Hier en daar

De sneeuw is gesmolten en hier en daar merk je al een verandering in de natuur.

Hier en daar

Hier en daar
bloeit al wat,
het witloof komt
eindelijk piepen
in het donker,
en de rode kool
krijgt krop.

De helleborus
doet heel stoer,
en ook de purpere heide
staat in bloei.

De dotterbloem
dottert vrolijk
aan de tuinvijver,
en de kippen
kakelen al wat lenterig;
nu nog een ei
en het is Pasen!

Micheline Baetens – 26.01.2018

In tegenstelling tot verleden jaar en in dit gedicht beschreven, hebben de kippen nog niet gestopt met leggen. Haast elke dag drie eieren! Pasen is het echter nog lang niet, en lente ook niet, daar moeten we nog een tijdje op wachten, maar als we al wat langer licht krijgen en ook af en toe zonder te verkleumd en nat te worden buiten kunnen, zijn we al lang tevreden. Dat nieuwe leven komt sowieso, dat hou je niet tegen!

Tentoonstelling

Prikkels. Tussen pijn en passie’ in Museum Dr. Guislain

Alles om ons heen tintelt en zindert. Digitale schermen lichten op. Neuronen knetteren onder de hersenpan. Zintuigen raken overweldigd. Sommigen duiken gretig in die overvloed aan stimuli, anderen gaan kopje onder of zoeken soelaas in een prikkelarme omgeving. Worden we rusteloos of futloos, lijden we aan digibesitas of burn-out? De uitersten bestaan vandaag naast elkaar: tegenover de flaneur in de bruisende metropool staat de moderne heremiet, en aan de afzonderingsruimte grenst het voortdenderende internet.

Prikkels. Tussen pijn en passie haakt in op het debat over de plaats van het individu in zijn razende of juist desolate omgeving. Reageren we verveeld of geïrriteerd, zijn we hoogsensitief of juist apathisch, zoeken we de platte rust op of vinken we de bucketlist af? De tentoonstelling verkent op cultuurhistorische en artistieke wijze de balans tussen de overdaad en het tekort aan impulsen, en onderzoekt hoe we onze dorst naar prikkels koortsachtig trachten te lessen, of hen net krampachtig proberen buiten te sluiten.

Kunstenaars:
BAVO, Michaël Borremans, William Bouguereau, Paul Citroen, David Claerbout, Cosco, Lydia Debeer, Thierry De Cordier, Johan De Wilde, Arpaïs Du Bois, Johann Garber, Keith Haring, Lies Hutting, William Klein, Yayoi Kusama, Marc Lamy, Hanne Lippard, Jonathan Meese, Fernando Moleres, Anna Püschel, Lucinda Ra, Sebastian Schutyser, Kurt Schwitters & Theo van Doesburg, Paul Sharits, Patrick Van Caeckenbergh, Jan van den Hecke & Erasmus Quellinus II, An van. Dienderen, Edmond Van Dooren, Willem van Genk, Jacques Villeglé, Friederike von Rauch, Magnus Wennman, Michael Wolf…

De wandelstok

Gisteren heb ik de wandelstok van mijn man teruggevonden. Die had hij nodig na zijn beenamputatie.

Ik zou hem nu zelf kunnen gebruiken, ware het niet dat ik haast zo groot of klein ben dan de stok zelf.

Als jong meisje en jongere vrouw heb ik heel veel gewandeld, maar nu lukt mij dat door mijn lichaamstoestand niet meer. Ik vind dat spijtig, maar ik hou me fit in de tuin en slenteren lukt nog wel, om een paar mooie parken en tuinevenementen te bezoeken.

In mei ga ik samen met de kinderen naar de Tuindagen van Beervelde, en er zullen in de zomer nog wel een paar uitstapjes volgen, denk ik, o.a. samen met Audrey naar een artisanale markt en wellicht ook nog eens een ritje naar de provincie Luxemburg en de Ardennen.

De wandelstok hou ik wel, want ik vind hem mooi en klasse hebben. Wie weet gebruik ik hem toch ooit, al was het maar als sierlijk accessoir!

Een belangrijke dichter

Ik hoor zopas op tv een schrijver zeggen dat men voor Gedichtendag “belangrijke dichters” gaat uitnodigen, en dus stel ik mij de vraag wat maakt dat een dichter al dan niet belangrijk is, en bestaat dat wel, een belangrijke dichter?

Zie je hem of haar al staan, die belangrijke dichter, tussen al die andere belangrijke mensen, in strak kostuum en met een uitgestreken gezicht? Of tussen alle beroemde  BV’s om samen show te verkopen met veel glitter en glans en felle make-up. Of tussen witte jassen, zwarte toga’s, gewijde gewaden en heldhaftige uniformen allerhande? Zie je de dichter daar al tussen staan?

Misschien is een belangrijke dichter iemand die haast onvindbaar is, zoals zuivere lucht en helder water, of rust en stilte, en ja, dan is hij of zij inderdaad belangrijk.

Vermoeidheid

Als wij, de grote mensen, moe zijn
Van het praten met elkaar,
Als wij moe zijn van het slapen
Met elkaar, het wandelen
En handeldrijven met elkaar,
Het tafelen en oorlogvoeren

Met elkaar, als wij zo moe zijn
Van elkaar, van het elkaren
Van elkaar, dan zetten wij de kat
Op onze schouder, gaan de tuin in
En zoeken de kinderstemmen achter
De hoge hagen en in de boomhut.

En zwijgend leggen wij onze vermoeidheid
In het gras, en de jaren die zwaar
En donker sliepen in de zoom
Van onze jas ontbloten zich daarboven
In een jongenskeel en dansen op
En neer in een vochtige meisjesmond

Als wij, de grote mensen, moe zijn
Van het praten,
Van het praten,
Van het praten met elkaar,
Gaan wij de tuin in en verzwijgen ons
In de kat, in het gras, in het kind.

Leonard Nolens

 

Behandel anderen zoals je zelf het liefst behandeld wordt

“Behandel anderen zoals je zelf het liefst behandeld wordt.”

Ik zeg dingen waar ik rotsvast in geloof, maar die mensen vaak niet graag horen, waardoor ik heel weinig “vrienden” heb.

Ik ben mij daarvan bewust, maar het leven heeft mij ook geleerd dat eerlijkheid het langst duurt, en dàt aanvaarden heeft mij zelf ook het gelukkigst gemaakt.

En hoe ik daar achter gekomen ben? Wel, door ziek te worden. Niemand is gebaat met schone schijn. En niemand is perfect. Ik heb veel “kwaad” gedaan in de veronderstelling dat ik dat dus wél moest zijn. Een groot deel van mijn leven heb ik daardoor verknoeid, en waarschijnlijk ook voor een stuk dat van de mensen die mij het dierbaarst waren en zijn.

Het is dan ook verwonderlijk dat ik al bij al vandaag content ben met het bijna eindresultaat. Ziek worden van jezelf kan helend werken, voor jezelf en voor de anderen.

Ik wens dan ook iedereen die de moed heeft dat helend proces te doorworstelen, alle succes toe, en geloof me, het is echt de moeite waard!


LIEDJE 

Lieg alsjeblieft niet tegen me
niet over iets groots niet over iets
anders. Liever hoor ik het
vernietigendste dan dat je liegt
want dat is nog vernietigender.

Lieg niet over liefde
iets dat je voelt of iets dat je
zou willen voelen. Liever word ik
bedroefd dan dat je liegt
want dat is nog bedroevender.

Lieg niet tegen me over gevaar
want ik voel toch je angst
en wat ik gewaar word is waar
of ik ken je niet en dat
is nog gevaarlijker.

Lieg niet tegen me over ziekte
liever kijk ik die diepte in
dan dat ik mij verlies in één
van jouw lieve verzinsels
want daarmee verlies ik me dieper.

Lieg niet tegen me over sterven
want zo lang we er zijn
vind ik dat toegangsloze
niet mededelen wat je denkt
erger en zo veel doder.

Judith Herzberg

 

Wintertuin

Het is een gewoonte geworden, eind januari, begin februari krijgen we meestal wat sneeuw. Elk jaar zo rond Gedichtendag, die altijd op de laatste donderdag van januari valt, ziet de wereld er eventjes maagdelijk uit.

En altijd is er dan dat gezaag en geklaag omdat het wat moeilijk wordt voor koning auto om zich te verplaatsen. Elders in de wereld ligt er twee meter sneeuw, hier hooguit enkele centimeters, en we vinden dat een ramp. In België lijkt de sneeuw wel opblaasbaar, zeker in de hoofden van de mensen.

We waren gewaarschuwd, en dus hebben mijn kippen gisteren eten gehad voor twee dagen, en morgen is, als de voorspellingen juist zijn, dat goedje weg, en kunnen we weer eventjes naar buiten.

De tuin ziet er in elk geval zo minder dood en triestig uit.

https://www.velt.nu/nieuws/sneeuw-de-tuin?utm_source=Ledenbestand+Velt&utm_campaign=f542d85988-EMAIL_CAMPAIGN_2019_01_22_09_48&utm_medium=email&utm_term=0_625a152ba2-f542d85988-344225393

Oh, the weather outside is frightful
But the fire is so delightful
And since we’ve no place to go
Let it snow, let it snow, let it snow

Man it doesn’t show signs of stoppin’
And I brought me some corn for poppin’
The lights are turned way down low
Let it snow, let it snow, let it snow

When we finally kiss good-night
How I’ll hate going out in the storm
But if you really hold me tight
All the way home I’ll be warm

And the fire is slowly dying
And, my dear, we’re still good-bye-ing
But as long as you love me so
Let it snow, let it snow, and snow

When we finally kiss good-night
How I’ll hate going out in the storm
But if you really grab me tight
All the way home I’ll be warm

Oh the fire is slowly dying
And, my dear, we’re still good-bye-ing
But as long as you love me so
Let it snow, let it snow, let it snow