Het kwaad van de banaliteit

Het kwaad van de banaliteit

Het probleem is, dat we het op de duur allemaal normaal vinden

Doorbraak – 22 juni 2019 – Johan Sanctorum

Ik wil het hier even hebben, tussen alle bedrijven van het politieke circus door, over een geval van frappante kindermishandeling. Mijn eerdere tekst over de wenselijkheid om mensen niet alleen uit hun ouderlijke macht te ontzetten, maar ook formeel te beletten kinderen te krijgen, wordt daarmee weer op een trieste manier actueel. En het zijn nog eens echte Vlamingen, niks allochtoon of migratie-achtergrond.

Voor de rechter verscheen ene Tamara Van der W. uit Zwijndrecht wegens onmenselijke behandeling en vrijheidsberoving van haar ondertussen 16-jarige zoon – ik noem hem Sander om niet altijd maar over X te moeten spreken- die in een afgesloten, onverlucht hok moest slapen op een stinkende matras, in zijn eigen uitwerpselen, omdat ze met dat ‘probleemkind’ geen weg wist. Lees even het artikel uit HLN en walg mee.

https://www.hln.be/in-de-buurt/zwijndrecht/werkloze-moeder-sluit-zoon-met-adhd-jarenlang-op-in-slaapkamer-ik-wilde-rustig-tv-kunnen-kijken~a23ecf69/

Maar laten we even de klassieke verontwaardiging, die zo’n horrorverhaal oproept, overstijgen en een paar bijkomende observaties maken: omtrent de stilte bijvoorbeeld. Het feit dat haar echtgenoot zich schikte in de situatie en zich van geen kwaad bewust was, de twee andere zonen (waarvan een toch al 18) ook niet beter wisten en het regime toegepast op hun broer accepteerden, en dat zelfs de vrienden van Sander op school de situatie wel ‘raar’ vonden maar dat niemand alarm sloeg. Geen leerkracht, geen opvoeder, niemand van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB, in de meeste gevallen een verzameling absoluut waardeloze zorgbureaucraten). Tot een familielid uiteindelijk de politie toch had ingelicht. Ik wil die man of vrouw even feliciteren: voor hetzelfde geld word je als moeial en klikspaan weggezet.

Een brave huisvader

Dingen die dus eigenlijk niet normaal zijn, worden normaal omdat iedereen eraan went, zelfs het slachtoffer. Bij kinderen is dat evident, ze hebben geen ander referentiekader, daarom is kindermishandeling voor mij een delict hors catégorie. Heel de situatie van Sander leek zich, hoe degoutant ook, in een bubbel van de normaliteit te bevinden die zich tot buiten het gezin uitstrekte en waarbij de moeder maar ook haar echtgenoot geen enkel schuldinzicht vertonen. Het was gewoon… normaal.

Opnieuw komt ons de bekende zinsnede van filosofe Hannah Arendt (1906-1975) voor de geest over de banaliteit van het kwaad, in verband met de berechting in 1961 van de Duitse SS-topfunctionaris Adolf Eichmann, tijdens de Tweede Wereldoorlog verantwoordelijk voor de deportatie van Joden naar de concentratiekampen. Arendt was verrast en gefascineerd door het feit dat Eichmann helemaal niet als een monster verscheen, maar als een rustige oudere heer die gewoon zijn job had gedaan binnen een systeem waarin dat van hem verwacht werd. En dat op zijn proces ook zo naar voor bracht.

De moordmachine, achteraf genaamd Holocaust, had zich volgens Arendt alleen maar kunnen ontwikkelen via een verregaande bureaucratisering door het naziregime, waarbinnen ijverige ambtenaren, op zich helemaal geen sadisten maar voor het grootste deel brave huisvaders, zich nauwgezet van hun taak kweten. Behoudens de echte kopstukken (en dan nog) dreef het naziregime vooral op meelopers en goede ambachtslui die bijvoorbeeld een prima vergassingsinstallatie konden ineen knutselen. In wezen was de medeplichtigheid van Sanders vader niet anders: hij had zich gewoon aangepast aan de norm, opgelegd door een huistiran (het moeten niet altijd mannen zijn), en was helemaal mee in haar logica.

Ik durf daarom de frase van Hannah Arendt omkeren en gewagen van het kwaad van de banaliteit. Veel te makkelijk laten we ons meedrijven in toestanden waarvan we het perverse niet meer opmerken. Thuis, op school, de werkvloer, overal heerst de stilte of het zacht zoemen van het raderwerk. Het gekkenhuis genaamd België, wen er maar aan. Het sociaal conformisme en de groepsdruk ook, zeer sterk aanwezig in de jongerencultuur: het hoeft niet altijd te gaan over machtsmisbruik en uitbuiting, neen, we willen er gewoon bij horen en leveren onze individualiteit onmerkbaar in, waarna ‘het systeem’ het overneemt. De plicht om normaal te zijn wordt verder massaal opgelegd via de alomtegenwoordige amusementscultuur, de multimediale verkleutering, die ook altijd onder de vlag van de politieke correctheid vaart, en dwarsliggers als kniesoren en caracteriels wegzet. Er moet en zal verbondenheid zijn: het kwaad van de banaliteit schuilt ook in het feit dat ze zich aan de goede kant van de moraal zet, telkens opnieuw.

De klokkenluider als zot

Dat brengt ons op een volgende bedenking: dat er uiteindelijk toch een zot de ‘normaliteit’ moet doorbreken, het evidente ontmaskeren. De zandkorrel in het raderwerk. We hebben het dan graag over het kind dat roept dat de keizer geen kleren aan heeft, maar dat is een romantische benadering à la Rousseau. Zoals bovenstaand verhaal aantoont is kinderlijke onschuld maar zelden de impuls tot subversie. De banaliteit brandt bij kinderen nu net de weerbaarheid af, en er is een buitenstaander, een alien nodig om dat inzicht te brengen. Er moeten zich emotionele taferelen afgespeeld hebben tijdens de ondervraging van Sander, toen de speurders hem erop attent maakten dat zijn situatie niet gewoon was. Af en toe moest het gesprek stilgelegd worden omdat het te heftig werd.

Mijn bewondering voor klokkenluiders genre Julian Assange geldt niet alleen wat ze uitbrengen maar ook hoe, met welke verbetenheid die man daar jarenlang op die kamer van de ambassade van Ecuador hokte als een legbatterijkip, tot hij uiteindelijk toch aan de Britten werd uitgeleverd. Zo’n attitude is niet voor ‘normale’ lieden weggelegd, levend in de aangename oppervlakkigheid van het bestaan. Overigens hou ik niet zo van het woord klokkenluider, het klinkt teveel als bimbam, er is meestal helemaal geen klok, alleen een gestoord individu dat niet meespeelt met het orkest en iets roept als Hola, wacht eens even!

Op de mainstream media moeten we daarvoor niet rekenen, integendeel, ze waken effectief over de mainstream en de normaliteit. Praatprogramma’s zoals De Afspraak op VRT1 zijn wat dat betreft betrouwbare bakens: Bart Schols is de verpersoonlijking van het banale en al zijn gasten drijven mee op dezelfde golf van de weldenkendheid. Waaraan ook wij verzocht worden om deel te nemen: in een echte democratie zou dit soort manipulatieve ‘journalistiek’, en dan nog op een openbare omroep, moeten verboden worden.

Dus samengevat: het normale is niet normaal, en je moet abnormaal genoeg zijn om dat te beseffen en ook te durven naar buiten brengen. Tegen de pensée unique, in zijn linkse maar ook zijn rechtse variant want die bestaat ook. En ik zal nog meer zeggen: al het moois dat wij beoefenen onder de noemer van filosofie, kunst, literatuur en kritische schrijverij allerhande, heeft voor mij maar één zin, namelijk de normaliteit ontmaskeren en het perverse releveren. Dat kan via een aanklacht, een manifest, maar dikwijls is humor het uitgelezen middel en de karikatuur de perfecte stijlfiguur. Schrijven is puur gelul als het niet ergens een mistgordijn doet optrekken of een façade doet kraken. Een mop die de machthebbers geen ongemak bezorgt, is er gewoon geen.

Zo zijn we toch weer in de politiek terecht gekomen, terwijl ik me voorgenomen had om dat vandaag eens een keertje achterwege te laten. Ik zal het onder de rubriek Paralipomena plaatsen: dat wat eerst over het hoofd werd gezien en alsnog een plaats krijgt. Dingen die zelden de voorpagina’s halen, maar net daardoor buitengewoon relevant worden. Neen, dit is niet op de afspraak.

Johan Sanctorum

De Tuin van Epicurus

Een goede conversatie, waarbij iedereen aan zijn/haar trekken komt, waar en met wie kan je die nog voeren?!

Niet over koetjes en kalfjes, want dan volstaat het om naar de kapper of op café te gaan. Maar gesprekken zoals die waarschijnlijk destijds in de tuin van de filosoof Epicurus gevoerd werden, over de vraagstukken van het leven en over wat zich afspeelt in de maatschappij.

Ook geen gesprekken onder professoren of met specialisten, maar open conversaties tussen mensen die met elkaar moeten kunnen samenleven, en niet enkel bezig zijn met hun persoonlijke problemen, maar veel verder denken en kijken dan het plaveisel onder hun voeten.

Waar vind ik die tuin van Epicurus? Ik breng wel zelf de wijn mee!

Tuin

in mijn tuin mijn droomgebied
komen sprietjes, knoppen,
kleine blaadjes,
dingen die soms schubbig doen,
driftig uit de aarde kijken.
duizend rulle aardekorrels
moeten wijken, zand rolt weg
’t jonge goed dringt
woest omhoog
met gebalde vuistjes.
mensen willen niet of durven
nauwelijks iets aan.
in mijn tuin gaat alles anders,
plant en bladknop
kruid en zaadjes
zijn gewetenloos
spontaan.

Catharina van der Linden

Mijn dokter heeft mij een aantal jaren terug aangeraden om meer te bewegen, en daarom heb ik gekozen om dagelijks te tuinieren. Geen duur fitness abonnement, geen groepssport, niet doelloos gaan wandelen of joggen, maar tuinieren. Mijn eigen gezonde groenten kweken met hier en daar een bloemetje tussen.

Samen met onze gezondheid is voor mij de natuur ons hoogste goed, en van mijn tuin heb ik ondertussen al een paar serieuze levenslessen gekregen. Het is dus ook een wel een beetje een tuin van Epicurus geworden…

En nu ga ik het onkruid gaan wieden voor het straks te warm wordt! Allee dat is het toch het plan…

When I start to work in the garden I have a definite plan,order in chaos.
After working for an hour I discover the weeds have a plan too!
After two hours I realise the weeds carry out a higher plan of nature.
After three hours I finally understand that we are part of nature…and we should let it have its way.

BOEK: Zelfverwoestingsboek

Marian Donner verklaart de oorlog aan de zelfhulpindustrie: we mediteren, sporten en werken onszelf een ongeluk.

HUMO – 17.06.2019

We moeten méér drinken, stinken, branden, dansen en hartstochtelijk liefhebben. Daarvoor pleit de Nederlandse schrijfster en columniste Marian Donner (45) vol overgave in haar ‘Zelfverwoestingsboek’. Het is een vurige oproep om niet langer toe te geven aan de neoliberale dwang onszelf constant te optimaliseren, want we mediteren, sporten en werken onszelf een ongeluk.

‘Ze laten ons geloven dat je alles kunt, zolang je maar op de tippen van je tenen loopt. En als je valt, ben je een loser’

Marian Donner «Nooit eerder waren er zoveel boeken, cursussen, YouTube-video’s en TED Talks die ons vertellen hoe we een betere versie van onszelf kunnen worden: gezonder, succesvoller, gelukkiger, slanker. Als we maar opruimen, mediteren, sporten, positief denken, botox spuiten, niet drinken, falen als een les zien en problemen als een uitdaging; dan komt alles goed. En we geloven het nog ook! We doen al die dingen, met als enige resultaat dat we uitgeput en gefrustreerd raken, of zelfs depressief worden en met burn-outs kampen. Gisteren nog zei een vrouw tegen mij: ‘Nu sta ik hier zen te wezen met mijn sixpack in mijn minimalistische woning, en wat nu?’ Ik voel overal om me heen dat mensen af willen van de gesel van zelfverbetering en doelmatigheid.»

HUMO Je schrijft: ‘Wat als de zelfhulpindustrie geen medicijn is, maar onderdeel van de kwaal?’

Donner «Wat doet die industrie? Ze geeft je tips en regels zodat je beter zult functioneren en aangepast raakt aan de status quo. Zodat je erbij hoort en blijft geloven in de neoliberale droom waarin je alles in handen hebt zolang je maar op de tippen van je tenen loopt, ook al val je er bijna bij neer. En als je valt, ben je een loser.»

HUMO Je schreef in de Volkskrant een ‘Ode aan de loser’.

Donner «Ja, maar terwijl ik het ‘Zelfverwoestingsboek’ aan het schrijven was, besefte ik dat ik me niet op de verliezers, maar op de winnaars moest richten. Veel boeken zeggen: ‘Doe meer mindfulness, denk positief en dan lukt het jou ook om mee te doen.’ Anderen zeggen dan weer: ‘Dat je niet meekunt, ligt niet aan jou, het ligt aan het systeem.’ Allebei zijn ze gericht op de achterblijver, terwijl het juist de winnaars zijn die zich moeten realiseren dat het spel, ook al speel je het mee, geen fijne samenleving oplevert.

Ik denk dat iedereen steeds meer de behoefte voelt om uit dat spel los te breken. Maar dat hebben de grote bedrijven óók begrepen. ‘Sex doesn’t sell anymore, activism does’ kopte The Guardian onlangs. Dior maakt T-shirts met de slogan ‘This is what a feminist looks like’, terwijl die gemaakt zijn door vrouwen in een sweat-shop in Mauritanië. De rebel kan zijn Sex Pistols-T-shirt nu bij H&M kopen. En herinner je je de iconische reclameboodschap ‘Here ’s to the crazy ones’ van Apple nog, en welke voorbeelden ze tonen? Géén jongetje dat krijsend tussen een kerkkoor staat, of een meisje met een woedeaanval – dat zijn mensen die niks bijdragen. Nee, ze tonen beelden van Einstein en Picasso. Of Nike, dat met ‘Dream Crazier’ de terugkeer van Serena Williams aan de wereldtop van het tennis vierde na haar zwangerschap. De boodschap is: je moet niet de beste van je school of dorp zijn, je moet de beste van het land zijn. Je moet na een zwangerschap nog sterker terugkeren dan voorheen.

Nu, zij zijn niet míjn definitie van een gek of een rebel. Hoe noem je dan iemand die écht aan de rafelrand van de maatschappij staat? Een verwarde man? Een idioot? Waarschijnlijk: een loser. Iedereen die die rafelrand laat zien, wordt in de hoek geveegd. Wat lelijk en vuil is in onze samenleving, moet aan het zicht worden onttrokken. Alles moet glanzen en blinken. En als iets niet blinkt, wordt er wel glanzende kunst van gemaakt. Zoals van de lege fabrieken die staan te verkommeren in Detroit. Kunstenaars maken daar nu esthetisch verantwoordde foto’s van. Ruin porn wordt het genoemd, omdat die instagrammable beelden volledig voorbijgaan aan het feit dat de verkommerde fabrieken leegstaan omdat de auto-industrie naar de lagelonenlanden is verhuisd, en de inwoners van Detroit nu op de rand van armoede leven.»

In het gareel

HUMO In ‘Ode aan de loser’ probeer je hem in ere te herstellen.

Donner (lacht) «De aanleiding was een gesprek met een jonge schrijfster op een feestje van een hippe uitgeverij in het al even hippe Amsterdam-Noord. Ze zei dat er niets treurigers was dan mislukte schrijvers of kunstenaars die op hun 40ste nog op een zolderkamertje wonen, zonder werk, zonder gezin, zonder iets tot stand te hebben gebracht, terwijl ze blijven dromen van hun ultieme werk. Wat haar zo irriteerde, was het onvermogen van die sukkels om te begrijpen hoe de wereld werkt en zich aan te passen. Ik weet nog dat ik zei: ‘Maar zij zijn vaak de beste mensen, juist omdát ze de wereld niet begrijpen. Wat kún je begrijpen van een wereld waarin je voor 25 euro naar Londen vliegt, terwijl je voor een kamer van 25 vierkante meter in het centrum 1.500 euro huur betaalt en 1,5 miljard mensen in armoede leven?’ Maar het was zinloos.»

HUMO Ik heb het soms ook wel moeilijk met kunstenaars die een gebrek aan erkenning wijten aan ‘het systeem’.

Donner «Het zelfingenomen type dat vindt dat de wereld hem niet begrijpt, vind ik ook niet de leukste soort. Maar ik kom zoveel mensen tegen van wie ik denk: jouw ideeën zijn zoveel beter dan degene die ik in de mainstream tegenkom, waarom kom je er niet mee naar buiten?

Ik heb in een documentaire Gertrude Stein horen vertellen over de kunstscene in Zuid-Frankrijk. Picasso, Hemingway en alle andere grote geesten van die tijd hadden zich daar verzameld. Er was daar ook iemand die slimmer en meer vooruitziend was dan iedereen. Alleen heeft hij nooit wat gemaakt. Niemand weet nu nog wie hij was, maar voor alle grootheden daar was hij wel een belangrijke inspiratiebron. Zulke mensen zijn er legio. Het zijn niet alleen maar de besten die boven komen drijven. Er zijn honderden mensen die fantastische gedichten, boeken of nummers hebben geschreven, maar ze niet hebben afgemaakt, of in een la hebben laten liggen. Uit onzekerheid, of omdat ze niet de nood voelden met zichzelf uit te pakken. Je weet dat Kafka zijn vriend Max Brod had opgedragen al zijn werk te vernietigen. Als Brod niet in plaats daarvan alles had laten publiceren, was het bestaan van Kafka ons volledig ontgaan.

Heb je het interview van Anouk in ‘College Tour’ gezien? Presentator Twan Huys vraagt haar op een gegeven moment of ze nog tips had voor de binnenkort afstuderende studenten. ‘Neen,’ zei ze. ‘Er bestaat geen recept voor succes. Ik ken mensen die veel beter zingen dan ik. Ik heb gewoon mazzel gehad en ben de juiste mensen tegengekomen.’ Huys was helemaal in de war. Zulke dingen zeggen succesvolle mensen haast nooit meer. Ze hebben allemaal ‘hard gewerkt, positief gedacht, doorgezet en alles aan zichzelf te danken’. Iedereen is helemaal doordesemd van dat jargon.»

HUMO Eigenlijk roep je in ‘Zelfverwoestingsboek’ op tot een soort burgerlijke ongehoorzaamheid.

Donner (lacht) «Heel seventies, hè! Ik hoop vooral de onderliggende regels bloot te leggen die ons leven véél meer bepalen dan we beseffen. Het is soms moeilijk te zien hoe je in het gareel loopt en daar ook in wordt gehouden. Als je je de hele tijd afvraagt of je wel mooi, positief, en succesvol genoeg bent, heb je niet zo veel ruimte in je hoofd meer vrij om nog na te denken over wáárom je daar eigenlijk zo mee bezig bent.»

Nestbevuiler

HUMO Heb jij niet ook een carrière nagestreefd? Je hebt psychologie gestudeerd.
Donner «Ik ben zelfs begonnen met rechten te studeren. Mijn moeder was rechter en mijn overgrootvader, Jan Donner, is minister van Justitie geweest, net als mijn vaders neef, Piet Hein Donner. Ik vond de rechtenstudie vreselijk. Net als mijn studie psychologie, trouwens. Ik heb alleen maar geleerd hoe je onderzoek moet doen en hoe je statistieken moet lezen. Ik heb zelfs niet één les over Freud gehad.»

HUMO Je bent toch afgestu-deerd op ‘hartstocht en liefde’.

Donner «Ik heb een zeer rebelse hoogleraar getroffen, dat was mijn geluk. Hij zat ergens op een achterkamertje. Hij vond dat de interessantste beschrijvingen van het menselijke gedrag in de literatuur te vinden waren en liet mij hartstocht en liefde bestuderen in de boeken van Proust en Stefan Zweig.»

HUMO Daarna heb je bij de PvdA gewerkt en bij de ontwikkelingsorganisatie Fairfood.

Donner «Bij de PvdA wilde ik behalve geld verdienen ook de wereld verbeteren, maar dat werd een vreselijke afknapper. Tijdens de kiescampagne begonnen ze allerlei pr-trucjes te bedenken. Ze zeiden letterlijk: ‘Wat is een niet-ingrijpend beleidsvoorstel waar we toch grote sier mee kunnen maken?’ Ik herinner me ook dat de toenmalige PvdA-leider iedereen eraan wilde herinneren dat de sociaaldemocraten de taak hadden achtergestelde bevolkingsgroepen te verheffen, ook en vooral de migranten. Maar tot mijn verbazing werd hij weggehoond. Ik ben er gedesillusioneerd vertrokken en ben de ontwikkelingshulp ingegaan, maar wat ik daar zag, was helemaal onthutsend. Alles bleek er rond geld te draaien. 80 procent van de tijd waren ze bezig met fondsen werven. Ze kaapten zelfs de buit weg voor de neus van andere hulporganisaties, terwijl die evengoed de honger wilden bestrijden. Toen dacht ik: dan ga ik maar schrijven.»

HUMO Zoals je vader, Hein Donner, die ook columnist was. Al was hij natuurlijk in de eerste plaats de schaak-grootmeester die drie keer kampioen van Nederland werd en bekendstond als een ultralinkse bohemien. Een rebel, in de ware zin van het woord.

Donner «Absoluut. Hij was het zwarte schaap van een familie die heel gereformeerd, godvrezend en koningsgezind was. Hij dronk en rookte veel en is toen ik 14 was overleden aan een hersenbloeding. Maar tot die tijd heb ik vreselijk genoten van de nachtelijke gesprekken die we voerden. Ik heb een enorme hang naar het soort mens dat hij was.

Hij schreef ook columns voor Elsevier, maar ze hebben hem toen hij de geldsom van een grote schaakprijs publiekelijk aan de Vietcong schonk, met onmiddellijke ingang ontslagen. Dat geld is natuurlijk nooit bij de Vietcong aangekomen, het was een leeg gebaar. Maar toen waren er nog mensen die dat soort dingen deden, terwijl ze er zelf niet beter van werden. Ze zijn nu een documentaire over hem aan het maken. Niet zomaar, denk ik. Volgens mij hebben we allemaal heimwee naar zulke mensen.»

HUMO Die worden niet meer gemaakt, zo lijkt het wel.

Donner «Vroeger was er Herman Brood, die op zijn blote voeten en in een zekere staat in Amsterdam rondliep. En we hadden Fabiola, het levende kunstwerk. Dergelijke figuren zie je niet meer. Het is – zeker voor beginnende kunstenaars – financieel ook niet haalbaar om in het centrum van Amsterdam te wonen. Daar zijn de woningen de afgelopen vijf jaar 63 procent duurder geworden. In de jaren 60 was het nog mogelijk voor een beginnend schrijver als Harry Mulisch aan het Leidseplein te wonen zonder, naar eigen zeggen, één dag gewerkt te hebben. Alleen de allerrijksten kunnen zich dat nu permitteren. De rest moet allemaal naar de buitenwijken, en zelfs dan heb je twee salarissen nodig.

Steeds meer muzikanten groeien ook op in welvarende families. De muzikanten van Radiohead, Coldplay, ook die van mijn favoriete band Florence and the Machine, hebben allemaal op privé-scholen gezeten. Je redt het volgens mij ook niet meer als muzikant of kunstenaar als je geen rijke ouders hebt, tenzij je megaproductief bent. En dat kan alleen maar als je – daar ben ik weer – niet in de kroeg zit, gezond eet en de rest van de to-dolijst volgt.

Ik wil niet zeggen dat je geen goeie ideeën kunt hebben of geen goeie muziek kunt maken als je geld hebt. Maar zo’n kunstenaar kan nooit écht de rafelrand van het leven laten zien. Ik vind Radiohead fantastisch, maar ze hebben niet de hartstochtelijke woede die bij de muziek van de Pistols hoort. Alleen echte buitenstaanders kunnen brave burgers zoals wij laten zien dat wat wij vanzelfsprekend vinden, níét vanzelfsprekend is.»

HUMO Doen hiphoppers en rappers dat niet?

Donner «Dat genre is toch ook helemaal gerecupereerd! Public Enemy was nog maatschappijkritisch, maar nu… Misschien begínnen hiphoppers nog wel te rappen uit verontwaardiging, maar zodra ze een platencontract hebben getekend, worden er dingen van hen verwacht. En het verschil tussen succes en falen, tussen de haves en de havenots, is zo groot nu. Als je faalt, woon je meteen weer op je kleine appartementje in de achterbuurt. Iedereen die succes heeft, wil die positie niet meer kwijt. En dan klaag je het systeem niet meer aan natuurlijk, want wie gaat nu het nest bevuilen waaraan hij alles te danken heeft?»

Breek de Bubbel

HUMO Jij hoopte toen je eerste roman ‘08.30 uur: opstand’ uitkwam ook dat dat de start zou zijn voor je succesvolle leven.

Donner «Maar helaas (lacht). Kijk, ik vind streven naar succes niet slecht. Iedereen wil gehoord en gezien worden. Waar het om gaat, is: wat ben je bereid ervoor op te geven? Wil je van jezelf een karikatuur maken om succesvoller te zijn? Hoeveel wil je jezelf aandoen om hogerop te komen? Heb je er een burn-out en een depressie voor over? Wil je je collega er de duvel voor aandoen? Wil je elke week weer die hele to-dolijst afvinken – avocado’s eten, mindfulness, naar de psycholoog?

Die neoliberale doelmatigheid zit ondertussen in alle aspecten van ons leven verweven. Je barst van het schuldgevoel als je even je tijd hebt verdaan. Je mag je wel vervelen, maar alleen omdat ‘net dan de beste ideeën bovenkomen’. Het maakbaarheidsdenken heeft ons zo vreselijk streng gemaakt voor onszelf. Vandaar mijn pleidooi de teugels wat te vieren en meer te drinken, te dansen en te niksen.»

HUMO Dat de neoliberale samenleving ons ziek maakt, zeiden al velen voor jou. Psycholoog Paul Verhaeghe schreef er een bestseller over. Al lang daarvoor schreef Trudy Dehue in ‘De depressie-epidemie’ hetzelfde.

Donner «Ja, maar zij focussen op psychische ziekten en effecten op sociaal vlak. Wat ik wil laten zien, is hoe het neoliberale denken is doorgesijpeld in ons dagelijkse leven. Het neoliberale kapitalisme wordt nog te veel gezien als een puur economisch systeem, terwijl het allang een cultureel systeem is geworden, dat z’n waarden doorgeeft via films, series en boeken. De mens is een wolf, en als puntje bij paaltje komt, is het ieder voor zich: dan is de enige manier om te winnen het spel mee te spelen. Net zoals in ‘Game of Thrones’.

Dirk De Wachter zegt: ‘Denk voor jezelf. Ga op een bankje in het park zitten en zoek zelf de zin van het leven.’ Maar dan denk ik: hoe doe je dat als dat park inmiddels volstaat met fitnesstoestellen om je pull- en push-ups te doen? We leven in een door het neoliberale denken gekaapte bubbel, waaraan niemand kan ontsnappen.

We geloven dat het kapitalisme het enige werkbare systeem is, niet perfect, maar beter dan de rest. Terwijl we eigenlijk allemaal weten dat het ieder-voor-zich-denken niet klopt. Dat je alleen door samenwerking echt iets kunt bereiken, dat je groeit omdat je leert van anderen, dat je ingebed bent in een familie of omgeving. We zijn vervreemd van hoe de dingen echt zijn, en daar worden we erg ongelukkig van. Overal voel je dat mensen uit die bubbel willen breken.»

HUMO Dus wat moeten we doen? Drinken en dansen? Lekker niet productief zijn? Daarmee kunnen we het neoliberale kapitalisme niet breken.

Donner «Neen, dat zal de politiek moeten doen. Als er nu een echt heel linkse politicus opstaat, zouden mensen massaal op hem stemmen: daar ben ik zeker van. Misschien moet het bewustzijn nog groeien. Er is net aan het licht gekomen dat Shell al jaren geen belastingen betaalt op zijn winst in Nederland, waardoor burgers nu erg boos zijn op Shell. Terwijl ze natuurlijk de politici zouden moeten aanklagen. Zíj hebben die gunstige regelgeving gecreëerd waardoor multinationals winstbelastingen kunnen ontlopen. Het is aan de politiek om het kapitalisme te breken.»

HUMO En jij denkt dat dat gaat gebeuren?

Donner «Absoluut, en laten we daar nu maar op drinken.»

Marian Donner, ‘Zelfverwoestingsboek’, Das Mag

 

Roddelen

Wijze woorden van de meest toegankelijke filosoof aller tijden, Socrates. Wijze woorden, vooral voor al wie last heeft van roddelaars!

SOCRATISCHE FILTERS

In het oude Griekenland was Socrates gekend voor zijn integriteit en zijn wijsheid.
Op een dag kwam Socrates een man tegen, die hem aansprak met de woorden: “Weet je wat ik juist gehoord heb over een vriend van jou?” “Een momentje”, zei Socrates. “Voor je me van alles gaat vertellen over mijn vriend, wil ik jou enkele vragen stellen. Ik noem het de drie-filter-test.”
De man vroeg Socrates wat hij daar mee bedoelde.
Socrates legde hem uit wat de drie-filter-test inhoudt. De eerste filter gaat over waarheid.
Hij vroeg de man, of hij 100% zeker wist, dat wat hij zou vertellen de waarheid was…. “Nee,” zei de man “dat weet ik niet 100% zeker, ik heb het van horen zeggen…” “Ok,” zei Socrates “dus je bent niet zeker of het waar is.
Maar laat ik je de tweede filter vertellen. De tweede filter is die van de goedheid. Wat jij me wilt vertellen over mijn vriend. Is dat iets goeds?” Opnieuw moest de man daar negatief op antwoorden…
“Ok,” zei Socrates “dus je wilt me iets vertellen over een vriend van mij, waarover je niet zeker weet of het waar is en het is ook geen goed nieuws.
Maar laat me je vertellen over de derde filter.
Is het in mijn voordeel dat ik dit nieuws hoor? Kan ik er iets mee doen dat voor mij van belang kan zijn?” “Niet echt,” antwoordde de man beschaamd…
“Wel,” concludeerde Socrates “je wilt me iets vertellen over mijn vriend, waarvan je niet zeker weet of het waar is, waarvan je weet dat het negatief is en voor mij van geen belang..
Waarom wil je het mij dan eigenlijk vertellen??”

Hittegolf

Ik beklaag de vrouwen die met dit weer in verwachting zijn, o.a. mijn schoondochter, want ze voorspellen voor volgende week rond de veertig graden!

In de hete zomer van 1976 verkeerde ik ook in die toestand. Gelukkig moest mijn zoon pas in november geboren worden en kon ik toch nog af en toe bewegen. We zijn dat jaar zelfs nog op vakantie geweest naar Oostenrijk, voor de rust en de goede lucht.

Wie nu groenten in een serre heeft, heeft meer problemen dan in open lucht. Voor de druiven van David zal het dan misschien wel weer goed zijn. Hij is bezig met de trossen uit te korrelen (“knippen” zegden wij vroeger), en dat is de kleintjes er tussenuit knippen zodat de rest van de bessen dikker kan worden en rijpen. Hier en daar moet ook een tros helemaal verwijderd hangen zodat ze niet te dicht tegen elkaar hangen. Druiven raak je ook best zo weinig mogelijk aan, tot ze rijp genoeg zijn om op te eten.

Uitkorrelen is een geduldwerk, en ik had er destijds een hekel aan!

Wat mijn kippen er van denken weet ik niet, maar ze leggen al een paar dagen wat minder. Te warm misschien om op een nest te zitten duwen tot er een eitje komt.

De kersen in de tuin die zijn nu, na de aardbeien en de frambozen, ook rijp. Ik heb vandaag de eersten geplukt vooraleer de vogels er mee weg zijn, en ze zijn zoeter dan verleden jaar.

Het weer kan niet voor iedereen en alles goed doen, en het is te nemen zoals het komt, en eigenlijk nog het enige wat rechtvaardig is, want arm of rijk, je staat er machteloos tegenover. Trouwens, vandaag begint de zomer, willen of niet!

Mikmak

Er zijn mensen die je graag hebt, en dan zijn er mensen die je niet moet hebben, en dan zijn er mensen die je onverschillig laten en die je er maar bijneemt op de koop toe.

Maar is dat ook niet zo met eten, met vermaak, met spektakel, met stijl, met ideologie… en waar hangt dat dan van af? En heb je daar eigenlijk iets over te zeggen? En wat vertelt of bewijst dat eigenlijk? Het leven is immers een mikmak van smaken en misschien wel grotendeels de som van toeval en willekeur, zowel van de leven als van de natuur.

Heel die mikmak van smaken en gevoelens is wellicht een mengeling van je opvoeding, ervaringen, genen en wat scheikunde in je lichaam. Onder invloed van medicatie kan je bijvoorbeeld een andere goesting ontwikkelen. Denk maar hoe antidepressiva er in slaagt om je geestelijke toestand terug aan te passen.

Wat je in je leven allemaal tegenkomt is voor een groot deel allemaal toeval en een stukje eigen zoektocht, of toch niet? Of is het enkel proberen overleven op de best mogelijke manier?

Stel dat toeval niet bestaat maar wel vrije wil waardoor je een pad kan veranderen zonder dat het dus voorbestemd moet zijn, en dat je dat allemaal onbewust doet of gedaan hebt, gewoon omdat jij jij bent en dàt het leven is dat bij je hoort. En is er dan nog sprake van vrije wil, of is het eerder je instinct dat je bepaalde keuzes laat maken?

Elk geluk is een kunststuk: de kleinste dwaling frustreert het, de geringste aarzeling verandert het, de kleinste lompheid ontsiert het, de geringste dwaasheid maakt het belachelijk.

Marguerite Yourcenar

Is een gelukkig leven inderdaad een kunstwerk, dat je spontaan tracht te creëren, en toch o zo gemakkelijk ontsierd wordt, dat het haast onmogelijk is om er met een goed gevoel en voldaan op terug te kijken?