Interview Pascal Chabot, filosoof en schrijver van ‘Global burn-out’
‘Burn-out is een beschavingsziekte’, zegt Pascal Chabot, de Franstalige Belgische filosoof die een succesboek over het onderwerp schreef.
Mag het al zwart op wit benoemd worden? De vakantie is bijna gedaan. Voilà. Iemand moet het zeggen. De files warmen op, de werkweek komt op toerental en de out of offices worden uitgeschakeld. Maar als uw batterijen opgeladen zijn, hoeft u niets te vrezen.
De balans van de zomer is echter onrustwekkend. Veel zon, weliswaar, maar de twee hittegolven deden iedereen aan den lijve ondervinden dat het klimaat ontregeld raakt. Ook de Earth Overshoot Day, de dag waarop de natuurlijke jaarvoorraad van onze planeet op is, viel deze zomer alweer een dag vroeger dan vorig jaar, op 1 augustus. Kortom: we hebben de voorbije tijd dan wel volop genoten, maar we zijn niet goed bezig.
De Franstalige Belgische filosoof Pascal Chabot (44) legde vijf jaar geleden de vinger op de ‘we zijn niet goed bezig’-wonde in zijn boek Global burn-out. Het reisde de wereld rond en half september dient zich eindelijk de Nederlandse vertaling aan bij Amsterdam University Press.
De aarde is op, de mens is op, maar op z’n minst hebben we een warme zomervakantie gehad.
‘Ik betwijfel of we die temperaturen als een vooruitgang moeten zien.’
Wat is vooruitgang voor u?
‘Een tweesnijdend zwaard waarvan we ons onvoldoende realiseren welke prijs we betalen voor de positieve kant. Op materieel vlak zijn we een van de meest verwende samenlevingen, maar Earth Overshoot Day is een tussentijdse rekening. We staan in het rood.’
Earth Overshoot Day is zowat de burn-out van de aarde. Wat was eerst: de uitputting van de planeet of die van de mens?
‘Je kunt ze niet los van elkaar zien. Burn-out is voor mij een beschavingsziekte en dan speelt zowel mens als context een rol. Dat is ook waarom ik als filosoof naar het fenomeen wilde kijken: binnen de medische wereld en die van de psychologie hebben we het enkel over het persoonlijke aandeel. Heeft u misschien een moeilijk jaar achter de rug? Een scheiding? Bent u vatbaar voor depressies? Als beschuldiging kan dat tellen. Terwijl burn-out in de eerste plaats te maken heeft met hoe we ons organiseren en met hoe we werken. Het is een beschavingsziekte.’
Door er een beschavingsprobleem van te maken, lijkt de oplossing wel erg onbereikbaar. Want als het aan alles en iedereen ligt, wat kunnen u en ik nog doen?
‘Wat we doen, mag niet alleen raken aan technologische of nuttige vooruitgang, maar ook aan menselijke vooruitgang’
‘Het probleem begrijpen is een cruciaal begin, net als jezelf begrijpen. Precies daarom geloof ik in de filosofie: de juiste woorden vinden geeft je de nodige inzichten en kennis om je te bevrijden van bepaalde problemen. Want als je begrijpt dat je eigen uitputting de spiegel is van de uitputting van de samenleving, kun je aanvaarden wat je niet kunt veranderen en gerichter zoeken naar dat wat je wel kunt veranderen. Als je de problemen helder ziet, net als je eigen noden, kun je de risico’s minimaliseren om uit evenwicht te raken.’
Dat ruikt naar de stoïcijnen. Opvallend afwezig in uw boek, gek genoeg. Waarom?
‘Ik heb ze opgespaard voor een ander boek, Exister, résister.’
Critici zeggen dat het kunnen benoemen net deel is van het probleem. Want plots heeft iedereen burn-out.
‘Ik ben heel democratisch als het over woorden gaat: mensen hebben het recht en de vrijheid om te benoemen wat ze beleven. Als een groep mensen de term burn-out gebruikt om aan te geven dat het te veel is en dat ze zichzelf niet meer herkennen in wat ze doen, dan moet dat kunnen, zelfs als die categorie niet strikt overeenkomt met de definitie van burn-out. Want het zegt iets over die persoon en over waar hij mee worstelt.’
‘In een bredere context was de term burn-out noodzakelijk om het onderscheid te maken met depressie, iets wat uitgesproken individueel is en rechtstreeks gelinkt aan persoonlijk lijden. Burn-out daarentegen is vooral gelinkt aan werk en werkomstandigheden. Dat is een belangrijk onderscheid in de zoektocht naar oplossingen.’
Columbus
Burn-out is geen klacht van luie mensen. Pascal Chabot hamert hard op die nagel. In zijn boek beschrijft hij het zo: ‘Het leek een faire overeenkomst. Het individu accepteerde meer technologie, op voorwaarde dat hij zijn gewoonten en gedrag aanpaste, en kreeg in ruil daarvoor vermindering van arbeidslast, betere bescherming en vooral de vrijheid om zijn verlangens na te jagen.’ Maar de technologie bleek minder autonoom dan gedacht en in werkelijkheid dwingt ze ons om tien uur per dag voor een scherm te zitten.
De slachtoffers van burn-out zijn niet toevallig de grootste aanhangers van deze levensstijl. Want die botst met de bewegingsvrijheid van ambitie. Burn-out is dan ‘de vermoeidheid die voortkomt uit wilsinspanning en stress, uit de ambitie om jezelf te overtreffen, keihard te werken en jezelf te verwezenlijken’.
Burn-out lijkt ook een probleem van ‘maat houden’. Waarom slagen we daar zo moeilijk in, zelfs als we het kunnen benoemen?
‘Het is de paradox van ons bestaan. De fundamenten van onze samenleving zijn gelegd door extremisten. Columbus was een krachttoer. Michelangelo heeft vier jaar liggend op een stelling doorgebracht om de Sixtijnse Kapel te schilderen. Honoré de Balzac schreef wel achttien uur per dag. Paul Valéry zei het al: “Overal waar de Europese geest domineert, zien we maximale ambitie, maximaal werk, verlangen en creatie. De som van al die maxima, dat is Europa.” Wij zijn de erfgenamen van die maximalisatie. Want als de medicijnen niet snel genoeg werken, als iemand niet snel genoeg antwoordt op een bericht, dan zijn we gefrustreerd en vervloeken we de traagheid.’
Waarin zit precies de paradox, als iedereen de vrucht is van het maximum?
‘In wie we zijn. Mensen zijn fundamenteel wezens die op zoek gaan naar evenwicht. Kijk maar naar je lichaam: als het warm is, zweten we meer en drinken we meer. Als we te weinig calcium hebben, nemen we er meer op. Psychologisch werkt dat net zo omdat we voelen hoeveel geluk er in evenwicht zit. Het is geen toeval dat yoga en meditatie vandaag zoveel bijval kennen. Maar als we door de context van werk en maatschappij te ver verwijderd raken van onszelf, herkennen we die signalen niet meer.’
Waarin schuilt volgens u de valkuil van die verwijdering?
‘In het ons aanpassen. We passen ons aan het systeem aan, zodat we zelf ook in staat zijn om het systeem te beïnvloeden en inspraak te hebben. Maar de aanpassing kan nooit het doel op zich zijn: als de aanpassing niet onze waarden, visie of een hoger doel dient, dan passen we ons aan om ons aan te passen. En dat is waar de uitputting en de verveling beginnen. Want we zijn niet enkel wat we denken, we zijn ook wat we doen. En wat we doen, mag niet alleen raken aan technologische of nuttige vooruitgang, maar ook aan menselijke vooruitgang. Dan heb ik het over de vooruitgang in relaties met mensen, patiënten, leerlingen …’
Met die aandacht voor menselijke vooruitgang kun je niet vroeg genoeg beginnen. Is dat hoe we kinderen weerbaarder kunnen maken tegen burn-out?
‘Er zijn veel benaderingen als het over opvoeding gaat, maar waar ik ronduit tegen ben, is het idee dat we kinderen onderling meer moeten laten concurreren. Een wedstrijd als opvoeding is geen voorbereiding op de toekomst. Integendeel, competitie draagt niet bij tot zelfrealisatie of in relatie tot anderen, het is net de kiem van burn-out. Menselijke vooruitgang bereik je door te leren samenwerken en zowel je eigen inbreng als die van de ander te blijven zien in het geheel. Dat zijn we uit het oog verloren, want evaluaties zijn individueel, de angst om je job te verliezen is persoonlijk … De waarheid van werken is dat we het nooit alleen doen.’
Pascal Chabot
● Studeerde filosofie aan de Sorbonne in Parijs, aan de ULB in Brussel en aan de universiteit van Luik.
● Doctoreerde op het werk van de Franse filosoof Gilbert Simondon.
● Publiceerde in 2013 het boek Global burn-out, dat in diverse talen is vertaald en nu ook in het Nederlands verschijnt.
● Geeft les aan de Brusselse hogeschool IHECS.
● Is ook actief in de wereld van de hedendaagse dans, als artistiek raadgever van choreografe Michèle Noiret.
Sarah Vankersschaever – De Standaard – 20.08.2018