Boek: Jacques Brel. Een leven

We hebben er heel lang op moeten wachten, maar veertig jaar na zijn dood verschijnt de beste biografie over Jacques Brel eindelijk in het Nederlands. Voor Humo daalt schrijver Olivier Todd, zelf al 88 ondertussen, af in de diepste krochten van Brels ziel en gaat er op zoek naar zijn hoofdzonden. ‘Hij was absoluut uniek, ik weet niet of er ooit nog iemand als hij komt.’

Serendipiteit, het bestaat. Terwijl ik op de roltrap sta in Antwerpen Centraal, op weg naar de Thalys voor Parijs, zie ik Filip Jordens, veruit de beste hedendaagse Brel-vertolker, voor mij op de trein naar Brussel stappen. ‘Da’s straf,’ stuur ik hem een berichtje, ‘ik ben net op weg naar Todd, de biograaf van Brel’.

‘Nog straffer,’ stuurt hij terug, ‘ik ben onderweg naar de repetitie van ‘L’homme de la Mancha’.’ In die musical stond Brel de laatste keer op de planken. Ik vertel het een paar uur later aan Olivier Todd, in zijn appartementje aan de Place Saint-Sulpice, maar hij heeft nog nooit van Filip Jordens gehoord.

Olivier Todd «De enige Nederlandstalige die ik ken en die de passie van Brel benaderde in haar vertalingen, was Liesbeth List. Hoe gaat het met haar?»

HUMO Ik vrees dat ze inmiddels dement is en in een verzorgingstehuis woont.

Todd «Ah bon. Dat is het noodlot van iemand die redelijk gezond 88 wordt: zowat iedereen die je ooit kende, trilt ondertussen van parkinson, zit dement in een tehuis of is al dood.»

HUMO Brel zelf was bang voor biografen als u. Hij schreef ooit: ‘Ik zie hen al staan. Is hij nog warm, of is hij al koud? Ze openen mijn kasten, en verkneukelen zich al om mijn liefdesbrieven te lezen.’

Todd «En ik was bang voor hem. Ik schreef over nationale en internationale politiek, ik ben nog correspondent in Vietnam geweest. Toen ik als hoofdredacteur van L’Express ontslagen werd door de nieuwe eigenaar, ging ik op zoek naar werk. Uitgever Robert Laffont, die de teksten van Brel uitgaf, stelde me voor om zijn biografie te maken. Het enige stuk dat ik tot dan toe over muziek had geschreven, was een recensie van de debuterende Johnny Hallyday, waarin ik schreef dat de man geen enkele toekomst had (lacht).

Brels vrouw Miche en dochter France, die tot vandaag zijn nalatenschap beheert, gingen akkoord, al had ik hen verwittigd dat ik niet in staat zou zijn tot een hagiografie. Mijn eerste contact met Brel, jaren eerder, was niet al te best verlopen. Hij had de gewoonte aangenomen om tegen journalisten zomaar wat te zeggen. Dat deed hij met mij ook. Toen hij me vertelde dat volgens hem ‘een man alleen maar een vrouw was die niet huilde’ werd ik het beu. Ik stond op en zei: ‘Dit gaat nooit werken, u vertelt alleen banaliteiten, prettige dag nog.’ Toen werd hij voor het eerst ernstig en verdween de pose: ‘Wat wil je dan?’ ‘Een zo eerlijk mogelijk gesprek.’ Toen zijn we opnieuw begonnen, en groeide er wederzijds respect.

De jaren waarin ik zijn leven van Brussel over Parijs tot de Markiezeneilanden reconstrueerde, horen bij de beste van mijn leven. Ik zou het boek vandaag anders opbouwen, maar ik zou geen feiten moeten veranderen. Ik ben inmiddels wel achter de juiste leeftijd van Miche Brel gekomen. Die heeft ze altijd koppig verborgen gehouden, maar ik ben te veel gentleman om dat nog te gaan verraden (lacht).»

WOEDE

HUMO Brel leek vaak woedend, ook op de scène.

Todd «Hij kon onwaarschijnlijk beminnelijk zijn, maar op andere momenten ook onwaarschijnlijk nijdig en irritant. Hij kon verschrikkelijk van zich afbijten als er dingen gebeurden tegen zijn zin. Hij heeft bijvoorbeeld nooit een cover gezongen, of materiaal van iemand anders, alles moest zijn zoals hij het wou, of het zat er bovenarms op. Maar net die drang naar perfectie maakt hem zo uniek in de geschiedenis van het Franse chanson. Hij leefde in ons tijdperk, maar tegelijk stond hij daarboven, hij blijft universeel, ook nu nog.»

HUMO Hij maakte zich in zijn liedjes vaak kwaad op les bourgeois, ook al kwam hij zelf uit zo’n familie, en was hij eigenlijk voorbestemd om in de papier- en kartonfabriek van zijn familie te gaan werken.

Todd «‘Les bourgeois c’est comme des cochons, plus ça devient vieux, plus ça devient con.’ Eén van zijn beroemdste regels. Maar ook daar was hij dubbel in. Als hij naar zijn vrouw in Brussel terugkeerde, wilde hij dat alles tot in de puntjes geregeld was. En zijn dochters moesten hun best doen op school. Hij stuurde ze naar het Lycée de France, om ervoor te zorgen dat hun Frans perfect was, en geen Belgisch-Frans. Terwijl dat accent toch net een deel van zijn imago was. Je moet maar durven, toch? Hij had vaak een haat-liefdeverhouding met dingen die eigenlijk een deel van zijn persoonlijkheid waren.»

HUMO Zoals zijn Vlaamse roots. Niemand heeft liefdevoller gezongen over Vlaanderen dan hij in ‘Le plat pays’, én niemand heeft ooit harder uitgehaald naar ‘Les Flamingants, nazis durant les guerres et catholiques entre elles.’



Todd «‘Le plat pays’ is één van mijn lievelingen, omdat het zelfs zonder muziek overeind blijft, het is gewoon een prachtig gedicht. Eén dat hij op een week geschreven heeft, wonderlijk vlug voor zijn doen. Dat is ook één van zijn grote talenten: zijn teksten overleven zijn personage. Het contrast met ‘Les Flamingants’, wat ik één van zijn mindere vind, is heel groot. Ik heb dat goedkope sneren nooit goed begrepen. Natuurlijk hebben er Vlamingen gecollaboreerd, maar zeker geen meerderheid. En in Wallonië hadden ze Rex en Degrelle, dus Vlamingen hadden er al zeker niet het monopolie op.
»Brel zag bijvoorbeeld ook de sociale dimensie niet in de strijd die Vlamingen hebben moeten voeren voor onderwijs in hun eigen taal. Ik denk dat zijn kennis van de Belgische en Vlaamse geschiedenis redelijk slecht was. Dat was te ingewikkeld voor hem, de politiek interesseerde hem niet echt. Hij bleef steken in de wat brute clichés. Nu, tegelijk heeft zijn zwart-witdenken heel mooie liedjes opgeleverd. Misschien moet je zoals hij weinig in het Vlaamse landschap gewandeld hebben, om het net in zijn essentie te kunnen vatten.»

HUMO Kon hij rancuneus zijn?

Todd «Zeker, hij kon ook heel vilein zijn tegenover recensenten. Schrijver Jean Dutourd, die een vernietigende recensie had geschreven over ‘L’homme de la Mancha’, trakteerde hij tien jaar later op een vernietigende regel in ‘Knokke le Zoute’: in diens boeken huisden alleen slangen, schreef hij. Hij kon iets lang met zich meedragen. Terwijl hij toen niets meer te bewijzen had.»

HUMO Hij werd ook woedend op zijn dochter France, toen ze de Stille Oceaan overstaken. Hij heeft haar zelfs van boord gezet.

Todd «Die overtocht vind ik het beste deel van de biografie. Hij had toen al kanker, en wist dat het een enkele reis naar de Markiezeneilanden zou worden. Het was een netelige situatie, met zijn wettige dochter en zijn minnares samen op een kleine boot: het minste gebaar wordt verdacht, ieder woord gaat kwetsen. Het werd zo onleefbaar dat hij France voor de keuze stelde: ofwel werd ze opnieuw goedgemutst, ofwel vertrok ze. Ze bleef uiteindelijk achter in Martinique, en zei dat het een ‘tot ziens’ zou worden. ‘Nee,’ antwoordde Jacques, ‘ik neem afscheid van je, want ik weet dat ik je nooit meer zal zien.’ Dat is hartverscheurend, ja.»

TRAAGHEID

HUMO Als hij aan één hoofdzonde niet leed, dan wel deze: hij leefde echt aan driehonderd per uur.

Todd «Het is toch nauwelijks te geloven dat zijn carrière als zanger maar veertien jaar geduurd heeft? Hij is in Parijs aanbeland in 1953, en heeft zijn laatste optreden gegeven in 1967. Ik ken niemand anders in de muziekwereld die in zo’n korte tijd zoveel gecomponeerd en zoveel opgetreden heeft als hij. Hij had jaren met meer dan 300 optredens, hij deed er soms drie per dag. En allemaal volledig live, twee uur per show. Terwijl hij voor zowat ieder optreden de ziel uit zijn lijf kotste, de vinger in de keel steken behoorde tot zijn vaste ritueel. Bernard Shaw had het ooit over ‘de onverschilligheid van de echte artiest’, iets tussen egoïsme en egocentrisme in. Dat had Brel ook zeer sterk. Als je dan elke dag alles moet blijven geven aan een publiek met torenhoge verwachtingen, dan moet dat steeds zwaarder gewogen hebben.»

HUMO Dat verklaart misschien waarom hij het uiteindelijk beu werd?

Todd «Hij heeft altijd alles aangekondigd, al een jaar voordien zei hij dat hij zou stoppen. Hij vond dat hij eerder een marchand de chansons was geworden, een liedjesboer. Hij had te weinig tijd om zijn creatieve genie de vrije loop te geven. Niemand wou hem geloven, maar hij hield woord. Daarna heeft hij nog de musical ‘L’homme de la Mancha’ gedaan, en is hij regisseur en cineast geworden. Hij heeft niet lang geleefd, maar het aantal levens dat hij heeft opgebruikt, is redelijk indrukwekkend. Want tussendoor heeft hij ook nog ergens de tijd gevonden om gediplomeerd zeiler te worden – hij heeft in een zeilboot de Atlantische Oceaan in 29 dagen overgestoken, de Stille Oceaan heeft hij in 59 dagen gedaan. En hij was ook een gediplomeerd piloot, die met zowat alles mocht vliegen.»

HUMO Gilbert Bécaud had vanwege zijn tomeloze energie de bijnaam monsieur 100.000 volts…

Todd «…. dan had Brel eigenlijk monsieur un million volts moeten heten, want hij was nog een heel stuk erger. Na ieder optreden zakten ze door tot vier, vijf uur ’s ochtends. Het waren de ultieme nachtraven. En maar doorgaan: hij heeft nog steeds het record, denk ik, van 71 opeenvolgende dagen met een concert. Dat vond hij jammer, want hij had er graag 100 achter elkaar gedaan.»

HEBZUCHT

Todd «Zijn uitgever Barclay heeft me verteld dat zijn laatste lp, die uitkwam toen hij al als een halve legende op de Markiezeneilanden zat, in eerste druk op één miljoen exemplaren werd geperst, al heb ik daar nooit harde bewijzen van gezien. Maar dat hij goed zijn brood verdiende, staat buiten kijf. Ook daarin was hij weer dubbel: hij leefde graag goed, maar één van de redenen waarom hij ermee ophield, was omdat het hem te commercieel werd.

Er zitten hoe dan ook 292 teksten van hem in de Franse auteursrechtendatabank, die de familie Brel nog altijd van een meer dan behoorlijk inkomen voorzien. Hij heeft ook bijna veertig nieuwe woorden aan de Franse taal toegevoegd. Dat tekent zijn grenzeloze creativiteit. Het mooiste vind ik dat in ‘Jojo’, een lied over het overlijden van zijn beste vriend Georges Pasquier: ‘Six pieds sous terre Jojo, tu frères encore.’ Zelfs in je graf broeder je nog. Broederen, zoals alleen een beste vriend dat kan. Of over bazige vrouwen, die hun mannen gestapoteren. Prachtig beeld.»

HUMO Was hij op geld belust?

Todd «Hij had genoeg geld om er geen belang aan te moeten hechten, maar hij is er nooit fanatiek mee bezig geweest. Hij leefde graag, maar zelfs op het toppunt van zijn roem heeft hij nooit dure kastelen, dure kunst of sportwagens gekocht.»

HUMO Maar wel een vliegtuig en een zeilboot.

Todd «Omdat vliegen en zeilen zijn passies waren, maar zelfs daar kocht hij niet de duurste modellen voor. Ik denk dat geld hem interesseerde in zoverre het hem liet leven zoals hij dat wou, maar dat hij zelfs bij benadering niet wist wat er op zijn bankrekening stond. Daar hield zijn echtgenote Miche zich mee bezig. Zij betrok een mooi appartement in Ukkel, maar ook daar zijn er veel luxueuzere en ruimere te vinden. Hij heeft ook veel aan goede doelen geschonken, zonder er ooit ruchtbaarheid aan te geven.

Ook daar was weer zijn haat-liefdeverhouding met succes: hij baalde ervan dat hij van een klein bootje met poëtische teksten was uitgegroeid tot een fors koopvaardijschip met goed verkopende hits. Hij was naar Parijs gegaan om geen handelaar in karton te moeten worden, maar hij werd handelaar in liedjes. Het hoefde daarna allemaal niet meer zo nodig. Ook dat maakt hem zo uniek, die korte carrière, en dan die drastische sprong in een avontuur dat ook financieel veel onzekerder was. De musical noch de films hebben veel opgebracht, hij heeft er eerder geld aan verloren. Aan de andere kant: door te stoppen met optreden maakte hij zichzelf schaars. Hij verkocht meer platen nadat hij gestopt was dan ervoor. Die inkomstenstroom is nooit opgedroogd.»

GULZIGHEID

Todd «Hij was een gulzig man, zeker als het over eten gaat. Zelfs op het einde van zijn leven, toen hij op het eiland Hiva Oa woonde, vroeg hij vrienden om blikken truffels en ganzenlever op sturen, en alle andere lekkernijen die de overtocht zouden kunnen overleven. Ze woonden verdorie op 1.500 kilometer van Tahiti, en hij wou tien blikken foie gras van Fauchon (beroemde delicatessenzaak in Parijs, red.). Dan ben je lichtjes obsessief, toch?»

HUMO Zijn tournees werden ook gepland in functie van restaurants.

Todd «Als het enigszins kon, ja. Troisgros, Bocuse, alle driesterrenchefs hielden met plezier hun restaurant open om Brel en zijn orkest na de voorstelling nog te eten te kunnen geven. Hij hield niet alleen van eten, hij leefde gewoon gulzig. Indrukken, vrouwen, sigaretten: er konden er vaak niet genoeg zijn. Vier tot vijf pakjes sigaretten per dag was heel normaal, daar heeft hij meer dan waarschijnlijk zijn kanker aan te danken. Toen men hem vroeg of hij wist dat het heel slecht was voor zijn gezondheid, antwoordde hij: ‘Ach, leven is ook heel slecht voor de gezondheid.’»

JALOERSHEID

Todd «Brel was een brok emotie, een dichter, een haarscherp observator van zijn eigen leven, de liefde, en noem maar op. Maar de grote denker die hij soms speelde, is hij nooit geweest. Hij heeft in talloze interviews verteld dat hij hogere studies had gedaan, wat absoluut niet waar is. Hij wilde ook vaak wijsheden debiteren over geopolitiek, terwijl hij daar alleen een paar banale cliché’s over kon opzeggen. Was het om erbij te horen, in het Parijse milieu? Om serieus genomen te worden door mensen op wie hij stiekem jaloers was, omdat ze intellectueler waren dan hij? Ik weet het niet.»

HUMO Hij was ook jaloers op wat hij op dat ogenblik niet was.

Todd «Françoise, de vrouw van zijn orkestleider François Rauber, heeft ooit gezegd dat Brel een man was die altijd iets anders wilde doen, altijd ergens anders wilde zijn. Is dat jaloezie, of existentiële rusteloosheid? Zijn genie zit ook daarin: hij wou niet alleen telkens iemand anders zijn, hij deed dat gewoon. Hij was schrijver, zanger, performer en componist, zelfs al kon hij geen letter muziek lezen – hij dicteerde zijn muziek voor zijn muzikanten. Hij is ook musicalster geweest, cineast, acteur, piloot, zeiler…»

HUMO Was hij jaloers op de andere groten? George Brassens, Léo Ferré, Charles Aznavour?

Todd «Zeker niet op Aznavour, over wie hij eens sarcastisch zei dat hij ‘de enige man is die rechtop kan staan in een Rolls Royce.’ Hij was wel jaloers op de teksten van Brassens, die veel erudieter was dan hij, die de klassieken uit de Oudheid en de Franse literatuur uit het hoofd kende. Maar de muziek van Brassens vond hij dan weer te eentonig.

Ze konden natuurlijk niet anders dan naar elkaar luisteren, horen hoeveel volk op hun concerten zat, hoeveel platen ze verkochten. Maar zelden heb je zoveel supertalenten samen in één generatie. Ze plaagden elkaar op de radio of tijdens gemeenschappelijke optredens. Maar ze hadden een gezónde afgunst voor elkaar, die vertrok uit bewondering, niet uit nijd. Geen van de drie waren ze erg bescheiden.»

HUMO Ook al had hij geen gebrek aan vrouwelijke aandacht, hij was wel jaloers op mannen die er beter uitzagen dan hij.

Todd «Hij moest het niet van zijn looks hebben, wel van zijn uitstraling en persoonlijkheid. Hij had complexen over zijn gebit en over dat lange, knokige lijf van hem. Het doet me denken aan de rivaliteit tussen Albert Camus en Jean-Paul Sartre, allebei womanizers zonder weerga. Camus zegt op een avond tegen Sartre dat hij niet begrijpt waarom die urenlang tegen vrouwen blijft staan praten, terwijl hij ze zelf al na het eerste glas overtuigt met hem mee naar zijn kamer te gaan. Waarop Sartre antwoordt: ‘Heb jij mijn smoel al eens goed bekeken?’ Dat had Brel kunnen zijn.»

HOOGMOED

Todd «Hij was pas 25 toen hij vanuit Brussel naar Parijs spoorde. Dan moet je toch tot in het extreme overtuigd zijn van je eigen talent, tot op het hoogmoedige af. Hij was een onbekende zoon uit een petit bourgeois familie uit Brussel, en wist in de verste verte niet hoe het er in Parijs aan toeging. Kort voordien was hij in een zangwedstrijd in Knokke als voorlaatste van 28 kandidaten geëindigd. Iemand anders zou gestopt zijn, hij trok naar Parijs.

Hij wist zich onwaarschijnlijk snel aan te passen. Sterker, hij deed dat zelfs door te koketteren met zijn onaangepastheid, met zijn Belgische accent bijvoorbeeld. In ‘Les bonbons’ zingt hij dat niemand nog met zo’n accent zingt, behalve ce type Brel op de televisie. Hoogmoed en zelfspot samen, en hij kwam ermee weg.»

HUMO Veel pose, maar hij was dan een ook een briljante poseur.

Todd «Zeker. Hij was razend ambitieus, en zei nooit nee. In die beginjaren nam hij ieder optreden aan, kinderlijk haast, álles wou hij hebben. Hij was er zich wel van bewust dat niets vanzelf kwam: hij studeerde, schaafde maniakaal aan zijn teksten en melodieën. Dat was nodig, want zijn eerste optredens in Parijs waren tenenkrullend slecht en amateuristisch.

Tekenend is wat zijn vlieginstructeur me vertelde, die dacht dat er nog maar eens een bekende kop aan zijn deur stond om het na een paar lessen op te geven. Niet zo met Brel, die bleef blokken en wroeten om aan zijn diploma te geraken.»

HUMO Toen hij ziek werd, weigerde hij zich te laten verzorgen. Mogelijk had hij veel langer kunnen leven. Is dat hoogmoed of zelfdestructie?

Todd «Hij had zeker een zelfdestructief kantje. Hij wilde het leven ten volle leven, het merg eruit zuigen, zoals de dichter zegt. Maar tegelijk wou hij ook sterven. De dichter John Keats perste er ook nog alles uit toen hij hoorde dat hij tuberculose had. Hij stierf op zijn 26ste. Oscar Wilde is nog zo’n voorbeeld van hard leven, veel creativiteit en voor je vijftigste sterven.»

HUMO In ‘Le chanson des vieux amants’ staat dat mooie zinnetje: ‘Il nous a fallutbeaucoup de talent pour être vieux sans être adulte.’ ‘We hadden er veel talent voor nodig om oud te zijn zonder volwassen te worden.’

Todd «Dat liedje dateert uit de tijd van zijn relatie met de vrouw die ik Monique noem, omdat ze anoniem wou blijven. Ja, er zijn wel meer aanwijzingen dat hij het lastig had met ouderdom, dat hij het gevoel van de onbezorgde jeugd steeds weer wou oproepen. Dat zie je ook in zijn films, waarin volwassenen cowboy en indiaan blijven spelen in hun imaginaire Far West. Je kan Brel analyseren als iemand die hardnekkig geweigerd heeft om ooit volwassen te worden, zeker in zijn verhouding met vrouwen. Hij had meer angst om ouder te worden dan om te sterven. Maar ik bedenk me net dat hij ook heel bescheiden kon zijn.»

HUMO Wanneer dan?

Todd «Bijvoorbeeld toen hij absoluut de hoofdrol wou van Don Quichote in ‘L’homme de la Mancha’. Hij was net gestopt als zanger en stond op het absolute hoogtepunt van zijn roem. Iedereen smeekte om een comeback, al was het maar eenmalig. Al had hij het telefoonboek gezongen, dan nog zou het uitverkocht geraakt zijn. Maar de Amerikaanse rechtenhouders van de musical kenden hem blijkbaar niet, en eisten dat hij auditie zou komen doen voor ze de rechten vrijgaven. Als de eerste de beste debutant heeft hij dat braafjes gedaan, omdat hij die rol zo dolgraag wou spelen. Dat is bescheiden, toch?»

HUMO Anderzijds weigerde hij steevast om een bisnummer te zingen. Is dat dan weer niet wat hoogmoedig?

Todd «Misschien, maar hij vond dat een concert te vergelijken was met een theaterstuk. Daar wordt na het applaus ook niet nog eens een scène hernomen. Hij heeft maar twee keer een bisnummer gezongen: één keer in Moskou, waar het publiek weigerde om weg te gaan. En één keer in Leuven, vlak na de rel over ‘Les Flamingants’. De organisatie vroeg om het niet te zingen, uit vrees voor opstootjes. Dat weigerde hij. Toen vroegen ze hem om het aan het einde te brengen, om het risico te verlagen. Maar het publiek bleek er tegen alle verwachtingen in dol op en applaudisseerde als gek. Toen is hij teruggekeerd, al was het maar om een lange neus te maken naar de zaaleigenaar. Tenminste, zo is het mij in Leuven verteld (lacht).»

ONKUISHEID

Todd «Op het einde had Brel heel wat vrouwen die nog een rol speelden in zijn leven. Zijn vrouwen hadden, toeval of niet, bijna allemaal een naam die met M begon: zijn echtgenote Miche, Monique, Marieke, Madeleine en Maddly, zijn laatste vriendin. Is dat het eeuwige zoeken naar de Moederfiguur? Dat is voer voor psychiaters, maar dat hij een sterke moederbinding had, staat wel vast.»

HUMO Het is bijna onbegrijpelijk dat het huwelijk tussen hem en Miche nooit ontbonden is, na die stoet van maîtresses en vriendinnen.

Todd «In die tijd scheidde vrijwel niemand. En na de eerste avontuurtjes schreef hij beschaamde brieven, waarin hij zich verontschuldigde, beloofde dat het nooit meer zou gebeuren, en eeuwige trouw zwoer. Tot de volgende dame opdook. Ook in zijn seksualiteit speelde trouwens die angst om ouder te worden. Mensen van vijftig, schreef hij, zijn veel betere minnaars dan die van twintig, maar helaas kunnen ze niet meer elke dag de liefde bedrijven.»

HUMO In ‘Les vieux amants’ zingt hij: ‘Natuurlijk heb je minnaars genomen, je moet immers de tijd doorbrengen, het lichaam laten juichen.’

Todd «Brel en Miche zijn tegenpolen, maar heel complementair. Vandaag is het haast onmogelijk dat zo’n koppel zou samenblijven, maar zij hebben het gedaan, door hun leven op te splitsen. Miche wist van de talrijke vriendinnen, maar zij was de moeder voor de dochters, het thuisstation dat een ankerpunt was en zekerheid gaf, en ze beheerde de bankrekeningen. Terwijl hij zich over zijn laatste minnares Maddly tegenover een vriend liet ontvallen: ‘Ach, die of een andere…’ Geen wonder dat het tussen Maddly en Miche en haar dochters na de dood van Brel nooit meer goed gekomen is. Beide partijen hebben zich overigens niet altijd even rationeel opgesteld. Maar wat Maddly heeft gedaan – jaren na zijn dood privéfoto’s verkocht aan een blad waar hij een hartsgrondige haat tegen koesterde – vond ik ook niet kies, zelfs al heb je geld nodig.»

HUMO U verdenkt Brel zelfs van enige mysogenie.

Todd «Hij kon niet met, en hij kon niet zonder. Veel mensen die hem goed kenden, vonden dat hij angst had voor vrouwen. Hij wantrouwde ze. Als jongeman had hij het er lastig mee dat je verliefd kon zijn zonder dat die liefde beantwoord werd. Nu ja, je kan niet tegelijk zoveel maîtresses hebben gehad én een vrouwenhater zijn.

Zijn relaties met zowat al zijn vrouwen waren complex, terwijl zijn mannelijke vriendschappen eigenlijk permanent bleven. Hij bracht ook meer uren met zijn vrienden en zijn muzikanten door dan met vrouwen. Op tournee bezochten ze ook bordelen, als een soort aperitief voor nog maar eens een nacht doorzakken. Hij kon ook vrij grof zijn. Toen de vrouw van zijn accordeonist Jean Corti hen op tournee kwam bezoeken, zei hij dat ze snel naar de apotheek om penicilline moest, want haar man had een druiper opgelopen. Muzikantenhumor, vermoedelijk.»

HUMO Monique Watrin, die ook een biografie van Brel maakte, schrijft dat hij het vrouwen nooit vergeven heeft dat ze de poort naar het paradijs voor hem niet geopend hebben.

Todd «Oei. Wat gezwollen (lacht). Ik denk wel dat hij bindingsangst had, net omdat hij vreesde verlaten te zullen worden. ‘Ne me quitte pas’ is toch het mooiste lied over verlatingsangst ooit, nee? Ik heb er zelf lang niet kunnen naar luisteren omdat ik in die periode door een vrouw in de steek was gelaten. Laat mij desnoods de schaduw van je hond zijn, l’ombre de ton chien: hoe meer kan je als man op je buik gaan? Dat Miche altijd is gebleven en voor hun kinderen heeft gezorgd, is de reden dat zij, en niet Maddly, de erfgename van zijn fortuin is geworden.

Je moet ook al die vrouwengeschiedenissen in hun tijd zien, de jaren 50 en 60. De seksuele vrijheid van na mei ’68 bestond nog niet, scheiden was ongehoord en geheime maîtresses waren doodgewoon. Brel heeft ook nooit publiek over zijn vrouwen gesproken. Hij had een standaardantwoord op die vraag: ‘Ik praat over de liefde, niet over mijn geliefden.’ Ach, het was niet alleen een andere tijd, het was een andere wereld.»

HUMO Brel is veertig jaar dood, maar toch blijft hij jonge generaties aanspreken.

Todd «Hij blijft me verbazen. Door zijn gelaagdheid, omdat hij op een vreemde manier tegelijk elitair en populist was, door al zijn paradoxen, en door het simpele feit dat een man die zo absoluut uniek was er toch in slaagde om het doodgewone leven zo poëtisch te vatten. Misschien komt er ooit nog iemand zoals hij, maar in mijn leven zal het niet meer zijn, denk ik.»

BOEK: Olivier Todd, ‘Jacques Brel, een leven’, Uitgeverij Horizon

HUMO – 09.102018

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *