De weekendnachtegaal…

De weekendnachtegaal zingt een toontje lager

Hans Van Dyck wijst erop dat omgevingslawaai schadelijk is voor dieren. Het kost hen veel moeite om met elkaar te communiceren.

De Standaard – 27.08.2019

Hans Van Dyck
Wie? Hoogleraar gedragsecologie (UCLouvain).
Wat? Om diverse beestige redenen moeten we vaker stilstaan bij lawaai in onze omgeving.

Hij passeert vaak tot onder het venster van mijn kantoor op de universiteit. Ik hoor hem al vanop ruime afstand naderen. Keer op keer vervloek ik hem. De bovenkamer tussen mijn oren biedt geen ruimte voor gewenning. Ik heb het over de bladblazer van de groendienst. Vorige week stond De Standaard stil bij lawaai in de reeks ‘Het land is luid’. Het fenomeen overstijgt de anekdote van een irritante bladblazer.

Onze gevoeligheden variëren, maar het maakt de impact van lawaai niet minder universeel. Effecten kunnen ook onbewust inwerken. Menselijke bedrijvigheid veroorzaakt veel geluid. Auto’s, vrachtwagens, vliegtuigen, schepen, tractoren, airco’s, bouwwerven, industriële installaties en seismische metingen dragen bij tot groeiende volumes achtergrondgeluid te land, ter zee en in de lucht. De Wereldgezondheidsorganisatie erkent geluidsoverlast al langer als een belangrijke kwestie.

Het is ook een biodiversiteitsprobleem. Het aantal studies met hilarische resultaten over de impact van lawaai groeit gestaag. In Berlijn zingen nachtegalen in de week luider dan in het weekend. Wij schreeuwen ook harder op een feest met luide dj-set. Voor vogels in de stad of langs drukke wegen lijkt het alle dagen ‘feest’. Het kost hen meer energie, waardoor ze minder efficiënt communiceren. Als er in het weekend minder luidruchtig verkeer is, draaien ze de volumeknop zachter. Koolmezen zingen in de stad niet luider dan in het bos, maar wel hoger. Het gemotoriseerde lawaai kent een lage geluidsfrequentie. Door hoger te zingen wordt hun zang minder gemaskeerd door het achtergrondgeluid. Een veldsprinkhaan tsjirpt langs een drukke weg met een hogere frequentie dan in een rustig grasland. Bij te veel lawaai stellen roodborsten hun gezang uit tot ’s nachts. En nabij vlieghavens houden zangvogels rekening met de vluchtschema’s. Toch blijkt de flexibiliteit niet altijd te werken. Dan loopt de communicatie bij vogels, vissen, kikkers en zelfs insecten mank.

Onzichtbare stoorzender

Nabij vlieghavens houden zangvogels rekening met de vluchtschema’s
Wat later, harder of hoger tsjilpen, jodelen of kirren? Het klinkt als een olijke bijdrage voor de fait divers in de krant. Maar we moeten de manier waarop onze menselijke bedrijvigheid chronisch en vaak onbedoeld de fysische eigenschappen van de omgeving verandert, ernstig nemen. Net als u en ik gebruiken andere levensvormen hun zintuigelijke en cognitieve vermogens om zich aan hun omgeving aan te passen.
Bij vogels die langs drukke, lawaaierige wegen broeden, wordt een aanhoudende verhoging van de stresshormonen gemeten. Dat weegt op hun immuunsysteem. Er treden ook veranderingen op in het gedrag. Meer lawaai leidt tot meer rondspeuren en minder eten. Voedsel zoeken in een decibelrijke omgeving gebeurt bovendien minder efficiënt. Het voortplantingssucces ligt vaak beduidend lager. Vleermuizen vermijden zones rond lawaaibronnen. Dat lijkt een oplossing, maar verschuift het probleem. Als lawaairijke zones niet meer meetellen, krimpt hun leefgebied aanzienlijk.

Geluidsvervuiling gaat gepaard met andere invloeden van menselijke signatuur. Een drukke weg leidt niet alleen tot decibels, maar ook tot uitlaatgassen. Hoe weten we of de bijdrage van lawaai wel betekenisvol is? Dat vraagt een experimentele aanpak.

Amerikaanse onderzoekers simuleerden de invloed van verkeerslawaai zonder de andere invloeden van een drukke weg. Met luidsprekers baanden ze een lawaairijke lijn door een natuurgebied. De fantoomweg liet er geen twijfel over bestaan. Bij lawaai zakte het aantal vogels met een derde. Vogels die niet de biezen pakten, hadden een beduidend slechtere lichaamsconditie. Lawaai blijkt een onzichtbare stoorzender.

Dovemansoren

Het vakblad Science becijferde de geluidsbelasting in Amerikaanse natuur­reservaten. In 63 procent van die bolwerken voor biodiversiteit bleek het gemiddelde geluidsniveau verdubbeld door naburige menselijke bedrijvigheid. Voor 21 procent betrof het een vertienvoudiging of meer. De combinatie van een erg dicht wegennet, slechte ruimtelijke ordening en gemiddeld kleine natuurgebieden staat ook in Vlaanderen garant voor een chronisch lawaaibad voor mens en fauna. Het natuurbehoud heeft geen tekort aan prioriteiten, maar momenteel wordt lawaai zelden genoemd als een heikel punt.

Er zijn enkele gunstige perspectieven. Elektrische auto’s zijn veel stiller dan auto’s met een ontploffingsmotor. Maar het gaat voorlopig om een kleine minderheid en de lawaaierige lucht- en scheepvaart blijven mondiaal sterk groeien. De decibels volgen.

Hoeveel decibels kunnen we schrappen door betere geluidsisolatie rond motoren en andere geluidsbronnen? Het is een gebied waar ingenieurs en technici de levenskwaliteit voor mens en natuur sterk kunnen verbeteren. Nabij natuurgebieden is het zinvol om na te gaan of andere flankerende maatregelen versneld mogelijk zijn. Bij lagere snelheden grommen knalpotten minder. Minder lawaai komt bovendien onze natuurbeleving in reservaten, bosgebieden en parken ten goede.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *