“We hebben bij oma mijn tweede verjaardag gevierd, en oma had voor mij een lekkere kaastaart gebakken.”
“Happy Halloween! Ja, hoor ik spreek ook al een een woordje Engels.”
“Bij oma mag ik altijd naar Ketnet kijken en dan vult oma mijn potje met Nic-Nacjes. Eigenlijk mag ik heel veel mij oma…”