attracties te stappen. Ik wil dat mijn kinderen onbezorgd kind kunnen zijn.»

HUMO Hebben je kinderen ook angsten? Een mama of papa met een angststoornis geeft een kind 2,5 keer meer kans om er ook één te krijgen.

Dierckx «Mijn dochter is altijd heel bang geweest om alleen te zijn. Toen ze klein was, zag ik het door de vingers. Nu wil ik haar graag helpen met therapie, want dat heeft bij mij ook wonderlijk gewerkt. Ik weet hoe graag ik het gevecht met mijn angsten wil winnen.»

HUMO Kun je dat gevecht ooit helemaal winnen?

Dierckx «Ik zal er altijd tegen moeten vechten, en sommige dingen blijven een brug te ver. In de winter gaan we graag op vakantie naar de bergen. Ik weet nog niet of ik daar ook de kabelbaan zal durven te nemen. De gedachte dat door de vrieskou ooit wel een bout zal kapotgaan, krijg ik nog niet uit mijn hoofd. Maar ooit zal ik die gedachte wel kunnen bannen. Ik ga nu elke dag in de file staan op de brug. Ik voel de angst nog wel, maar ik bijt door.»

piekercursus

KURT Audenaert «Het goede nieuws is: angst kun je heel vaak overwinnen. Een paniekstoornis is voor een psychiater bijna een cadeau: de winst die zo’n patiënt kan boeken, is enorm. Soms gaat het al beter als ik even uitleg wat paniek doet met je lichaam.»

HUMO Schrijft u vaak medicatie voor?

Audenaert «Bij exposure-therapie, waarbij iemand zich blootstelt aan zijn angsten om die geleidelijk te overwinnen, is kortstondige medicatie nuttig. Door de patiënt even te behandelen met antidepressiva – die werken heel goed tegen angststoornissen – wordt hij vatbaarder voor de therapie. Maar met pillen los je het probleem niet op. Stopt de patiënt met de medicatie, dan komt de angst harder terug.

Sommige mensen grijpen naar angstremmers – de fameuze benzodiazepines, zoals Xanax – of naar alcohol. Die bieden instant verlichting, antidepressiva werken trager. Ik ken een jonge kok die door iedereen als een vlotte gast wordt beschouwd. Niemand zou vermoeden dat hij een sociale angststoornis heeft. Op het einde van de service durft hij zijn gasten in het restaurant niet te begroeten. Omdat in de keuken blijven hem ook niet gelukkig maakt, drinkt hij dan maar een paar glazen wijn. Dat haalt net genoeg de scherpe rand van zijn angst om toch naar die gasten te stappen. Maar als je elke avond drie glazen wijn drinkt, raak je verslaafd. Benzodiazepines zijn net zo verslavend. De prijs die je dan betaalt om even van je angsten verlost te zijn, is hoog.»

Depreeuw «Ik ben niet happig op enkel kalmeerpillen, die houden de angst in stand. Van exposure-therapie weten we dat die werkt. Door je over te geven aan de angst en hem te aanvaarden, leert je lichaam dat het ook kan functioneren mét angst: ‘Ik ben bang, maar dat is oké, ik loop geen onnoemelijk gevaar.’ Als je dat volhoudt, dooft de angst na een tijd uit.»

Vóór Levi uitviel op het werk, moest hij vaak reizen en presentaties geven voor volle zalen.

Levi «Niemand had ooit in de gaten dat ik angstig was. Integendeel, iedereen vond me altijd vlot en rustig. Ik forceerde mezelf en camoufleerde mijn angsten. Nu kan ik dat niet meer, zelfs al zou ik het willen. Ik heb er de energie niet meer voor. En maar goed ook, want die camouflage was mijn ergste vijand.

Toen ik bij de psychiater terechtkwam, stelde hij voor om een korte periode angstremmers te nemen. Ik heb resoluut geweigerd, omdat ik een tijdlang verslaafd ben geweest aan Xanax. Ik wilde geen medicatie meer.»

HUMO Hoe weet je dat je verslaafd bent aan Xanax?

Levi «Simpel: je gaat op een zonnige herfstdag een boswandeling maken met vrienden. Zo’n wandeling hoort fijn en stressloos te zijn, maar ’s ochtends heb je toch al een paar druppels Xanax genomen om kalm te worden. Als je tijdens de wandeling de angst weer voelt opkomen, en achter een boom snel nog wat extra druppels gaat nemen, weet je: ik ben verslaafd. Ik was ervan overtuigd dat ik niet meer kon functioneren zonder angstremmers.

Het was heel zwaar om die verslaving af te bouwen. Ik heb veel meer gehad aan de therapie die ik het voorbije jaar heb gekregen. Ook een piekercursus heeft me deugd gedaan. Mijn gepieker had enorme proporties aangenomen. Al van ’s ochtends piekerde ik me vast over de meest banale keuzes: ‘Zal ik nu eerst muesli maken of koffie zetten?’ Op den duur liep ik rondjes in mijn keuken en deed ik niks meer, totaal verlamd door het gepieker.

Die piekercursus was een eyeopener. Toen pas besefte ik dat ik over álles pieker: over mijn gezondheid, over geld… Ik was me daar niet eens bewust van. Ik heb geleerd om afstand te nemen van dat gepieker, en dat het oké is om wat zottigheid toe te laten in je leven, om af en toe eens te lachen met jezelf: ‘Kijk mij hier nu eens prutsen.’»

HUMO Het is niet bij die piekercursus gebleven?

Levi «Ik ben ook met cognitieve therapie begonnen. Samen met mijn therapeut stelde ik mezelf bloot aan mijn angsten. We zijn begonnen met mijn rijangst op de snelweg. Dan vertrok ik naar de E40 om te oefenen, van de oprit tot de eerstvolgende afrit. Daar zat ik dan in mijn eentje in mijn auto, te schudden van de stress. Telkens stelde ik mezelf nieuwe doelen: één afrit, twee afritten, dan drie. Soms lukte het niet. Eén keer wilde ik naar Oostende rijden, maar na 20 minuten voelde ik mijn armen en benen niet meer – als mijn angst het overneemt, voel ik me verlamd. Dan is het een kwestie van niet in die mislukking te blijven hangen: ‘Volgende keer beter.’

Ik heb me nu voorgenomen om in mijn eentje naar de Ardennen te rijden. Daarvoor moet ik over het viaduct van Vilvoorde. Dat is het summum van mijn angsten, maar ik ga het doen. En dan neem ik mijn tentje mee en ga ik een nachtje kamperen in de Ardennen.»

HUMO In een tent in het bos slapen durf je wel?

Levi «Daar heb ik geen probleem mee. Ik hou van avontuurlijk reizen. Ik ben net drie weken in mijn eentje door Zweden gaan fietsen, zonder iets te plannen. Ik ben van de ene situatie in de andere gerold, en heb veel toffe ontmoetingen gehad. Moeilijk te zeggen waarom het ene me wel lukt en het andere niet. Angst is een raar beestje. Ik ben bang om op snelwegen te rijden, maar de ring rond Gent doet me bijvoorbeeld niets. Geen idee waarom.

Sinds ik mijn angsten ben gaan aanpakken, zeg ik ja op alles wat mijn pad kruist, vooral als mijn lichaam en brein dan uit volle kracht ‘Nee!’ schreeuwen. Als zoiets me dan lukt, voel ik me geweldig. Dus nu zeg ik zelfs ja als Humo me wil interviewen (lacht). Als ik nadenk over hoe mijn verhaal straks op papier staat en dat mensen het zullen lezen, slaat de schrik me om het hart. Maar ik móét het doen. Ik wil foert zeggen tegen al mijn angsten.

De volgende angst die ik wil aanpakken, is die voor liften. Ik kan me nog niet voorstellen dat het me ooit zal lukken, maar ik ben van plan om door te bijten. Ook al zit de vermijding nog altijd klaar. Toen mijn therapeut over de lift begon, was mijn eerste gedachte: ‘Oké, we doen het, maar dan neem ik wel een survivalkit mee.’ Ik had het helemaal uitgedokterd: ik zou een rugzak meenemen, met daarin een gasvuurtje, mijn koffiezetapparaat, drie liter water, een hoop eten, een iPad vol films én een powerbank. Daarmee zou ik elk rampscenario overleven. Zo werkt een angstig brein: het zoekt methodes om de angst toch maar niet te moeten toelaten. Toen ik mijn therapeut mijn plan uit de doeken deed, moesten we er allebei om lachen. Ik dacht natuurlijk ook: ‘Dit klinkt belachelijk.’ Maar toch…

Straks geef ik een groot verjaardagsfeest. Ook dat zal een overwinning zijn, omdat ik mijn controledwang zal moeten loslaten. Normaal zou ik mezelf nu gek aan het maken zijn met de voorbereidingen, maar ik heb aan al mijn vrienden laten weten dat ik geen cadeaus hoef. In plaats daarvan mogen ze me helpen met het feest: de ene maakt een voorgerecht, de ander verzorgt het aperitief. Ik sta mezelf nu toe om hulp te vragen. Dat is belangrijk. Ik streef niet meer naar perfectie.»

HUMO Heb je spijt dat je je angsten niet vroeger hebt aangepakt?

Levi «Nee, want die gedachte helpt me geen stap vooruit. Dat heb ik opgestoken in de piekercursus (grijnst).

Ik heb net aan een paar collega’s verteld dat angst aan de basis ligt van mijn uitval op het werk. Ze reageerden heel begripvol. Dat heb ik ook geleerd: in werkelijkheid reageert niemand zo erg als in mijn hoofd. Het valt altijd beter mee dan het worstcasescenario dat ik had bedacht.»

* Levi is een pseudoniem.

Leen Dendievel, ‘Asem’, uitgeverij Horizon

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *