Extreem

Als je tegenwoordig naar het journaal kijkt, heb je de indruk dat België bestaat uit ontelbare eilandjes die allemaal overhoop liggen met elkaar. Alles wordt tegenwoordig extreem genoemd. Hebben wij dan geen duidelijke wetten?! Of is het inderdaad zo dat niemand nog luistert naar de andere? Zijn die gasten dan inderdaad allemaal wereldvreemd? Weet je wat, ga misschien eens te rade bij een eenvoudige huismoeder of huisvader, of bestaan die ook al niet meer?

Ik word dit jaar zeventig en ik wil ook dat een paar voorbijgestreefde ideeën aangepast worden, o.a. in verband met ouder worden. Na al dat extreem gedoe rond Zwarte Piet die niet zwart meer mag zijn, en die stripfiguren met dikke lippen en kroezelhaar, moet er opgetreden worden tegen alle cartoonisten en andere tekenaars die oudere dames afbeelden met hangtieten, valse tanden, opgestoken haardotjes en afzakkende kousen, want dat is pure discriminatie en hangt een verkeerd beeld op van vrouwen van hogere leeftijd! Met een gebroken arm mag dan eventueel weer wel…

Laat ons ophouden met zaniken en klagen over alles wat misgaat en overdreven is, want misverstanden en foute beelden zullen er altijd zijn. Aan elk van ons om daar tegen in te gaan, maar dan wel op een constructieve manier, en dat doe je niet door mensen in vakjes in te delen, maar eerder door met elkaar te praten en zo elkaar beter te leren kennen. En blijkbaar moeten we daar al heel jong mee beginnen. Dus een oproep al alle eenvoudige huismoeders en huisvaders.

Ter illustratie vond ik dit artikel in de krant.

Praten moet het woord van het jaar worden

We zouden allemaal eens moeten meten hoeveel tijd wij en onze huisgenoten besteden aan schermpjes. En waaraan we daardoor géén tijd besteden, zegt jeugdpsychiater Lieve Swinnen. ‘Vooral dat laatste is belangrijk.’

Lieve Swinnen is jeugdpsychiater en auteur van onder meer het boek ‘Help! Mijn kind leeft online’

‘Laatst las ik in Libelle “tips om meer met je kinderen bezig te zijn”. Dat was een eyeopener: blijkbaar is het geen vanzelfsprekendheid meer dat ouders iets doen met hun kinderen of hebben ze er niet genoeg inspiratie meer voor. Of zijn het hun kinderen zelf die minder initiatief nemen? We zien dat tegenwoordig in kleuterklassen: kindjes die passief zitten te wachten tot ze naar een scherm kunnen kijken.’

‘Mijn voorstel is: las met het hele gezin eens een meetweek in. Iedereen krijgt één iemand toegewezen die hij een dag moet monitoren – we spreken dan over het deel van de dag dat je samen thuis doorbrengt – en je verklapt niet aan elkaar welke dag je daarvoor uitkiest. Noteer hoeveel tijd iemand aan zijn telefoon, tablet en laptop spendeert. Leg aan het eind van de week de resultaten samen en bespreek wat je daar nu echt van vindt. Wees daarbij eerlijk: zijn er dingen die je mist doordat er zoveel tijd naar schermpjes gaat? Zou je nieuwe gewoonten kunnen aan­nemen?’

‘Ik zie in mijn praktijk dat het praten er in veel gezinnen bij inschiet. Gewoon elkaar vertellen wat je ­bezighoudt, lukt niet meer. Praten zou het woord van het jaar 2019 moeten worden. Je hoeft het daarom niet meteen groots op te vatten. Wanneer je ’s avonds thuiskomt, zou je eerst een kwartiertje rond de tafel kunnen zitten om de dag te overlopen, en daarna pas de draad oppikken van koken, huiswerk, chatten … Of niet chatten, natuurlijk. Je zou ook kunnen afspreken om je telefoons nu en dan een tijdje in de kast te steken. Kijk, weer iets om eens over te praten!’ (kdo)

Bron: De Standaard – 05.01.2019

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *