Mannen, het sterke geslacht?

‘Traditionele’ man leeft minder lang

Te veel mannen in Europa sterven onnodig vroeg, en dat heeft meer te maken met slechte gewoontes en traditionele gendernormen dan met hun geslacht. Europa moet ingrijpen, vindt de Wereldgezondheids­organisatie.

De Standaard – 12.10.2018 – Peter Vantyghem

De Europese regio vaart aan twee snelheden, wat de gezondheid van zijn mannen betreft. De gezondste man, een Zwitser, mag erop rekenen dat hij 82 wordt. De ongezondste, uit Turkmenistan, moet het doen met een verwachting van 65 jaar. Dat is een verschil van 17 jaar: de West-Europese landen lopen vooraan, de Oost-Europese volgen op grote afstand.

Het nieuwe rapport van de ­Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) over de gezondheid en het welzijn van mannen in 53 landen van de Europese regio (inclusief alle vroegere Sovjetstaten) brengt veel cijfers en analyses samen. Het begint met goed nieuws: Europese mannen leven langer en gezonder dan ooit tevoren. De rest is zorgwekkend: mannen sterven te snel, en dat komt maar ten dele door hun biologische aard. Er wordt niet goed voor hen gezorgd, en ze zorgen ook niet goed voor zichzelf.

Mannelijkheid als constructie

De WHO geeft aan dat preventie en educatie tot dusver vooral op vrouwen gericht waren, en dat er te weinig rekening gehouden werd met mannelijkheid als sociale constructie. Ze stelt nu prioriteiten: het sterftecijfer bij jonge mannen naar beneden halen, de grote ongelijkheid binnen Europa aanpakken, van gendergelijkheid een hefboom maken om de Europese man te genezen.

Hart- en vaatziekten, kanker en diabetes zijn de voornaamste ­killers bij Europese mannen. In Oost-Europa sterft meer dan een derde eraan voor hun zestigste, in het Westen is dat ‘maar’ 13 procent. Een andere doodsoorzaak zijn verkeersongelukken en zelfdoding. In die categorie speelt leeftijd een grote rol: hij is de belangrijkste doodsoorzaak voor jongens tussen 5 en 19 jaar oud.

Veel heeft te maken met typisch mannelijke gewoontes. ­Europa heeft sowieso het hoogste alcoholverbruik van de wereld. Driekwart van die doden zijn mannen. In Oost-Europa is alcohol, een statussymbool, verantwoordelijk voor een kwart van de doden. Wat tabak betreft, is het verschil tussen de beste leerling (IJsland, 15 procent) en de slechtste (Rusland, 58 procent) enorm. Roken doodt jaarlijks een miljoen Europese mannen.

Algemeen gesteld eten mannen ook ongezonder, nemen ze meer drugs, bewegen ze minder, en krijgen ze daarom meer problemen met suiker, cholesterol en overgewicht.

Belgische mannen horen niet bij de gezondste groep. Qua levensverwachting staan we op een zestiende plaats, maar daarmee bengelen we onder aan de West-Europese groep. Wat betreft de verwachting op een gezond leven, doen alleen Duitsland, Portugal en Finland het slechter. In de lijst van zelfdoding staan we elfde. Daarmee staan we boven aan de West-Europese groep, voor IJsland en Finland. We bewegen te weinig (slechts tien landen doen slechter) en roken zit in de lift, vooral bij jongeren.

Geweld op school

Dat mannen ongezonder zijn dan vrouwen komt vooral omdat ze meer risico’s nemen, net omdat ze man zijn. Mannelijke stereo­typen en genderongelijkheid spelen een grote rol. Wie zijn mannelijkheid ‘traditioneel’ invult, heeft meer kans op een slechtere gezondheid en een lagere ­levensverwachting.

In het voorbije decennium is het inzicht gegroeid dat werk­omstandigheden en de sociale steun het gedrag – en dus de gezondheid – van mannen sterk beïnvloeden. Jongens zijn daarbij vooral de dupe van armoede en fysiek geweld op school, en studeren zoals bekend niet goed genoeg. Maar de man wordt vooral een probleem wanneer hij volwassen is: los van zijn slechte gewoontes op het vlak van voeding, alcohol en roken, klampt hij zich graag vast aan zijn rol als kostwinner, omdat dat mannelijke macht reproduceert. Dat leidt tot kwalen zoals slecht slapen, hartproblemen en stress. Dat de arbeidsmarkt nogal wat typische mannenjobs aan het ‘afschaffen’ is, verhoogt het probleem.

Daarbij komt dat in bijna heel Europa mannen minder snel hulp zoeken dan vrouwen. Mannen zijn het niet gewoon om gezondheidsdiensten te gebruiken, interpreteren ziektesymptomen minder goed en wachten dus af tot de pijn te erg wordt. Hoe hoger mannen opgeleid zijn, hoe minder snel ze professionele hulp zoeken.

Wat er lekker uitziet

De sleutel om het mannenprobleem aan te pakken ligt in gender, vindt de WHO. Na breed overleg tussen de overheden en de academische wereld werd onlangs in Rome een nieuwe, ‘transformatieve’ strategie voorgesteld om mannen gezonder te maken.
Een man-specifieke aanpak kan daarbij helpen: de ervaring leert bijvoorbeeld dat mannen sneller meegaan in programma’s die niet te veel tijd vergen en met humor geladen zijn. Wat voeding betreft, zijn ze gevoelig voor speciale promoties en voor wat er lekker uitziet.

Maar vooral gendergelijkheid moet de hefboom worden. Positieve mannelijke rolmodellen, zoals dat van de liefhebbende vader, moeten helpen om mannen een beter zelfbeeld te geven, hen minder krampachtig te laten werken, het risico op geweld weg te nemen en vooral wat langer en gezonder te laten leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *