Psychische problemen mogen geen taboe zijn

Psycholoog Filip Raes na het interview met Bart Schols: ‘Psychische problemen mogen geen taboe zijn’

De Morgen – Joël De Ceulaer – 25.08.2019

Zaterdag vertelde Bart Schols, presentator van De afspraak, in onze weekendbijlage ‘Zeno’ over zijn depressie en hoe hij hulp zocht om daaruit te geraken. Zelden waren de reacties op een interview zo talrijk en zo positief.

“Beeld u in dat kanker nog altijd een enorm taboe zou zijn”, zegt Filip Raes, hoogleraar psychologie aan de KU Leuven. “En dat twee op de drie kankerpatiënten geen hulp zouden zoeken, omdat ze er niet over durven praten, niet weten dat er een behandeling bestaat, of omdat de behandeling te veel kost. Dat zouden we onaanvaardbaar vinden. Welnu, zo is de situatie nog altijd voor mensen met psychische problemen. Daarom vond ik dat interview met Bart Schols ook erg mooi en belangrijk.”

Er werd massaal op gereageerd, dit weekend: het gesprek met Schols waarin de Canvas-presentator vertelt over zijn laatste depressie en hoe hij daaruit is geraakt met de hulp van medicatie en psychotherapie. Voor wie met vergelijkbare problemen kampt, voegde hij eraan toe: “Als je zit waar ik gezeten heb, zoek dan hulp.”

“Lieven Scheire heeft ook eens zo’n getuigenis afgelegd”, herinnert Raes zich. “Hij heeft lang geworsteld met een angststoornis en heeft zich ook door een psychotherapeut laten helpen. Zulke getuigenissen van bekende personen kunnen voor anderen de drempel naar psychotherapie verlagen. Te veel mensen weten nog altijd niet dat je behandeld kunt worden als je een depressie of een angststoornis hebt.”

Hoe komt dat?

Filip Raes: “Lichamelijke en geestelijke gezondheid worden niet op een gelijkwaardige manier bekeken. Wie zijn been breekt, gaat naar het ziekenhuis. Wie met psychische problemen te maken krijgt, loopt vaak verloren. De overheid geeft ook het verkeerde signaal: de behandeling van uw lijf wordt goed en vlot terugbetaald, de behandeling van uw geest nog altijd niet. Er is een begin gemaakt met terugbetaling van psychotherapie, maar voor veel mensen ligt ook de financiële drempel nog veel te hoog.”

Zowel Lieven Scheire als Bart Schols verwijst naar de zogeheten cognitieve gedragstherapie, die hen geholpen heeft. Dat is uw specialisatie. Wat doet zo’n therapie precies?

“Soms zijn het niet de dingen die gebeuren die ons in de problemen brengen, maar wat we daarbij denken. Een cognitieve gedragstherapeut probeert die overtuigingen op een nieuwsgierige manier te onderzoeken, en de patiënt dan te helpen bij het verkennen en uittesten van andere denkpatronen. Je helpt mensen om af te komen van hun negatieve gedachten. Bij een depressie kunnen ook andere vormen van therapie helpen. Maar bij een angststoornis is cognitieve gedragstherapie duidelijk de beste optie.”

Hoe kom je van zulke angsten af?

“Het probleem bij een angststoornis is het vermijdingsgedrag, wat heel normaal is: wie bang is voor iets, gaat dat uit de weg. Maar te veel vermijdingsgedrag maakt de angst alleen maar groter. Een therapeut kan de patiënt leren dat het toch kan meevallen, door hem aan het voorwerp van zijn angst bloot te stellen. Soms is dat relatief eenvoudig.”

Zijn elke patiënt en elke stoornis niet uniek?

“Dat is een vaak gehoorde opmerking. Mensen zijn uniek, maar heus niet zo uniek dat we elke keer het warm water moeten uitvinden. Soms is een eenvoudige behandeling echt wel beschikbaar. Vergelijk het opnieuw met kanker: het is niet omdat sommige kankers zeer complex en moeilijk te behandelen zijn, dat een paar specifieke vormen van kanker niet relatief eenvoudig te behandelen kunnen zijn.”

Politicoloog Cas Mudde, ervaringsdeskundige inzake depressie, reageerde ook op het interview met Schols. Volgens Mudde moet je aanvaarden dat zo’n depressie een ‘permanente conditie’ is, een ‘deel van jezelf’. Klopt dat?

“Dat vind ik te sterk uitgedrukt. Dan lijkt het alsof het echt iets is dat in je aard, in je karakter zit. Terwijl je een depressie beter kunt bekijken als een ziekte. Je kunt er een grotere gevoeligheid voor hebben, maar je kunt de ziekte wel degelijk aanpakken. Het is niet wie je bent, dus ik zou nooit zeggen dat het ‘een deel van jezelf’ is.”

Er was vorige week ook veel te doen over een interview met psychiater Damiaan Denys in Knack. Dat volgens hem Van Gogh zijn meesterwerken nooit geschilderd zou hebben als hij niet zoveel had geleden, vonden collega Katrin Swartenbroux en gastcolumniste Tinneke Beeckman een onverstandige uitspraak.

“Er zijn aanwijzingen dat zaken zoals depressie meer aanwezig zijn bij creatieve mensen dan bij minder creatieve mensen. Maar zo’n verband is nog geen oorzakelijk verband, laat staan dat we zouden weten wat dan de oorzaak zou zijn van wat. Uw collega Katrin Swartenbroux schreef dat zulke uitspraken mensen weghouden bij hulpverlening, en ze heeft gelijk: een recente review uit de Verenigde Staten toont dat aan.”

Omdat mensen denken dat ze niet meer zo creatief zullen zijn als ze iets aan hun psychische problemen doen?

“Precies. Dat is de romantisering van psychisch leed, en dat mogen we niet doen.”

Van Gogh zou misschien een veel machtiger oeuvre hebben geschilderd als hij goed in zijn vel had gezeten.

“Wie weet. Dat is evengoed mogelijk. Denys zegt trouwens wel meer rare dingen. Dat therapeuten zich moeten bezighouden met het extreme lijden, bijvoorbeeld, en dat de andere mensen maar moeten leren omgaan met stress.”

Hij lijkt een beetje op psychiater Dirk De Wachter, die ook zegt dat we moeten leren een beetje ongelukkig te zijn.

“En ik ga dat niet tegenspreken. Maar een aantal mensen moet daarbij geholpen worden, bij de aanvaarding dat tegenslagen en ongeluk bij het leven horen. Nog te veel mensen zitten met serieuze problemen en worden niet geholpen. Daar zou ik wat meer de aandacht op vestigen.”

Hoe maak je het onderscheid? Wanneer ben je als het ware gewoon een beetje ‘aanvaardbaar ongelukkig’ en wanneer moet je toch echt hulp zoeken?

“Als je niet meer goed kunt functioneren, moet je hulp zoeken. Als je niet meer voor de kinderen kunt zorgen, of als je job of je relatie eronder lijden. Iedereen heeft weleens te maken met stress en tegenslag, maar sommigen komen daardoor echt in de problemen. Dat lijkt mij toch nog altijd de belangrijkste boodschap: dat psychische problemen geen taboe mogen zijn. Je kunt geholpen worden.”

Wat kunnen we doen als een vriend in de problemen zit?

“Niet te snel gewoon ‘Kop op!’ zeggen. Gewoon eens luisteren is een begin. We moeten niet alleen leren praten over zulke problemen, we moeten er ook naar leren luisteren.”

Filip Raes
Geboren in 1977
Hoogleraar psychologie (KU Leuven)
Cognitieve gedragstherapeut

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *