Zelfdoding

Agent Kevin Briggs redde honderden mensen van zelfdoding

De hoeder van de Golden Gate Bridge

De Standaard – Ine Roox – 02.03.2019

Het grootste deel van zijn 23-jarige carrière als agent spendeerde Kevin Briggs (56) op de Golden Gate Bridge in San Francisco, waar hij ongeveer tweehonderd mensen overtuigde niet te springen. ‘Ik houd achteraf geen contact. Ik wil hen niet herinneren aan allicht de zwartste dag uit hun bestaan.’

De Golden Gate Bridge is een toeristische trekpleister in San Francisco. Helaas zijn er, sinds de brug in 1937 werd geopend, ook al meer dan 1.600 mensen van afgesprongen. Vorig jaar sprongen 31 mensen en moest de politie 187 keer interveniëren.

‘De brug wordt geromantiseerd. Wie ervanaf zou springen, zou in een andere dimensie terechtkomen, en het water onder de brug zou de ziel reinigen en al je zorgen en verdriet in één keer wegwassen’, vertelde Kevin Briggs enkele jaren geleden, toen hij op een Ted-conferentie over zelf­doding sprak. ‘In werkelijkheid is het lichaam vier tot vijf seconden in vrije val, tot het met een snelheid van 120 kilometer per uur tegen het water neerstort. Die kracht verbrijzelt botten, waarmee vitale organen worden geperforeerd. De meesten zijn op slag dood.’

Briggs was 23 jaar lang agent van de wegpolitie in Californië. Een groot deel daarvan was de Golden Gate Bridge zijn werk­terrein. ‘Ik wist op voorhand niet dat zo veel mensen daar probeerden uit het leven te stappen’, zegt Briggs, aan de telefoon vanuit Californië. Maar hij groeide uit tot de hoeder van de brug. Al die jaren sprak hij op honderden mensen in en overtuigde hij de meesten om niet te springen. Sinds zijn pen­sioen gaat hij geregeld spreken op seminaries en scholen.

Toen u er als agent begon, wist u niet dat zovelen van de brug probeerden te springen. Was u dan wel voorbereid op die taak?

‘Eén man drukte me driemaal de hand, terwijl ik op hem inpraatte. Daarna zei hij kort: “Kevin, I am sorry but I have to go”’

‘Ik dacht dat ik snelheidsboetes zou uitschrijven en diefstallen op de parkeerterreinen rond de brug zou aanpakken. Maar ik hoorde dat er sommige jaren wel zestig ­lichamen in het water werden teruggevonden. En toen kwamen de eerste meldingen binnen: “Er staat iemand die wil springen op de kabel rond de brug”. Toen ik aan de job begon, was ik 31. Ik was er niet voor opgeleid en wist niet precies wat ik deed. In het begin zei ik waarschijnlijk verkeerde dingen.’

Wat zijn verkeerde dingen?

‘“Alles zal wel in orde komen”, of ook: “Je wilt dit eigenlijk niet doen.” Toen ik enkele jaren op de brug werkte, heb ik een training voor crisisinterventies gevolgd. Dat hielp, maar de FBI-training voor onderhandelingen in ex­treme crisissituaties was de allerbeste. Die kreeg ik pas later in mijn carrière. Tegenwoordig worden jonge collega’s door ervaren collega’s én door psychologen opgeleid.’

U was dus in grote mate een autodidact. Hoe leerde u mensen te overtuigen het niet te doen?

‘Wanneer ik iemand had gered, wenste ik hem achteraf proficiat met die nieuwe kans. Ik vroeg altijd waardoor hij van gedacht was veranderd. Dan nam ik notities om daaruit te leren voor de volgende keer.’

U zegt vaak ‘hij’. Hebt u vooral mannen gered?

‘Ja. Het gaat doorgaans om blanke mannen, veertigers of vijftigers. Mannen die nog niet oud zijn, maar wel al oud genoeg om de hete adem van jongere concurrenten, bijvoorbeeld op hun werk, in hun nek te voelen. Mannen die zelf nog jong genoeg zijn om volop te moeten presteren, veel verantwoordelijkheden hebben, de druk niet meer aankunnen, en misschien met financiële zorgen of met gezondheidsproblemen kampen.’

Houdt u contact met wie u hebt ­gered?

‘Liever niet. Omdat ik geen trigger voor die mensen wil zijn. Ik wil geen herinnering oproepen aan wat vast de allerzwartste dag uit hun leven was. Kevin Berthia is een uitzondering. Ik sms hem minstens een paar keer per maand. Op 11 maart 2005 kreeg ik een oproep over hem. Ik reed naar de brug en heb anderhalf uur met hem gepraat. Die dag heeft hij zelf besloten om weer over de balustrade te kruipen en het leven een nieuwe kans te geven. Hij gaat vandaag spreken over die ervaring, en wanneer het lukt, spreken we samen voor een publiek.’

Heeft hij u verteld hoe u hem hebt overtuigd?

‘Ja, ik vroeg het hem, en hij zei: “Door gewoon naar me te luisteren. Jij liet mij spreken.” Hij zei ook dat ik een kalme stem had die hem had gerustgesteld. Vandaag gaat het weer goed met hem.’

U hebt ook mensen verloren.

‘Dat klopt. Eén man drukte me driemaal de hand, terwijl ik op hem inpraatte. Daarna zei hij kort: “Kevin, I am sorry but I have to go.” En dan was er Jason Garber, een intelligente jongeman van 32. Hij bleef maar praten over de doos van Pandora, waarin al het kwade van de wereld zat, maar ook één goede zaak: hoop. Plots vroeg hij mij en mijn collega: “Wat als je de doos van Pandora zou openen, en de hoop dan toch ontbreekt?” Toen sprong hij voor onze ogen de diepte in.’

Dat moet hartverscheurend zijn geweest. Kon u zelf met dat gevoel bij iemand terecht?

‘Het was een enorme dreun. Wat het nog zwaarder maakte, was dat ik diezelfde avond nog met Jasons ouders sprak. De dag nadien stond de rabbijn van Jasons familie voor mijn deur. Gestuurd door Jasons ouders, die bezorgd om me waren. Ik heb zelf hulpverleners opgezocht om ermee om te gaan. Je moet je kwetsbaar durven op te stellen, ook als politieagent, om die ervaringen te bespreken en verwerken.’

Stond u vaak alleen op de brug of werkte u samen met collega’s?

‘Ooit hebben we maar liefst acht uur lang op iemand in­gepraat, in de regen en de kou – toen hebben een collega en ik elkaar afgelost. Maar meestal deed ik het helemaal alleen. Dan laat je je ego helemaal varen en zoek je écht naar een connectie met de persoon die daar staat. Dat kan wel even duren. Je probeert erachter te komen wat er in het leven van die mens speelt en waarom hij op dat dramatische punt is aanbeland. Je tracht vertrouwen op te bouwen en je zoekt een aanknopingspunt. Je doet er alles aan om die persoon te overtuigen dat alles niet een-twee-drie opnieuw in orde zal komen, maar dat het wel mogelijk is. Dat er hulp voor hem is.’

U wist nooit vooraf waarmee u die persoon zou kunnen overtuigen.

‘Ik herinner me een jongeman die met zaken veel geld had verdiend, maar door te speculeren met andermans geld ook veel had verloren. Hij voelde zich totaal vernederd. Uiteindelijk vroeg ik hem hoe hij zich zou voelen als zijn vrouw daar zou staan, en overwoog te springen. Dat gaf hem de klik om het zelf toch niet te doen. Maar ieder geval en elke persoon zijn anders.’

Voor erg veel mensen komt zelf­doding heel dichtbij. Is dat ook voor u zo?

‘Mijn grootvader stapte uit het leven, waardoor ik hem nooit heb leren kennen. Ik heb zelf met een depressie geworsteld, die ten dele te maken had met mijn werk. Maar ik heb dat aangepakt en nu voel ik me oké. Op een mindere dag weet ik: deze dag en dit gevoel gaan ook weer voorbij. Dat geeft me energie om te gaan spreken over zelfdoding en mensen alert te maken voor de signalen, in een poging er iets aan te doen. Wie het van plan was, ervan afziet en er achteraf over kan en wil praten, zegt geregeld dat zelfdoding een verkeerde beslissing zou zijn geweest. Soms kan je het echt voorkomen.’

1. Wees alert voor signalen van mensen uit je omgeving dat ze met zwarte gedachten kampen. Zijn er veranderingen in hun gedrag? Geven ze bezittingen weg? Vluchten ze in alcohol of drugs of slapen ze veel meer dan normaal? Vermijden ze sociaal contact en hebben ze het gevoel dat het nooit nog beter zal worden?

2. Spreek hen erover aan. Volgens Kevin Briggs kan zo’n vraag als volgt luiden: ‘Anderen hebben in gelijkaardige omstandigheden misschien zelfdoding overwogen. Heb jij soms ook zulke gedachten?’ Volgens Briggs’ ervaring kan de rechtstreekse confrontatie met die gedachten het keerpunt zijn dat hun leven redt.

3. Als je hen de vraag hebt gesteld, luister dan ook écht naar het antwoord. Ga niet in discussie, veroordeel niet, en zeg niet aan die persoon dat je weet hoe hij/zij zich voelt, want waarschijnlijk weet je dat niet. ‘Listen to understand’, zegt Briggs. Beloof niet dat alles ineens weer goed komt, maar creëer hoop en probeer aan te geven dat hulp beschikbaar is.

De website van Kevin Briggs:
www.pivotal-points.com

Wie met vragen rond zelfdoding zit, kan bellen naar 1813 of surfen naar zelfmoord1813.be (centrum ter preventie van zelfdoding)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *