Blue Monday is een verzinsel. En toch is het goed om het over depressie te hebben
Brainwash – Daan Roovers – 22.01.2019
Vandaag is het Blue Monday, de meest deprimerende dag van het jaar. Althans, dat besloot pr-bureau Porter Novelli in 2005. Zij verzonnen deze dag om reisbureau Sky Travel te helpen om meer vakanties te verkopen en gaven het een wetenschappelijk sausje door psycholoog Cliff Arnall te laten beweren dat hij dit met een formule had uitgerekend. We vragen filosoof Daan Roovers of er, ondanks de shady totstandkoming van deze dag, iets in zit.
‘Blue Monday is een willekeurig uitgekozen dag (de derde maandag van januari), die zo derprimerend zou zijn vanwege net mislukte voornemens en vakanties die nog ver weg lijken. Je zou kunnen zeggen dat dit tot inflatie van het begrip depressie leidt omdat we allemaal wel eens een blue day hebben, maar het is de afgelopen jaren juist ook een hele effectieve manier gebleken om aandacht voor het onderwerp te genereren. Depressies zijn nog altijd een taboe en zo’n dag geeft aanleiding om het onderwerp te bespreken, wat mensen ertoe aan kan zetten om hulp te zoeken.’
Wat leert de filosofie ons over depressie?
‘De Koreaans-Duitse filosoof Byung Chul Han schrijft in De vermoeide samenleving dat ieder tijdperk zijn eigen ziekten heeft, en de 21e eeuw in het teken staat van psychische aandoeningen als depressie, adhd, borderline en burn-outs. Hij laat zien dat het voor ons nauwelijks nog mogelijk is om naar factoren buiten onszelf te wijzen voor ons sombere gevoel, vanwege de prestatiedruk die we onszelf opleggen. We leven allemaal in de prestatiesamenleving, waarin we onszelf constant aanmoedigen om kansen te grijpen en mogelijkheden zien. Maar als het even wat minder lekker loopt, slaat dit in z’n tegendeel om, zodat je ook je eigen falen creëert.’
‘In onze liberale samenleving is de mens vrij – ook vrij om zichzelf uit te buiten. Je bent je eigen merk geworden, je eigen ondernemer, die zichzelf zo goed mogelijk moet verkopen. Als je niet langer je baas de schuld kan geven dat hij je onder zware druk zet om een target te halen, omdat jij zelf degene bent die de doelen stelt, kun je niet in opstand komen. Tegen je werkgever kun je staken. Nee zeggen tegen jezelf als het te veel wordt, is ingewikkelder. Omdat wij zelf onze eigen maatstaf zijn geworden, krijg je een system crash: een burn-out. Dat komt nu zoveel voor dat het een collectief probleem is geworden.’
Kijken we bij depressie te veel naar het individu en te weinig naar de samenleving?
‘Depressie heeft ontegenzeggelijk medische aspecten, maar in de medicalisering van het probleem blijft de systematische of politieke kant vaak onderbelicht. We zijn allen afzonderlijk slachtoffer van een systemisch probleem. Blue Monday geeft een drempelverlaging voor het delen van gevoelens van somberheid. En het is een goed moment om met elkaar te beseffen dat we af moeten van de extreme individualisering van de somberheid.’
Hoe deze maatschappij eenzame individuen creëert
‘Ook al is het een persoonlijk gevoel, dan wil het nog niet zeggen dat het een persoonlijk probleem is. We moeten ook kijken naar de omgeving, de werksituatie en de structuur waarin iemand functioneert. Zo hebben we depressie te veel toegesneden op het individuele perspectief. Ik heb een probleem, niet het bedrijf waar ik voor werk. Ik heb een probleem, niet mijn generatie. Die gedachtegang is een typisch voorbeeld van de neoliberale uitbesteding van problemen aan individuen terwijl de problemen systematisch van aard zijn.’
En wat gebeurt er dan?
‘Het individu heeft dan de taak om een oplossing te vinden, die snel uitkomt bij een medicus. En dat is logisch. Deze professionals zijn er voor het professioneel oplossen van problemen. De ironie is dat het probleem daardoor niet kleiner, maar zwaarder wordt. Die individualiseren de problemen ook. Terwijl, bij sommige vormen van somberheid, zoals burn-outs, we meer geholpen zijn bij structurele maatregelen. Dus niet alles zelf, individueel oplossen, onder eigen regie, maar vanuit het idee dat je in teams op de werkvloer verantwoordelijkheden juist deelt. Als we onze heilig bevochten autonomie en onafhankelijkheid tussen haakjes durven zetten en ons meer overleveren aan elkaar, kunnen we op elkaar leunen. Binnen een gezin doen we dit als vanzelfsprekend. Dan zit je zo dicht op elkaar, dat je niet kan volhouden dat je een eigen, autonome leefeenheid bent. En kan je simpelweg niet volhouden dat ‘alles goed’ is, als je niet lekker in je vel zit.’
Wat kunnen we doen?
‘Als filosoof zeg ik: de juiste vragen stellen. We hebben net gesproken over de vraag wat het over onze samenleving zegt dat depressie volksziekte nummer één is, en wat het betekent voor de individuen die eronder lijden. Nu moeten we het nog over de mensen in hun omgeving hebben. We hebben in Nederland ruim een miljoen mensen met depressieve klachten. Dat betekent dat daar een heel netwerk van mensen omheen zit wat nog vele malen groter is. Hoe moeten zij omgaan met een naaste met depressie? Hoe moet je je verhouden tot een vriend of collega die thuiszit? Moet je wel of niet bellen, en hoe bespreek je deze persoonlijke dingen met elkaar? We ervaren gêne in het ter sprake brengen van de lastige dingen in het leven en weten vaak niet zo goed hoe we ermee om moeten gaan. Het is tijd om ook aandacht te besteden aan dit soort vragen.’