Heb professioneel schijt!

Theatermaker Lucas de Man: we hebben momenten nodig van fundamenteel niet moeten

Brainwash – Lucas de Man

Stress, burn-out, dood. We kunnen maar beter de meer dan 2000 jaar oude levenslessen van de Griekse filosoof Socrates ter harte nemen om dat scenario te voorkomen. Anders denken. Je wereldbeeld een kwartslag draaien. Met verve en humor houdt de Vlaamse theatermaker en regisseur Lucas de Man een warm pleidooi voor het Socratische niet-moeten.

Ik kreeg een telefoontje. Dat ging als volgt: ‘Hee, Lucas, je kent mij niet, maar ik werk voor Human. We willen heel graag dat jij in een tiental minuutjes effe een grote denker uit het verleden komt samenvatten voor een publiek.’ Dus ik zei: ‘Waarom?’

Men zei: ‘Het publiek is aan het zoeken. Ze zitten vast. Duisternis. Men wil licht. Men wil weten. Enzovoorts. Dus kom.’ Omdat ik geen sociaal leven heb en de opnames op zaterdag zijn, zei ik: ‘Oke.’ Er was mij ook een goede lunch beloofd maar ik was vergeten dat we in Holland zitten…

“Uiteindelijk vallen we allemaal. Kwak, tegen de grond. Maar het mooie is: als je durft te springen, kun je zeggen dat je tussen de sprong en de val gevlogen hebt”

Ik moet een bekentenis afleggen. Het spijt me, maar ik moet heel eerlijk zeggen dat ik geen idee heb. Meer nog: Ik weet het niet. Wat goed of fout is, wat juist of niet juist is, ik weet het niet. Het misschien simpel om te zeggen, maar voor mij is het echt een ding dat ik durf toe te geven dat ik het niet weet. Vroeger was ik niet zo. Ik heb literatuur en filosofie gestudeerd. Mijn doel was: Het weten. Wat is de waarheid?!

Ik was daar heel fanatiek in. Je moet je voorstellen: Ik wou richtlijnen, handvatten, ik wou duidelijkheden. Soms ging ik midden in de nacht naar buiten, uit mijn bed, deur uit, stond ik op straat. En ik slaap naakt. En dan riep ik in vier windstreken luidop: Waarheid! Waar is de waarheid?! Maar niemand antwoordde.

Soms ging ik naar musea. Niet voor de kunst. Maar om schilderijen van de muur te rukken. Het doek te verscheuren en dan hing ik de lijst rond mijn nek. Puur om een gevoel van kader te hebben. Maar het mocht niet baten. Ik ben een kind van het postmodernisme. Dat wil zeggen dat alle waarheden zijn onttroond. Kapotgeslagen. Plat gerelativeerd en in een saus van ironie gekookt.

Ik ben de eerste generatie ooit, die is opgevoed met een collectief ‘geen idee’. Zelfs de wetenschap geeft nu officieel toe dat er ‘de waarheid’ niet bestaat. We spreken nu over: Iets is ‘hoogstwaarschijnlijk’ dat het gebeurt tot en met ‘hoogstonwaarschijnlijk’ dat het gebeurt. En that’s it. Verder komen ze niet.

Wij weten collectief dat als we ons afvragen wat goed of fout is, het antwoord is: ‘Geen idee.’ Hoe het hoort of niet? Het antwoord is: ‘Geen idee.’ Wie bepaalt…? ‘Geen idee.’ En sommigen worden daar heel bang van. We zien het in de maatschappij. Die denken: ‘Ik wil het weten.’ En: ‘Ja, maar hoe moet het dan?’

Geen adem, stress, burn-out, dood. Dat is wat er nu gebeurt.

Anderen vluchten naar oude waarheden. Omdat de vorm van die oude waarheid hen meer beschutting biedt tegen de zon van het niet weten. Maar je kunt vluchten wat je wilt. Het besef brandt tot alles door.

Ik was vroeger ook zo. Vluchten. Roepen. Schilderijen van muren trekken. Handvatten van muren trekken. Überhaupt het trekken van dingen van muren. Ik zocht op het internet naar antwoorden. Ik keek naar series. Ik heb alle Netflix-series bekeken, en Netflix bestond toen nog niet eens. Kun je bedenken hoe ver ik op mijn tijd vooruit was.

Ik heb zelfs boeken gelezen. En uiteindelijk zat ik in de les op de universiteit, toen ze plotseling begonnen over SOcrates. Sommigen zeggen SoCRAtes. Zijn vrienden noemden hem ‘cray-cray’.

Voor zij die hem niet kennen: dat is dus de Griekse filosoof uit de vijfde eeuw voor Christus. Ook wel bekend als de grootste klaploper ooit. Het is ongelooflijk. Die man die deed niks. Dat was fascinerend. Hij was vooral buiten omdat hij een verschrikkelijke vrouw had, ook wel ‘het grootste kreng allertijden’ genoemd. Dat is zo. Hij liep rond, hij wou niet bij zijn vrouw zijn. Hij gaf les, maar bereidde die niet voor. Hij schreef geen woord op. Kon hij schrijven? Wie weet. Hij ontmoette gewoon mensen en ging heel veel vragen stellen.

BOEM! Grootste filosoof ooit en mijn held. Dus ik dacht: ‘Weet je wat ik doe, als ik hier dan toch moet zijn, ik ga de leer van Socrates in tien minuten samenvatten.’ Ik heb er nu net vier verspild, zie ik. Dus ik heb nog zes minuten om Socrates aan je mee te geven. Dat is niet moeilijk. Je kan het namelijk samenvatten in drie zinnen.

Nummer 1: Ik weet het niet. Niemand weet het.

Blijkbaar worden wij allemaal op een dag geboren en gaan we allemaal op een dag dood. Dat is nog altijd hip, iedereen doet het. Dat hoort erbij. Daartussen: geen idee. Ik heb daarnet duidelijk gemaakt: Waarom we hier zijn: geen idee. Sommigen worden daar bang van. Dat snap ik. Maar het mooie is: kijk, het verschil tussen mens en dier, zegt men soms – en daar heeft men hele theorieën over, maar er is maar één verschil tussen mensen en dieren: de mensen beseffen dat ze het niet weten en de dieren weten het gewoon niet.

Dat is het grootste verschil. En dat besef maakt ons gek. Niet het niet weten. Kijk maar naar een hond. Hoe blij kan je zijn. Nu komt het mooie aan heel dat niet weten van Socrates. Niemand weet het! Niemand! Je buurman niet, je ouders niet, je baas niet. De minister-president niet. Dat is duidelijk. En zelfs de dalai lama weet het niet!

Yes! Niemand weet het, dus we kunnen samenwerken, we kunnen dingen doen. We kunnen dingen ondernemen, want nooit, en dat moet je echt beseffen: nooit ben jij minder dan een ander. Omdat jij samen met die ander het samen niet weet. Hoe rijk of succesvol of groot die ander ook is, je bent niet minder dan die ander, omdat je allebei deelt dat je het niet weet.

Nummer 2: Niet moeten is ont-moeten.

Het besef van het niet weten lijkt dat je echt momenten van ontmoeting kunt hebben. Kijk, jezelf of een ander op de wereld ontmoeten wil zeggen dat je een moment hebt van niet moeten. Dat betekent ontmoeten. Een echte ontmoeting is een moment waarop je niet moet.

Ik heb het niet over niets moeten. ‘Effe lekker niks!’ Het is hier geen reclame voor Zwitserleven. We hebben het over niet moeten. Fundamenteel niet moeten. En dat is super belangrijk. Als je niet genoeg momenten van niet moeten in je leven hebt: stress, burn-out, dood.

Je kent het tafeltje van vijf? Eten, slapen, ademen, vrijen, en af en toe niet moeten. Dat is belangrijk voor een mens.

Als je het aan mensen vraagt, vlak voor ze dood gaan, en ze kunnen nog babbelen – dus niet bij een ongeluk – maar ze liggen in bed, lekker kanker gehad, ze gaan bijna dood en dan vraag je aan hen: Wat zijn de mooiste momenten van je leven?

Allemaal momenten van niet moeten. En dat kan natuur zijn, of reizen, of kunst, of kinderen, of liefde. Maar het zijn momenten van niet moeten. Super essentieel voor de mens. We moeten heel veel. Overal is er steeds een moment van moeten. Maar als het niet weten aangaat en de ander ook, dan kun je momenten hebben van niet moeten.

Nu zul je misschien denken: Jezus, wat een technisch gedoe, zeg. Niet weten, niet moeten, zeg dan wat wel… Doe iets positiefs, iets actiefs, iets wat ik kan gebruiken. Filosofisch gewauwel. ‘Geef eens wat praktisch!’ Oke.

Nummer 3: Heb professioneel schijt.

Ik heb lang nagedacht, want als Vlaming weet ik: zeker Nederlanders houden van praktisch, duidelijk, concreet. Ik heb lang nagedacht over hoe ik het praktisch en actief maak, en het in daadkracht omzet. Dat je denkt: Hah! Daar heb ik iets aan.

Ik heb Socrates samengevat als volgt: wat hij eigenlijk wil zeggen tegen de mensen is: ‘Heb professioneel schijt.’ Professioneel schijt hebben, daarmee bedoel ik niet gewoon schijt hebben. ‘De wereld houdt niet van mij, niemand ziet mij, dus ik ga veel klagen op social media.’ Neen. Gewoon schijt hebben noemen we puberteit. Na je 17e is dat niet meer sexy.

Professioneel schijt hebben wil zeggen dat je durft te volgen wat jij voelt dat je moet doen. Ondanks je eigen angst en vooral de angst van andere mensen. De mensen roepen: ‘Zo hoort het niet, zo doen we het hier niet, zo mag je niet denken.’ Die roepen, maar ze weten het ook niet. En dat is belangrijk. Ze kunnen luid roepen en doen, maar zij weten het eigenlijk ook niet.

En sommigen denken dan: Maar Nike, Just Do it, als je het voelt. Dan is het makkelijk, maar ik voel niet eens, ik weet niet wat ik wil doen. Ook daar moet je professioneel schijt aan hebben. Het durven niet te weten is superbelangrijk.

Als je zegt dat je onzeker bent, wees dan ook onzeker. Als je zegt dat je vast zit, niet weet niet wat er komt, en je daarom niet deugt: ga weg en zie wat er gebeurt. Dat is professioneel schijt hebben. Niet makkelijk, ik weet het, want het is geen inzicht. Je moet het elke dag durven doen. De ene keer lukt het niet, de andere keer wel.

Maar als je het durft te doen, moet je bedenken: professioneel schijt hebben is durven springen. En uiteindelijk val je. Uiteindelijk vallen we allemaal. Kwak, tegen de grond. Maar het mooie is: als je durft te springen, kun je zeggen dat je tussen de sprong en de val gevlogen hebt. Ik rond af met de woorden van Socrates zelf. Durf het niet te weten. Ontmoet af en toe jezelf, de ander en de wereld. En heb professioneel schijt tot op het eind.

Lucas de Man

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *