Alcoholverslaving en onze genen

De sleutel tot de aanpak van alcoholverslaving zit in onze genen

De Morgen – 04-02-2019 – Sara Vandekerckhove

Het is nog toekomstmuziek, maar volgens professor Geert Dom (Universiteit Antwerpen) wordt ‘genotyping’ dé nieuwe manier om verslavingen te behandelen. “Je genen bepalen mee welke medicatie succesvol is.”

Hoe kunnen we patiënten met een verslaving beter helpen? Dat is een van de cruciale vragen die professor Geert Dom (psychiater, Universiteit Antwerpen) zich al ettelijke jaren stelt. Nu krijgen mensen met een alcoholverslaving steevast een mix van therapie, ondersteuning en medicatie voorgeschoteld. De resultaten daarvan zijn ‘zwak tot matig’. “Let wel, daarmee scoren deze behandelingen niet beter of slechter dan die in de algemene geneeskunde”, benadrukt Dom.

Maar het betekent wel dat het nog beter kan. ‘Genotyping’ kan daarbij helpen, meent de prof. Bij het grote publiek leeft namelijk het idee dat verslaving vooral een ‘mentale kwestie’ is, die ‘mits voldoende motivatie en wilskracht’ gecounterd kan worden.

“In werkelijkheid wordt het voor 50 tot 60 procent genetisch aangestuurd”, zegt Dom. “Dat betekent dus dat de neurobiologie een belangrijke rol speelt. En dat impliceert dus dat je de medicatie ook beter op de patiënten zou kunnen afstemmen.”

Het doel is om patiënten een veel persoonlijkere, geïndividualiseerde behandeling aan te bieden. Op basis dus van de genen die ze hebben. “Zo weten we bijvoorbeeld dat een op de vier patiënten met alcoholproblemen een specifiek genotype heeft”, zegt Dom. “En dat net die groep veel beter reageert op een bepaald medicijn dan andere patiënten.”

Een geneesmiddel waarbij het effect heel erg kan variëren is naltrexon, een middel dat werkt tegen ontwenningsverschijnselen en wordt gebruikt bij verslaving aan opiaten en alcohol. “Geef je dat aan honderd mensen met een alcoholverslaving, dan heeft dat een ‘matig significant’ effect”, legt Dom uit. “Dan zie je bijvoorbeeld hoe 10 procent van de patiënten er beter mee is, in vergelijking met de groep die het placebo slikt. Geef je dat aan de groep patiënten met dat specifiek genotype, dan is het aantal dat er baat bij heeft ongeveer drie keer zo groot. Een groot verschil.”

Tabaksverslaving

Bovendien hoeft zo’n ‘genotyping’ helemaal niet extreem veel geld te kosten of tot een omslachtige procedure te leiden. “Dit kan gewoon via een eenvoudige speekselafname”, zegt Dom. “Doordat je maar op een beperkt aantal genen in kaart wil brengen, is de kostprijs niet zo hoog. Voor ongeveer vijftig euro lukt dat.”

Toch zijn er ook nog heel veel vraagtekens. Wetenschappers hebben een resem genen in kaart kunnen brengen die een rol spelen bij verslaving. “Maar we weten zeker nog niet alles”, benadrukt Dom. “Dat moet verder onderzoek in de toekomst uitwijzen.”

Op dit moment is ‘genotyping’ nog verre van een standaardinstrument in de Vlaamse psychiatrie. “Integendeel zelfs”, zegt Dom. “Op de werkvloer wordt daar nog niet veel mee gedaan. We zijn er nochtans al enkele jaren mee bezig, maar in de praktijk staan we eigenlijk nog nergens. In Amsterdam en Nijmegen gebruiken ze het wel al, maar ook dat zijn nog maar bescheiden projecten.”

Wel gaat de expert ervan uit dat dit de toekomst is. “Net zoals je steeds meer geïndividualiseerde behandelingen hebt voor mensen met kanker, zul je ook steeds meer kunnen vertalen naar therapieën voor verslavingen.” En dan zou dat niet enkel ingezet kunnen worden bij alcoholverslavingen, maar even goed bij tabaksverslavingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *