Rusthuizen = Sterfhuizen

Van bij het begin van de coronacrisis, tot de voorbije laatste dagen, heb ik vertrouwen gehad in de beslissingen en de maatregelen die door regering en experts genomen werden om deze crisis te overwinnen.

Tot de voorbije laatste dagen, zoals ik al aangaf. Tot in het nieuws kwam hoe het er in de rusthuizen aan toe ging en hoe de minister van Volksgezondheid de ene flater na de andere beging.

Opeens was mijn vertrouwen en goede wil veel minder.

Pas na drie weken, na ze eerst geïsoleerd en opgesloten te hebben – afgezonderd van de rest van de maatschappij – was er weer aandacht voor de kwetsbaarste groep mensen onder ons: de ouderen en de gehandicapten.

Er was geen plan, er waren geen veiligheidsvoorzieningen, er was geen deskundig personeel, er was zelfs geen zuurstof!

Dit heeft mij heel fel geraakt en heel boos gemaakt. Onredelijk misschien, maar in elk geval menselijk en oprecht.

Wetende dat het niet de eerste keer is dat burgers bedot worden en met een falend beleid te maken krijgen, vind ik dat mijn houding begrijpelijk is.

Mijn argwaan is in elk geval gewekt en mijn goede wil getemperd.

Nog tot eind april wil ik mijn best doen, en dan is het bij mij op, dat best, en wil ik meer realistische maatregelen.

Ik ben ook maar een mens…


——————————————————————————————————————–

Analyse een snelle lockdown, maar er was geen plan B tegen het virus

Hoe de rusthuizen sterfhuizen werden

Terwijl de ziekenhuizen de coronacrisis de baas bleven, kon het virus genadeloos toeslaan in de woonzorgcentra. Hoe kon het zo fout lopen? Vijf verklaringen en een onzekere vooruitblik.

De Standaard – Veerle Beel –  12.04.2020

1. Lockdown zonder plan

De Vlaamse woonzorgcentra zijn al sinds 11 maart in lockdown: alleen de medewerkers mogen er nog in en uit. ‘Zorgnet-Icuro heeft daar hard op aangedrongen’, zegt gedelegeerd bestuurder Margot Cloet. ‘Er was enige discussie over of dit wel raadzaam was. Ik vind het nog altijd de beste beslissing die we konden nemen.’

Bewoners konden van toen af aan alleen nog vanachter het venster ‘contact’ hebben met de buitenwereld. We stonden met z’n ­allen te zwaaien voor het raam, in de illusie dat onze ouders en grootouders veilig waren. Vier ­weken later blijkt dat dit in minstens de helft van de woonzorgcentra niet gelukt is. Covid-19 is er toch binnengeslopen, wat niet zo gek is, want het personeel gaat er elke dag binnen en buiten. Dat ­velen onder hen bang zijn, leest u elders in deze krant. Ze zijn niet alleen bang voor hun eigen ­gezondheid, ze hebben ook schrik dat ze de bewoners zouden ­besmetten of besmet hebben.

Wie terugkijkt, kan alleen vaststellen dat er aan de lockdown geen verder plan was gekoppeld. Minister Wouter Beke (CD&V) zei daarover deze week in het par­lement: ‘Ik kon de woonzorgcentra toch niet dichtmetselen?’

Uiteraard niet, maar door het personeel zonder mondmaskers en beschermende kledij te laten werken, heeft men wel toegelaten dat het virus binnenkwam en dat heel wat centra uitgroeiden tot een broeihaard van covid-19. Waar bleef het plan van aanpak voor de woonzorgcentra die met besmettingen te maken kregen? Hoe moesten ze hun medewerkers ­beschermen? Waar konden ze ­extra medische hulp vragen? Die zaken beginnen nu een beetje vorm te krijgen, maar de plannen hadden er al veel eerder moeten liggen. Als plan A mislukt, moet je een plan B hebben.

2. Ziekenhuizen eerst

Het was alle hens aan dek toen na de krokusvakantie de eerste bevestigde gevallen van covid-19 in ons land opdoken. We hadden allemaal de apocalyptische beelden uit de Italiaanse ziekenhuizen gezien, waar zieke mensen op de gang lagen te wachten op hun dood: te weinig bedden, te weinig handen, te weinig apparatuur. In allerijl begonnen de Belgische ­ziekenhuizen aan een ongeziene reorganisatie, waarbij vleugels leeggemaakt werden om plaats te maken voor covid-19-patiënten. Muren werden opgetrokken tussen propere en ‘besmette’ afdelingen en de intensive care-units werden uitgebreid. Er zat een vloedgolf zieken aan te komen, en alle ziekenhuizen stonden paraat om die op te vangen.

En we moesten met z’n allen ‘in ons kot blijven’, om ‘de curve af te vlakken’, want anders zouden de ziekenhuizen het niet bolwerken. Het goede nieuws is dat dit alles geloond heeft. De – uitgebreide – afdelingen intensieve zorg kunnen de stroom aan. De reserveploeg artsen die klaar stond, hoeft niet in actie te komen. We overschrijden de maximumcapaciteit niet. Dokter Geert Meyfroidt, voorzitter van de Belgische vereniging intensieve zorg, kon met trots melden dat het ergste scenario voorkomen is. Het was toch wrang om dat te horen in de week waarin voor het eerst ook de overlijdens uit de woonzorgcentra meegeteld werden in de rappor­tering van Sciensano. Zo leerden we dat er nu meer mensen in de woonzorgcentra sterven dan in de ziekenhuizen.

Hebben we ons van battlefield vergist? Feit is dat de woonzorgcentra pas op de tweede rij stonden toen er mondmaskers en ­beschermingskledij overgevlogen en uitgedeeld werden. Sommige centra die deel uitmaken van een grotere groep, hebben het geluk dat hun managers op tijd orders voor maskers en schorten in het buitenland plaatsten. In kleinere woonzorgcentra moesten de ­directeurs zelf dagenlang op zoek naar alcoholgel. Burgers die thuis zaten, begonnen massaal mondmaskers te naaien voor de zorgsector, maar die kunnen de ­beschermende FFP2-maskers die nodig zijn als je een patiënt of ­bewoner met covid-19 moet verzorgen, niet vervangen. Of als je een test moet afnemen, waarbij je met zo’n stokje in de neus priemt: veel kans dat de bewoner dan in je gezicht niest.

3. Testen of niet

Eerst mochten de bewoners van de woonzorgcentra niet getest worden. Tot eind maart vond de overheid dat niet nodig. ‘Daardoor kon het probleem in de woonzorgcentra onder de mat ­geveegd worden’, zegt meent Eddy Awouters (68), wiens vader Louis (96) besmet raakte met covid-19 en nog altijd niet genezen is. ‘Hij krijgt zuurstof en ligt aan een pijnpomp. We vrezen het ergste.’

Op 26 en 27 maart stapte Awouters met zijn verhaal naar de ­media. Hij wou ermee aanklagen dat de bewoners in de woonzorgcentra niet getest werden. ‘In een reactie heeft Zorg en Gezondheid toen aan de directie laten weten dat vier bewoners toch getest mochten worden, onder wie mijn vader. Ze waren alle vier positief. Intussen is een veertiental bewoners overleden, onder wie tien ­zeker aan corona’. Eddy Awouters zegt: ‘Iedereen heeft dit onderschat. Niet alleen de woonzorgcentra zelf, maar ook de politici en zelfs de experts. Zij keken allemaal in de verkeerde richting. Daar zijn mijn vader en vele ­anderen nu het slachtoffer van.’

Van nul bewoners testen, veranderde het advies naar één tot twee bewoners testen en vervolgens maximaal vijf. Als er meer bewoners ziek werden, moest men er maar van uitgaan dat ook zij het nieuwe coronavirus te pakken hadden. Alleen is dat een strategie die voorbijgaat aan het feit dat je dan ook echt iedereen in de groep besmet.

Pas deze week veranderde de teststrategie. Nu wordt in de meest getroffen woonzorgcentra iedereen getest. Niet al te vroeg hoera roepen: tot vrijdagavond waren er nog steeds woonzorgcentra die de testkits nog niet ontvangen hadden. Het gaat allemaal veel trager dan gehoopt. En het liep ook mis, toen bleek dat bij de eerste tests een verkeerde wisser in de neus van de mensen gestopt werd. Probleempje met de handleiding, een letterlijk pijnlijke zaak voor de bewoners die hier het slachtoffer van werden.

Dat het ook anders kan, blijkt uit het relaas van de Limburgse huisarts Erik Pinxten. Nadat hij in de krant en op televisie verteld had hoe vijf van zijn patiënten – allemaal bewoners van een rusthuis – gestorven waren, werd besloten om alle bewoners ervan te testen. Vijftien bijkomende bewoners bleken positief.

‘Dit geeft de ­mogelijkheid om zaken te bespreken en families in te lichten’, zegt Pinxten. Een ziekenhuis uit de buurt heeft spontaan hulp aan­geboden, studenten ­geneeskunde kwamen helpen. ‘En misschien nog het belangrijkste: ze gaan een corona-afdeling uitbouwen voor de positief geteste bewoners. ­Patiënten die niet erg ziek zijn, kunnen er normaal rondlopen. Ze kunnen er aan tafel eten met hun medebewoners en hebben zo een veel betere kwaliteit van leven.’

4. Ze gaan toch snel dood

Sterven er veel heel oude mensen aan covid-19? Of is de ziekte slechts het laatste duwtje over de drempel van de dood? Eerder vroeg dan laat zou het er toch wel van gekomen zijn, zoiets. Aan de griep sterven jaarlijks ook veel ouderen. Het gevaar van die redenering is dat we een hoop mensen opgeven die nog een goed leven hadden, en daar zonder de epidemie nog jaren, zo niet maanden, van hadden kunnen genieten. ­Tegen een griep kun je je laten ­inenten, tegen het nieuwe coronavirus niet. Gemiddeld verblijven bewoners 1,5 jaar in een woonzorgcentrum, maar gemiddelden vertellen niet alles.

Hoe we naar ouderen en hun toekomst kijken, kan ook weleens meespelen in hoe we naar de zorg voor deze ouderen kijken, en hoe we de crisis in de woonzorgcentra hebben beoordeeld. Er circuleren net iets te veel verhalen van families en huisartsen die zeggen dat hun ouder/grootouders/patiënt nog naar het ziekenhuis wou, maar daar niet toegelaten werd. Wellicht daarom heeft viroloog Steven Van Gucht vrijdag op de briefing van Sciensano beklemtoond dat er geen reden is om ­ouderen of mensen met een handicap van medische zorg in het ziekenhuis uit te sluiten. Het is aan artsen om daarover te oordelen, in samenspraak met de ­patiënt en de familie. Er zijn nog ziekenhuisbedden genoeg. Ouderen hoeven hun zuurstoffles nog lang niet te weigeren voor een jongere patiënt.

5. Te weinig expertise
Het personeel in de woonzorgcentra is veelal laaggeschoold. ­Bachelor-verpleegkundigen vinden het niet meer interessant om er te werken. Zorgkundigen hebben geen medische kennis of ­expertise. Medewerkers van Artsen zonder Grenzen die deze week gingen helpen, stelden vast dat de zorgkundigen niet eens de basisregels van de hygiëne kenden of in acht namen. Terwijl het zorg­profiel van de bewoners zwaarder werd, is de personeelsnorm niet mee omhooggegaan. ‘Er wordt al te lang bespaard in de woonzorg voor ouderen. Er zijn weinig agogische medewerkers, er is geen middenkader, de directeur staat er vaak alleen voor om beslissingen te nemen’, zegt Margot Cloet.

Moet het straks over een andere boeg? Het liefst wel. De vraag is of men van de woonzorgcentra verpleeghuizen moet maken, of dat men ze toelaat om woon- en leefcentra te zijn, met voldoende omkadering, en steun van de ­nabije ziekenhuizen. Op diverse plaatsen in Vlaanderen is daar ­deze week mee begonnen. Niets te vroeg.

6. Wat nu?

Er zullen na deze coronacrisis in bepaalde woonzorgcentra veel lege kamers zijn. Ze zijn er nu al, en ze kunnen niet direct gevuld worden. Naast de psychologische en morele klap die dat met zich meebrengt, betekent het ook een ernstig financieel verlies. Zal dat ook gecompenseerd worden, zoals andere sectoren een compensatie kregen?
Fundamenteler is de vraag of de woonzorgcentra zelf hiermee niet de doodsteek gekregen hebben. Wie wil daar nog gaan ­wonen? Wie wil zijn ouders daar nog achterlaten?

Veerle Beel

https://www.standaard.be/cnt/dmf20200412_04920758

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *