De levenslessen van ‘liefdesfilosoof’ Jan Drost

De levenslessen van ‘liefdesfilosoof’ Jan Drost: ‘Samensmelten klinkt mooier dan het is’

Trouw
Suzanne Rethans – 5 november 2017

Sinds zijn eerste boek ‘Het romantisch misverstand’ wordt Jan Drost (42) beschouwd als liefdesfilosoof. Zijn eigen relatie wist hij er niet mee heel te houden. Over dat liefdesverdriet schreef hij ‘Als de liefde voorbij is’, dat onlangs verscheen.

Les 1: Duik onder in je liefdesverdriet

“Toen mijn vriendin onze relatie na tien jaar plotseling verbrak en ik daar behoorlijk ondersteboven van was – je neemt niet alleen afscheid van elkaar, maar ook van een gedeeld verleden, een gedeelde toekomst, toekomstige kinderen – merkte ik weinig ruimte en erkenning voor mijn liefdesverdriet. Er heerste, ook bij mijzelf, een strengheid: er is toch niemand dood, dat een puber van slag is à la, maar als je volwassen bent moet je niet zeuren. Terwijl: je bent verdrietig, en dat wordt zwaarder door te vinden dat het niet mag.
Het is een rouwproces, misschien ingewikkelder nog dan na een sterfgeval, want de dood is in elk geval duidelijk. Nu rouw je om iemand die nog leeft en die je kunt tegenkomen. Rouw verloopt in een aantal fases: ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en acceptatie. Niet per se in die volgorde, je hebt ook weleens een terugval of voelt er een aantal tegelijk, maar je moet ze allemaal door en je kunt er geen een overslaan. De meeste mensen vinden dat ze niet boos mogen zijn, maar dat gênante telefoontje hoort erbij. In die zin is het ook altijd goed je te realiseren in welke fase je ex zit.”

Les 2: Woede hoort erbij

“In onze cultuur leren we niet met woede omgaan. We zijn er trots op als we niet boos worden, je moeder is ook ‘niet boos, maar teleurgesteld’. Maar woede heeft ook iets aandoenlijks: het is een verzet tegen machteloosheid. Eigenlijk roep en schreeuw je met je hele lichaam: ik wil dit niet. Het is destructief, je loopt het risico dat je iets stukmaakt, maar er zit ook schoonheid in.”

Les 3: Romantische beelden kloppen niet

“Ik vind filosofie het mooist op gebieden waar zij traditioneel niet thuishoort. Als je kijkt naar de momenten in het leven waar je veel hoopt en verwacht van je denkvermogen, dan is dat tijdens eenzaamheid, verdriet en ziekte. Ik probeer juist het ‘irrationele’ te doordenken.
Zo ben ik erachter gekomen dat je geen ruk hebt aan romantische beelden, zoals de ander die jou compleet maakt en met wie je versmelt. Dat heeft niks te maken met wat het betekent om met iemand samen te zijn. Integendeel. Je probeert de andersheid van de ander weg te poetsen en de ander in te lijven. Het lijkt alsof je op zoek bent naar die ander, maar je bent op zoek naar jouw droom. Romantiek is hermetisch. Samensmelten klinkt heel mooi, maar is pure eenzaamheid. Want wiens eenheid wordt het? Als twee romantische zielen willen versmelten, krijg je twee intolerante idealisten die in hun verlangen naar eenheid het eigen ideaal van de liefde aan de ander opleggen. De minst sterke zal zichzelf moeten uitwissen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van liefde?”

Les 4: De ander blijft de ander

“In intieme relaties is de valkuil dat je dusdanig met elkaar vergroeit dat je vergeet dat de ander een ander is en altijd een ander blijft. En dat veel botsingen en conflicten voortkomen uit het feit dat jouw ideaal en de ander niet overeenkomen. Nietzsche zegt dat heel mooi: ‘Wat heb ik lief in de ander? Mijn verwachtingen.’ Als je je bewust wordt van je eigen verwachtingen zie je de ander daarvan loskomen. Dat vind ik het ultieme samenzijn. Het is niet per se makkelijker, maar honderd keer echter en mooier dan versmelting.”

Les 5: De romantische cultuur laat ons in de steek

“Romantische films zijn een grote boosdoener in het romantisch misverstand. Het gaat vooral over wat er gebeurt voordat twee mensen elkaar vinden. Je hebt de zoektocht, er zijn obstakels, er is wat gedoe met een andere liefde, het wordt even spannend en dan krijgen ze elkaar. En daar stopt de film. Daarmee wordt de verwachting gecreëerd dat als je maar eenmaal de juiste persoon ontmoet, je daarna klaar bent. Het suggereert ook dat het welslagen van de relatie alleen afhangt van de juiste combinatie. Dat leidt tot rare ideeën over wat liefde hoort te zijn. Dat als je ruzie hebt, of het gevoel even weg is, je meteen een probleem hebt.
Terwijl je ook naar jezelf kunt kijken. Kun jij bijvoorbeeld wel luisteren? Misschien moet je constateren dat je totaal niet geïnteresseerd bent in anderen. Dan kun je wel doorzoeken tot je iemand vindt die beter lijkt te passen, maar die persoon zal ook een keer huilend thuiskomen en dan moet je toch luisteren. Of ga je dan weg omdat ze niet sterk is? Liefde is juist heel sociaal. Veel complexer dan de zoektocht en een happy end. Wat overigens een deprimerende woordencombinatie is. Hoe gaat het verder? Daarin laat de romantische cultuur je in de steek. Het blijkt overigens dat kinderen uit gebroken gezinnen vatbaarder zijn voor romantische idealen dan kinderen uit een liefdevol gezin.”

Les 6: Iedereen verdient een nieuwe kans op liefde

“Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zes was. Destijds vond ik het verschrikkelijk, ik was de enige jongen en had vier zussen boven me. Ik ben er redelijk goed uit gekomen omdat mijn vader zijn best deed ons te zien. Op mijn zeventiende had ik een mooi gesprek met mijn vader. Ik was naar hem toegegaan, een stoere puber die rookt. Ondanks zijn afkeer van roken zette hij een asbak voor me neer, omdat hij doorhad: het gesprek is aangebroken. We hebben tot diep in de nacht gepraat.
Er is een zinnetje van Nietzsche dat ik aanhaal in mijn eerste boek: ‘Waar je niet meer kunt liefhebben, moet je weggaan.’ Elke keer als ik daaraan denk, denk ik aan mijn vader en valt alles op z’n plek. Het was echt beter, je kunt niet met iedereen een relatie hebben.
Ik ben opgegroeid in het streng gereformeerde Spakenburg en daar was je na een scheiding afgeschreven, damaged good. Zo hard. Je krijgt één kans in de liefde en als je het verprutst is het afgelopen. We zijn niet lang daarna verhuisd. Hoewel je niet in een mislukking moet blijven hangen, vind ik ook dat er soms te snel wordt opgegeven. Niet omdat ik calvinistisch ben, maar als er nog liefde mogelijk is en je gaat samen de problemen aan, kan er iets moois openbreken. Maar als het echt niet lukt, moet je weggaan, en dan niet denken: mijn leven is afgelopen. Iedereen verdient een nieuwe kans op liefde.”

Les 7: Stimuleer je leerlingen

“Twee docenten zijn bepalend geweest voor mijn ontwikkeling. De eerste was mijn leraar Nederlands die na het lezen van mijn puberale essay zei: ‘Ik heb zo’n idee dat we van meneer Drost nog wel gaan horen.’ De tweede was de professor die bij mijn afstuderen zei: ‘Wil je me beloven dat je blijft schrijven?’ Dit is een tip voor alle onderwijzers: Zeg dat soort dingen. Want het beklijft, het stuurt en stimuleert. Er wordt een bronnetje mee aangeboord.
Wij zijn zulke sociale wezens dat we erachter komen wie we graag willen zijn door de spiegeling van een ander. In die zin is onderwijs ook een vorm van liefde. Ik geef twee dagen per week les op een hbo-opleiding. De context is: je gelooft in ze, anders zou je daar niet staan en met ze filosoferen. Af en toe voel ik me in het klaslokaal zo’n klein Gallisch dorpje dat de neoliberale Romeinen dist.”

Les 8: (Her)waardeer je vriendschappen

“Ik heb mijn vrienden nog nooit zoveel gezien als toen mijn relatie voorbij was. Misschien was ik toch te gemakzuchtig geworden, iets te comfortabel in mijn liefdesrelatie. Ik probeer mijn vriendschappen nu beter te onderhouden.
Het is belangrijk een paar goede vrienden te hebben, het helpt je om niet alles van de ander te verwachten. Wie je bent, hangt zo nauw samen met de relaties die je hebt. Daarom is vriendschap ook belangrijk. Als alle mensen om je heen wegvallen, dan sterf je zelf ook. Iemand moet jou zien. Ik kan soms zoveel vriendschap voor iemand voelen dat het liefde lijkt. Dan is het liefde. Met sommige vrienden was het vriendschap op het eerste gezicht. Als mensen bij de relatietherapeut zeggen: ‘Het gaat niet goed, want we zijn alleen nog maar beste vrienden’ dan denk ik: hoeveel treden lager is dat dan in jouw beleving?”

Les 9: Ontroer me en ik ben je man

“Zoals de filosoof Levinas liefde en verantwoordelijkheid synoniem acht, hangen voor mij ook liefde en ontroering nauw samen. Ontroering zit altijd in iets onverwachts, waardoor je plotseling de ander ziet. Ik ben nu met iemand die me vaak ontroert. Het kan er soms fel aan toegaan en dan opeens heb ik door: ze is zo boos omdat ze zoveel om onze relatie geeft. Wat lief!
Dat vermogen kun je cultiveren door op zoek te gaan naar boeken en films die ontroeren. Die niet romantisch zijn, maar liefdevol. Een boek als ‘Revolutionary Road’ beschrijft een romantisch slagveld. Aan het eind zit een scène bij de buren waarbij de buurman ’s ochtends zijn vrouw ziet zitten, verfomfaaid, met een jus d’orange-vlek op haar duster, ze weten inmiddels welk drama zich in het huis ernaast heeft afgespeeld, en opeens beseft hij: maar ze is er wel. Bij mij. En dan moet hij heel erg huilen.”

Les 10: Fietsen is liefde

“Ik stond een keer achter een scooter te wachten bij een stoplicht en ik dacht: jemig, wat een stank! Ik ben gaan uitzoeken wat er allemaal in die uitstoot zit en het blijkt gelijk te staan aan meer dan honderd dieselbusjes. Het overschrijdt talloze keren de Europese norm van toegestane kankerverwekkende stoffen. Dat komt doordat het cheap ass-verbrandingsmotoren zijn, en dan is een groot deel ook nog opgevoerd. Officieel zijn ze dus verboden, want je maakt je medemens er letterlijk doodziek mee.
Het is een missie geworden: de scooter uit Amsterdam weren. Het is een bepaald type mens dat scooter rijdt, de neoliberale mens in optima forma. De complete onthechtheid: ik wil dit en wat er achter mij gebeurt, boeit me niets. In dat opzicht is een scooter een passend cadeau bij het lidmaatschap van de VVD.
Het heeft in de kern te maken met jouw opvatting van vrijheid. De negatieve opvatting is populair: ik heb niks met de ander te maken. Terwijl positieve vrijheid is: rekening houden met elkaar. Weten waar jij ophoudt en de ander begint.Fietsen is liefde, als je het cultuurfilosofisch bekijkt. Een fietser weet dat hij een knooppunt van relaties is. Met fietsen geef je antwoord aan je omgeving en breng je geen schade toe. Fietsers in Amsterdam zijn net een zwerm spreeuwen: het gaat bijna altijd goed. Toeristen kijken er vaak naar met een verbijsterde blik van: hoe wist-ie nou dat die naar rechts ging? Dat is samenleven, een dans, ballet. Relaties zitten in alles.”

Jan Drost
Filosoof Jan Drost (1975) groeide op in Spakenburg en Harderwijk. Hij studeerde filosofie en Nederlands in Amsterdam en uit zijn afstudeerscriptie kwam zijn boek ‘Het romantisch misverstand’ (2015) voort. Zijn tweede boek ‘Denken helpt, over geluk, liefde en de zin van het leven’ verscheen in datzelfde jaar, eveneens bij De Bezige Bij. Onlangs kwam zijn nieuwste uit: ‘Als de liefde voorbij is’. Drost heeft inmiddels een nieuwe relatie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *