Komen en gaan

Eén van de nare zaken aan ouder worden is dat je om de vijf voet naar een begrafenis zou moeten gaan. Maar we gaan dat dus zolang we leven niet doen, omdat we ons nog een eeuwigheid zullen moeten bezig houden met de dood, dus mijn innige deelneming, maar verder gaan we vooral het leven vieren. En de dag dat ik naar mijn eigen begrafenis “ga” moeten jullie ook niet komen.

Wat ik dus wel doe is regelmatig op de uitvaartwebsites gaan kijken wie overleden is, en af en toe kom ik daar dan een bekende tegen, zoals een schoolkameraad of een vroegere buur. Vaak zijn die dan veel te jong overleden. En dat doet me dan altijd wel iets, alsof samen met je kennissen ook een deel van je eigen verleden verdwijnt.

Veel blijven er niet over, maar af en toe duikt er wel iemand uit dat verleden ook weer op. Mensen komen en gaan immers, toch in mijn ervaringen, en dat is goed zo. Niet dat ik mij niet hecht aan iemand, maar ik ben ook niet meteen iemand die zich daar dan aan vastklampt. In tijden dat liefde heel tijdelijk is, is dat ook zo met vriendschap, en elke nieuwe ontmoeting beschouw ik als een opportuniteit om een heel nieuwe wereld te ontdekken: de wereld van de andere. Mensen verlaten je soms een tijdje, nemen afstand, maar opeens gebeurt er dan weer iets, waardoor je elkaar terug tegenkomt of weer gaat opzoeken.

Komen en gaan, het zit overal in, kijk maar naar de natuur. Het is dus letterlijk en figuurlijk de natuurlijkste zaak ter wereld. Niet direct voorgoed, dat ze daar nog maar een hele tijd mee wachten, maar al de rest accepteer en aanvaard ik.

Komen en gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de meisjes
We praten, eten, slapen, nemen afscheid met een traan. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de mannen
We kreten, liegen, bidden, nemen afscheid met een slok. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de kinderen
We spelen, lachen, dansen, nemen afscheid met een lange neus. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de bomen
We schuilen, zitten, zagen, nemen afscheid zonder spijt. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de flessen
We nippen, drinken, zuipen, nemen afscheid met de hik. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de dieren
We aaien, eten, schieten, nemen afscheid zonder blik of blos. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de wolken
We knielen, bidden, hopen, nemen afscheid met een lied. We komen en we gaan

We komen en we gaan en onderweg begroeten we de ziektes
We kermen, janken, sterven zonder vragen, zonder weten. We komen en we gaan

Herman Van Veen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *